Cool Genius doen gewoon waar ze goed in zijn: rocken

Support-act The Aspen Gems heeft het net niet

Tekst: Harald de Ruiter Foto's: Steven van Olphen, ,

Een avondje fijne muziek op de eerste verdieping van het Vliegende Paard op 23 februari. Pop, funk, soul, jazz, blues, rock en humor; het was er allemaal. Dat Zwolle wat te bieden heeft op muzikaal gebied, wordt op de enkele vierkante meters in het Vliegende Paard weer dik onderstreept.

Support-act The Aspen Gems heeft het net niet

Rond een uur of negen neemt de band The Aspen Gems de aftrap in het kleine en knusse zaaltje op de eerste verdieping van het studentencafé. Een band die vooral goed is in niet-rocken. Vaak is dit niet erg, maar toch mist er iets. De melodieën zijn leuk. De liedjes idem dito, maar de band heeft het toch nét niet. De zanger mist een flinke dosis overtuigingskracht en zangkwaliteiten. Echt heel erg ernaast zitten doet hij niet, maar af en toe moet hij teveel naar noten zoeken, waarbij het geheel wat naar beneden getrokken wordt. Verder is het bij bands uit dit straatje wenselijk dat de frontman/zanger iets speciaals heeft op het podium. Dit is bij The Aspen Gems ver te zoeken. Er mag meer gebeuren op het podium, ook al is deze nog geen twee bij vier meter. Nu het gal gespuwd is, moet er gezegd worden dat het stemgeluid van de zanger dik in orde is en prima bij de band past. Bij vlagen heeft hij de zeurderigheid van Robert Smith van The Cure, wat zeker niet verkeerd is. Als hierbij de band ook nog eens bombastisch uit de hoek gaat komen, levert dit toch erg mooie momenten op. Verder is de muziek in het Britse gitaarpop/rock straatje en heeft het weinig van The Cure weg. Deze band moet nog eens aanschouwd worden op een groter podium. Hopelijk is er dan een zelfverzekerder zanger te zien, zowel vocaal als de performance. Als hierna het Zwolse Cool Genius het podium betreedt, is de voorgaande (overigens ook onterecht) band alweer vergeten. De heren treden vaker op en de recensent was direct fan. Hier had het krachtige trio een dusdanig subliem live-geluid en frisse benadering op de popmuziek, welke ik in een tijdje niet gehoord had. Direct daarna volgde hun debuut. Hier kreeg de muziek in een eigenzinnig geproduceerd jasje, waarbij de nummers toch heel anders uit de verf kwamen. Niet minder goed, maar gewoon totaal anders. Dat de verwachtingen dan hoog zijn op deze woensdagavond, moge duidelijk zijn. Bij het inzetten van het eerste noten worden er aan deze verwachtingen meer dan voldaan. De band weet onmiddellijk met z’n drieën een moddervette groove neer te zetten, die eigenlijk het hele optreden blijft plakken als dikke stroop. Drummer Bauke Bakker en bassist Sebastiaan van Olst (welke ook sporadisch de contrabas erbij pakt) vormen een belachelijk strakke ritmesectie waarnaast gitarist Erik Neimeijer vooral uitblinkt met simpele maar pakkende lijntjes en hier en daar een smaakvolle gitaarsolo uit het bluesboekje. Zowel de drummer als de gitarist doen de leadzang op hun gemak, waarbij de eerstgenoemde z’n zangstijl uit de 60’s en 70’s soul lijkt te halen. Bij één van de rake grappen tussendoor laat hij dit ook openlijk weten (“Wij dachten, wat die zwart’n kunnen, kunnen wij ook”). Een grappige band is Cool Genius zeker, zowel tekstueel als tussen nummers door. De joligheid van zanger/gitarist Erik is aanstekelijk en hij weet hiermee het publiek ook te grijpen. De anderen weten met humoristische onderonsjes, tevens een leuke toevoeging te geven aan het optreden. Verder geeft bassist Sebastiaan met zijn achtergrondzang het geheel nog meer kracht . Het optreden staat bol van de meerstemmige stukken. Vocaal gezien staat dit “powertrio” als een huis. De setlist bestaat voor iets meer dan de helft uit nummers van de debuutplaat “Maybe You Should Do That Too” en de rest met nieuw materiaal en onbekende nummers. Opvallend is dat de liedjes die op de cd er minder uit springen, live zich juist beter staande houden en vise versa. Eén van de hoogtepunten is een nummer waarin de hele cast van de Disney tekenfilms op een seksuele wijze wordt aangepakt: “Disney is, what is me”. Bij het bescheiden hitje “Monkey Boy” wordt er nog even van instrumentarium gewisseld, tussen de bassist en gitarist. Het is duidelijk dat elk bandlid even belangrijk is bij dit trio. Na afloop van de overtuigende show van misschien wel één van de beste bands van Zwolle, loopt het kleine zaaltje al snel leeg. Het publiek, voornamelijk bestaand uit twintigers en dertigers, moet namelijk gewoon weer naar school en werk de volgende dag… Maar dit is wel na een avond vol gezelligheid, muzikale kruisbestuivingen en vooral veel groove.