Bronstgieters: "Weg van teruggeweest"

Reunie van fameuze Bronstgieters in 't Ukien

Wouter Schaart, ,

Na 13 jaar zijn de Bronstgieters weer bij elkaar. Deze legendarische rammelpop band uit Kampen bereikte begin jaren negentig een cultstatus en schopte het ver in de Grote Prijs van Nederland. Nu zijn ze terug met de geluidsdrager "Doos Where The Days" die zaterdag 20 mei werd gepresenteerd in jongerencentrum 't Ukien.

Reunie van fameuze Bronstgieters in 't Ukien

Ook al is het dan ook al weer 13 jaar geleden, toch kwamen bewonderaars van de Bronstgieters massaal naar 't Ukien om de reunie met eigen ogen te aanschouwen. De gemiddelde leeftijd is (vergeef me als ik het mis heb) toch wel rond de 40+. De sfeer is wat nostalgisch en onder het genot van een Bronstbiertje of een Halve Gieter wordt die goede oude tijd nog eens doorgenomen. De dj verluchtigt het geheel met absurde klanken uit de eighties. Een voor mij aangename verassing is het voorprogramma dat wordt verzorgd door het Amsterdamse Pfaff. Dit lo-fi trashduo maakt korte, krachtige nummers die nog het meest doen denken aan een kruising van The YeahYeahYeahs, The Pixies en The White Stripes maar dan met een stevig punksausje. Bas 'Pfaff' Jacobs op drums, zang en samples is duidelijk het meesterbrein en schreeuwt en mept flink van zich af. Hij wordt ondersteund door ex-Riplet Alice die mee schreeuwt en wat plukt aan haar gitaar. Dat Pfaff een duo is zou je op het eerste gehoor niet zeggen. Er komt een stevige muur van geluid de zaal in met simpele teksten als 'Fuck You', handclaps, samples en er komt zelfs een kazoo aan te pas. Alleen lijkt het oudere Bronstgieters publiek het allemaal toch niet zo te kunnen waarderen. Na Pfaff is het eerst tijd voor de uitreiking van de Bronstpreis 2006. Twee gelukkige winnaars worden beloond met een prei en een exemplaar van de cd 'Doos Where The Days', verpakt in een Lp-hoes (ontwerp door Bronstgieters zelf). Dan is het eindelijk zover. De spots gaan aan, 'Gitbas' speler Robert Reitsema beklimt een blok op het podium en begint te spelen. Vervolgens komt 'lijdschreeuwer' Bernd Brugman op gepaste wijze op met een rollator. De toon is gezet. Bernd zingt afwisselend in het Duits, Nederlands en Engels. Refreintjes afwisselend 'Nananana', 'Lalalala' of 'Sjalalala'. De teksten zijn vol humor en soms erg aandoenlijk. Net als Bernd. Als een heuse rockgod krioelt hij over het podium, scheurt zijn Bronstgieters T-shirt aan stukken, valt, schreeuwt, zweet, kruipt door de zaal en blijft op een gegeven moment liggen te midden van het enthousiaste publiek. Om vervolgens weer over het podium te rennen als een mongolide slagerzanger met punkaspiraties. De toeschouwers vinden het heerlijk. Het is ook een genot om te zien. De Bronstgieters zijn ongegeneerd goor en lomp, maar weten wel de gevoelige snaar van hun Gitbas te vinden. Een man naast me zegt: "Wat is dit mooi zeg! Ik zag de Bronstgieters voor het eerst toen ik 17 was. Nu ben ik 34!". Na een luid applaus komen de legendarische Bronstgieters nog een keer terug en spelen hun interpretatie van 'In een discotheek' van Andri Hazes (Deze is voor Anton van Hazes!). Daarna is het echt afgelopen. Ik loop met een bloedlip naar het toilet, nog nagenietend van het concert, waar twee mannen herinneringen ophalen aan hun Bronstgieters: "In '88 hebben de Bronstgieters nog opgetreden tijdens mijn verjaardag. Ze speelden toen bij mij in de keuken!" Het moge duidelijk zijn dat de Bronstgieters na al die jaren nog steeds springlevend zijn. Oftewel 'weg van teruggeweest'!