De Altijd Aparte Nederlander, oftewel D-A-A-N, mocht het koude publiek opwarmen. Luchtige, zonnige muziek voorzien van alledaagse onderwerpen en simpele teksten werden moeiteloos de zaal ingeslingerd. Voorzichtig werd er hier en daar meegeknikt in een zaal die nog niet eens voor de helft gevuld was. De frontman rapte en zong met schwung over de warme reggae klanken, die zich makkelijk lieten mixen met funk, jazz, dancehall, latin en eigenlijk alles dat vrolijk klinkt. Het schijnt dat de liedjes van deze band uit Friesland ontstaan zijn uit manisch-depressieve ervaringen van de zanger. Ze lijken echter met name gebaseerd te zijn op het manische gedeelte van dat ziektebeeld. Aan het einde van hun degelijke set was de zaal al aardig volgestroomd. Allemaal leuk en aardig, zo’n nieuw vrolijk bandje, maar het wachten was natuurlijk op Jaya the Cat.
“I’m a bit more a fucked up than I thought would be”. Zanger Geoff Lagadec heeft duidelijk weer eens de nodige geestverruimende middelen tot zich genomen. Hij zwalkte over het podium, maar gaandeweg de set raakte hij lekker in ‘the groove’. Het concept van een gitaarband gaf hij overigens een hele andere invulling. Vastgeknoopt aan het snoer liet hij die ‘strap’ voor wat het was en vervolgens nam de goedgemutste Amerikaan de gitaar gewoon lekker onder arm. Dat leverde overigens een mooi beeld op.
Jaya the Cat is beslist geen onbekende in Nederland. Drie bandleden zijn van Nederlandse komaf. De twee Amerikanen, de zanger en de drummer, zijn inmiddels ook al in enige tijd de Lage Landen gehuisvest. Dat zal ongetwijfeld iets met het gedoogbeleid te maken hebben…
Ze spelen vanaf de eerste noot strakke, groovy tunes die we van ze gewend zijn. De leadgitarist speelt lekker energiek, wat aanstekelijk werkt bij het voorste publiek. De set kent een fijne afwisseling van hun vroegere, met rock en punk doorspekte, ska/reggae-songs en nummers van het meest recente album More Late Night Transmission With… die meer tegen een ‘easy reggae sound’ leunen. De voormalige bassist heeft een nieuwe rol achter de toetsen en sound effects tot zich genomen. Dit geeft het geluid van deze band een welkome nieuwe dimensie.
Natuurlijk kwam de cover van Manu Chau: Mr. Bobby ook weer voorbij, welke in een uitgesponnen jam uitmondde. Het publiek, die de zaal inmiddels goed had gevuld, mocht meezingen dat het allemaal wel goed komt. Een fijn gegeven in deze tijden van oorlog en crisis.
Natuurlijk moest het even over Obama gaan. De blanke Rastafari heeft er niet zoveel vertrouwen in: “Just another dick trying to run our country”. Zo kreeg de avond onverwacht een politiek tintje en werd het nieuwe nummer Pass The Ammunition ingezet.
Na twee toegiften hield de band het voor gezien en kon het Metropool concluderen dat het een fijne avond ska/punk/reggae voorgeschoteld heeft gekregen. Zonder vergeten teksten en rammelende gitaarpartijen. Blijkbaar was Geoff toch niet zo ‘fucked up’ als hij dacht.
Op 2 mei zijn de mannen van Jaya the Cat in Atak te zien in het kader van de derde X-it XL.
Bij Jaya the Cat is het altijd zomer
Heavy reggae doet de temperatuur stijgen
Het is nou niet echt bepaald het seizoen voor een avond gevuld met reggae en andere zonnige klanken. Maar ach als je eenmaal binnen bent in het Metropool, waar Jaya the Cat en D-A-A-N je alvast in zomerse taferelen onderdompelen, is die regen en kou al snel vergeten.