ASS-CRACK STAGE-HACK AUGUSTUS 2008

Yoshimi! en Toxic Chicken in het Havenkwartier van Deventer

Tekst: Lourens Scholing Foto's: Harco Rutgers, ,

Esc.rec. vraagt frisgewassen talent de verste broodjes van het blok te bakken. Jong onaangepast loopt het koud door de bilnaad. Een verslag.

Yoshimi! en Toxic Chicken in het Havenkwartier van Deventer

Het is recentelijk niet helemaal beroerd toeven voor liefhebbers van meer avontuurlijke muziek in onze fiere stad. Twee volwassen platenzaken brengen over het algemeen solide kwaliteit vinyl aan de man en vanuit de havens doet Harco Rutgers, via zijn label esc.rec. (“download our music for free!”), een schier eindeloze stroom van releases van hele tritsen van artiesten het licht zien. Muziek waarvan mooi verzorgde artwork, een zekere perverse humor en een hang naar provocatie en ontregeling de grootste gemene delers lijken te zijn. Muziek die niet alleen bedoeld is om naar te luisteren, maar ook om over na te denken en je over te verbazen. Case in point, esc.rec catalogus-nummer één, de ceedee ‘J’ee-haw!’ van een ook onder die naam opererend kunstenaars-duo, is voornamelijk geloopte stilte welke af en toe wordt onderbroken door verschillende permutaties van alleen de kreet J'ee-haw! Muziek? Zegt u het maar. Fun? Ja meneer. De ass-crack stage-hack en gelijksoortige podiumkunstige activiteiten in het Deventer Havenkwartier behoren sinds enige tijd ook tot de activiteiten van esc.rec. Zo werden eerder, om er maar eens wat persoonlijke favorieten bij te halen, de kolossale Bronstgieters en Paolo Angeli (maker van zeer vrije muziek in Siciliaanse stijl) al naar de podiumruimte van het Davo-gebouw gebracht. Deze vrijdag de negen-en-twintigste bekijken we twee formaties uit het Rotterdamse, en diegenen die deze thuisstad van de Worm nog altijd niet kunnen rijmen met freak culture (geuzennaam, mensen, geuzennaam) zullen denkelijk van een koude, veelkleurige, licht acidische kermis thuiskomen. Yoshimi! (ja, de Flaming Lips verwijzing is opgemerkt) doet het normaal in zijn eentje maar heeft vanavond een select gevolg van broodmagere gassies, die uiterlijk stuk voor stuk enigszins aan Marc Bolan doen denken. En warempel de T. Rex, en dan met name de akoestische T. Rex, is meteen al vanaf de beetje stijve opening nergens heel ver weg. De liedjes wringen, de zang is understated en droog, de gitaar een beetje ontstemd. Beetje Roky Eriksson ook wel. Acid casualty music (kuch). Naarmate de set vordert, wordt het allemaal wat speelser, nonchalanter, wat meer cabaresk. De band kent haar hooks en weet ze in haar voordeel te gebruiken. Tekstueel pissen deze broekies niet al te ver over de rand (“I am a fool for every girl I meet in school”) en dat staat ze. We horen een Magnetic Fields cover en dan voor mij het hoogtepunt van de avond, een nummer dat Yoshimi!/Niek alleen speelt op zijn gitaar. Jongen kan een nummer schrijven. Niets ten nadele overigens van het overige rapalje, tegen het einde van de set schudt en beeft het allemaal in glorieuze onkunde terwijl de gehele Toys 'r Us muziekuitstalling het podium overvliegt. Een flirt met New Wave, Happy Hardcore en iets meligs met meisjes sluiten de set af. Tong is immer ferm in de wang geplant. Goed werk. Toxic Chicken vervolgens blijkt niemand minder te zijn dan de cheerleader die de set van Yoshimi! met wat slicke moves voor het podiumgedeelte luister probeerde bij te zetten. En bovendien de onvermoeide prater die ondergetekende bij aanvang van de avond probeerde te overtuigen van de vermeende bijzondere kwaliteiten van Portugese paddo's (Portugese paddo's? Serieus? In wat voor wereld leven we?). In ieder geval dus, Toxic Chicken. De naam doet mij denken aan het buitenaardse bandje Bedorven Kip dat ik jaren geleden zag. Vijftien jaar waren ze toen, uit Arnhem. Ze bietsten wiet van iedereen en duwden elkaar in boodschappenkarretjes door het kraakpand. Meest zieke punk ooit, ik denk nog vaak aan Bedorven Kip. Maar goed. Deze specifieke Gifkip is ook jong en doet ook ziek maar kan mij niet overtuigen. Al te generieke schootcomputer-exercities worden aangelengd met een meligheid die in een gemiddelde carnavalskraker niet zou misstaan. “I feel like a chicken tonight,” u begrijpt het. Een gabber gabber hey distorto basdrum rijgt het geheel aaneen. Af en toe zorgt een, door een onbeholpen manoeuvre op het toetsenbord veroorzaakte geforceerde stop-start-stop voor wat echte hilariteit. Een vreemd soort charme heeft het allemaal wel en naarmate de set vordert en de maniërismen een beetje naar de achtergrond verdwijnen, bekruipt wel een indruk van een (wat-zegt-ie-nou) aandoenlijk soort knuffelbaarheid. “I am a monster!” schreeuwt de krullenbol in zijn megafoon, maar nergens wordt het ook maar een beetje creepy. Soi, rest er nog van deze muziek te houden. Ikke zie/hoor het niet, en daar kan geen gestunt met chocopasta beregoed wat aan veranderen.