Faillissement van ‘Fields of Rock’ brengt Judas Priest naar Zwolle

Headbangen, drank en zware gitaren op zondagmiddag

Tekst: Judith Heemskerk Foto's: Hendrik Jan Oskam, ,

Na het betreurende faillissement van ‘Fields of Rock’ werd een van de headliners van dit festival in de IJsselhallen te Zwolle geprogrammeerd. Niemand minder dan Judas Priest, de oude heavy metallegendes, kwamen naar het Oosten van Nederland. Hoewel Judas Priest bekend stond als de hoofdact, bleek het zowaar een heus doch klein hardrock en heavy metal festival op de zondagmiddag te worden.

Headbangen, drank en zware gitaren op zondagmiddag

Wie van heavy metal houdt, moest erbij zijn die zondagmiddag. Drommen liepen dan ook van het station in Zwolle, zelfs door de stromende regen, naar de IJsselhallen. Sommige besloten ternauwernood nog eventjes de oude heavy metal legendes in het echt te aanschouwen en kochten aan de deur een kaartje. Het mocht dan een fantastische line-up zijn met als afsluiter de Metal Gods, er waren echter maar 1700 kaarten verkocht. Dit betekende zweten, het was immers een benauwde dag, maar niet zo erg dat er tegen de zweetlucht gecombineerd met de bierdampen kon worden aangeleund. De eerste act van de dag Airbourne uit Australië brengt de menigte goed opdreef met hun rock ’n roll klanken die moeten denken aan AC/DC en consorten. Wat men te horen krijgt is een stevig potje rock ’n roll met een hoge juiste schorre fantastische stem. Hoge noten gevolgd door lage noten, Joel O’Keeffe beheerst het allemaal. De schorheid weet hij eveneens goed te onderhouden, want om half drie ’s middags zet de zanger zijn volle Jack Daniels fles aan zijn lippen. Hij maakt de zin uit zijn nummer Stand Up for Rock ’n Roll (afkomstig van hun debuutalbum Running Wild) ‘“Drink your beer, Drink your wine, Let’s have a good time!’ waar. Het strakke gitaarspel van onder andere Joel en David Roads en het strak drumwerk van broertje Ryan O’ Keeffe maken het plaatje compleet. Het alleen maar knikken met het hoofd van het publiek is voorbij. Wilde blonde krullende haren cirkelen in de lucht. Als dan Joel in het midden van zijn solo van het podium springt gaat het publiek los. Hoofden kijken naar waar de gitarist heen loopt. Wat verwarring treedt op als hij voor velen niet meer zichtbaar is, waarna de groter wordende ogen van de metalheads verraadt waar de zanger zich schuil houdt. Als een aap slingert hij zich in de stellage die als behuizing dient voor de immense boxen. Hoog kan niet hoog genoeg zijn zal de zanger gedacht hebben want Joel klimt tot aan de top om vervolgens zijn armen om de stalen buis heen te slaan en zijn solo te vervolgen. Het publiek houdt het niet meer: dit is echte rock ’n roll! De sfeer zit er goed in. De losse verkoop lijkt toch nog wat opgang te zijn gekomen, want het wordt steeds wat drukker in de hal. Als dan Iced Earth begint zijn de oude rockers (en opvallend genoeg ook veel jonge rockers met Iced Earth opdruk op de t-shirts) massaal naar voren gedrongen bij het podium. Er ontstaat bij dit optreden direct een pit en er wordt zelfs door een enkeling de durf genomen om te crowdsurfen (bij een gematigde drukte crowdsurfen is spelen met je leven). Hoewel de band zeer gewisseld heeft in bezetting kan degene die de jaren negentig periode van Iced Earth geweldig vindt zijn hart ophalen. Zo is Matt Barlow weer van de partij net als Brent Smedley en de oude rot die niet weg te denken is in Iced Earth Jon Schaffer is natuurlijk ook aanwezig. Als zanger Matt Barlow dan zijn mond opent, blaast hij het publiek weg. Met zijn grote uithalen laat hij Mariah Carey in het stof bijten. Iced Earth levert een prachtig optreden met veel interactie met het publiek. Zo wordt er voor de drummer in het Nederlands gezongen, hij is immers jarig, wordt er door het publiek met het nummer Pure Evil meegezongen in het refrein en wordt de Nederlandse