Poppodium Atak vreest niet voor de toekomst

‘Wat wij hier kunnen, kunnen we aan de overkant ook’

Tekst: Daisy Oosterbaan Foto's: Anouk Timmerman, ,

Het lijkt in muzikaal Enschede het gesprek van de dag te zijn: het Muziekkwartier en de intrek van Atak in dit nieuwe gebouw. Voor GroenLinks een goede reden om een discussieavond te organiseren in het oude en karakteristieke pand van Atak aan de Noorderhagen.

‘Wat wij hier kunnen, kunnen we aan de overkant ook’

Onder de naam Linkse Lounge organiseert GroenLinks Enschede discussieavonden over actuele en interessante onderwerpen. GroenLinks nodigt hierbij sprekers uit die te maken hebben met de verschillende aspecten van een onderwerp. Op 28 augustus 2008 was het onderwerp van discussie de positie van popmuziek in een stad als Enschede, die zichzelf als Muziekstad profileert. De avond werd voorgezeten door Leon Zwaans, adviseur op het gebied van popcultuur en poppodia in heel Nederland. De twee gasten waren Rinze van der Wal, directeur van Poppodium Atak, en Roelof Bleker, wethouder van cultuur. Een rustige discussie met interessante onderwerpen was het gevolg. Een gebouw als het Muziekkwartier heeft vele kansen en mogelijkheden, daar valt niet eens over te discussiëren. Leon Zwaans gaat daarom dieper in op de ontwikkelingen, risico’s en valkuilen waar Atak mee te maken kan krijgen in dergelijk nieuw gebouw. Belangrijke ontwikkelingen die door Leon Zwaans werden genoemd waren ontwikkelingen als een veranderd ‘poppodium-publiek’, de stijgende prijzen van artiesten en een stijgend aanbod. Risico’s die hierbij ter sprake kwamen, waren ondere andere veranderingen in de organisatiestructuur, weinig budget voor een risicovolle programmering en het risico dat de architectuur van het gebouw meer aandacht krijgt dan de functionaliteit ervan. Rinze van der Wal ziet echter geen gevaren en reageert erg ontspannen op de gestelde ontwikkelingen en de risico’s. Hij geeft aan dat dit aspecten zijn geweest waar over nagedacht is en waar een passende oplossing voor is gevonden. Zo stelt hij: ‘We willen niet in één keer groeien naar ons uiteindelijk gewenste bezoekersaantal. We zitten nu op 35.000 en willen eerst naar 60.000 bezoekers groeien. Uiteindelijk kunnen we van daaruit doorgroeien naar 90.000. We gaan rustig beginnen in het Muziekkwartier. Het is nu namelijk van belang dat mensen zich kunnen blijven identificeren met Atak en dat Atak de kans krijgt. Aan de omstandigheden zal het niet liggen, want door de scheiding met de andere delen van het gebouw blijft Atak een zelfstandig podium.’ De wethouder sluit zich hierbij aan en vertelt over zijn vertrouwen in Atak als iemand uit het publiek vraagt of hij niet argwanend naar Atak in het muziekkwartier kijkt: ‘Het woord argwaan is nooit in mijn hoofd opgekomen. Ik denk dat Atak dit wel waar kan gaan maken.’ Een punt dat steeds opnieuw uit het publiek als discussiepunt naar voren wordt gebracht, is de vraag of Atak als groter poppodium ‘straks’ nog wel ruimte heeft voor beginnende bands. Arris Roordink, programmeur van poppodium Atak, heeft hier nog wel wat over te zeggen. ‘Dit is de zogenaamd risicovolle programmering waarvan wij denken dat het geen gevaar is. Atak heeft een naam bij beginnende bands en zij zullen ook de ruimte blijven krijgen in de Nieuwbouw. Wat in een oud gebouw kan, kan in een nieuw gebouw ook.’ Wethouder Bleker voegt hier nog aan toe: ‘Enschede is een muziekstad. We hebben veel verschillende muzikale instellingen in Enschede. De Muziekschool, de Reisopera en het conservatorium zijn hier voorbeelden van. Het Muziekkwartier vormt straks een aanvulling op deze lijst. In een stad die zich profileert als ‘muziekstad’ hebben beginnende bands natuurlijk ook een belangrijke plek.' Het einde van de discussie nadert en Rinze van der Wal en wethouder Bleker hebben inmiddels bewezen dat zij geloven in Atak in het Muziekkwartier. Toch komt nog de directe vraag: wat gaat er op dit moment niet zo goed als jullie dat graag zouden willen? Rinze: ‘Er is weinig geld beschikbaar. Daardoor is het moeilijk om een verdiepingsslag te gaan maken, iets wat ik erg graag zou zien gebeuren.' Vanuit het publiek heeft Arris Roordink hier nog een aanvulling op: ‘Ja, dat is inderdaad een punt. Kijk, het gaat hier nooit heel erg slecht, maar heel erg goed gaat het ook niet. Dat zou ik graag eens willen zien’. Wethouder Bleker spreekt daarop de laatste woorden van de avond: ‘Atak kan dit wel aan, ze mogen zichzelf wat gaan bewijzen en er iets moois van gaan maken.’