vlag met daarop Iced Earth het podium opgehesen om tot slot met de gehele band hun respect te betuigen aan het publiek in de vorm van een buiging. Liefhebbers van Sepultura konden eveneens hun hart ophalen, want Cavalera Conspiracy trad als derde act op deze middag. Met de bier al flink achter de kiezen, stonden de zondaggenieters te kijken naar de harde Braziliaanse band. De band speelde voornamelijk covers van Sepultura, maar daar malen de bezoekers niet om. De hardste band van de dag levert een grootse pit op. De strakke drummer, Igor Cavelera, slaat en beukt erop los. Het drumspel van het broertje is zondanig strak en goed getimed dat menigeen de beweging van het hoofd naar voren, achter en op zij niet kan bedwingen. Het is dan ook haast hysterisch goed. De gitaarsolo’s die Marc Rizzo ten gehore brengt, zijn eveneens om de vingers bij af te likken. Opzwepend, hard en zeer goed getimed, een uiterst secuur zaakje dat Rizzo uitermate goed weet klaar te spelen. De grunt die de zanger dan weet te creëren maakt veel goed, hoewel hier de diepe klanken die Sepultura kent helaas missen. Echter, het optreden van Cavalera wordt door het publiek zeer gewaardeerd. De teksten worden luid mee gescandeerd en de hoofden dansen. De pit is een beetje matig, maar degene die durft vermaakt zich op de klanken van de gebroeders Cavalera prima. En dan het hoogtepunt voor velen: Judas Priest. Een enkeling had als hij goed had opgelet al gezien dat het drumstel bij Judas Priest zich achter het donkere scherm bevond hoog in de steigers. Als dan het doek ook verdwijnt wordt een abstract doch mythisch en satanisch spektakel onthult. Trappen aan beide zeiden van het podium in het zwart met roden accenten zodat ze lijken te zweven, een groot doek met een masker-print in de verte en het drumstel dat als een god boven het podium zweeft. Als dan het optreden daadwerkelijk begint komt allereerst rummer Scott Travis het podium opwandelen die de stokjes als opzwepend gebaar tegen elkaar aan slaat. Als dan ook Glenn Tipton het podium op komt met zijn gitaar en een zwieper geeft aan de snaren barst het gejoel los. In zijn strakke leren pakje met rode accentjes (waar hebben we deze outfit nog meer gezien soms bij de tour van British Steel?), bespeelt hij het publiek. Als dan ook de bassist Ian Hill en gitarist K.K. Downing het podium betreden is in de verte het onmiskenbare gezang van Halford te horen. Maar een enkeling heeft hem nog niet opgemerkt. Zoals het een zanger van deze grote betaamt komt hij dan ook op vanuit de diepte gehuld in een gouden cape met masker en gouden drietand. Tijdens het concert bestoken de heavy metal legendes ons met klassiekers zoals Painkiller en Sinner. Een superervaring, hoewel de geruchten dat Halford de hoge tonen niet meer haalt, inderdaad bevestigd worden, op een uitzondering daargelaten. Bij Painkiller perst Halford met alle macht de hoge noot uit zijn vibrerende stembanden. Bij de rest van het optreden troosten een aantal bezoekers het gemis van de hoge noten door deze dan maar zelf mee te denken dan wel mee te blèren. Het blèren van de hoge noot roept nog wel een vraagtekens op bij de rest van de bezoekers, doch kunnen ze een lach niet bedwingen. Als dan na een set van anderhalf uur de band het podium verlaat ontstijgt een ‘we want more’ geroep. Priest moet officieel nog vijf minuten en hierdoor komen ze dan ook met een grand entrance weer terug. Halford zit op zijn Harley en laat zijn motor, tot genoegen van het publiek, luid ronken. Het nummer ronkt net zo hard als Halfords motor en laat het publiek dan ook achter in extase. Als dan de laatste klanken wegsterven buigen de mannen als dank voor een mooi concert en gooit de drummer zijn stokken in de lucht. Bij het gooien van zijn laatste stok kan de recensent zich niet bedwingen te denken: hoe lang zal Judas Priest die stokken nog in de lucht gooien?