Uitbreiding van Hedon; toekomstmuziek?

Zwolse politiek is niet enthousiast over de door Hedon voorgestelde locatie

Wouter van Emst, ,

Poppodium Hedon wil graag een tweede zaal met een grotere capaciteit. De Zwolse wethouder van Cultuur Erik Dannenberg staat echter niet achter het door Hedon gepresenteerde plan. ‘Op dit moment is hiervoor geen geld.’

Zwolse politiek is niet enthousiast over de door Hedon voorgestelde locatie

Een nieuwe, grotere zaal met een capaciteit van duizend bezoekers. Dat is waar poppodium Hedon haar zinnen op heeft gezet. ‘Anders laten de grotere bands en het publiek ons straks links liggen’, meent Hedon-manager Mike Iking. De gemeente denkt hier echter heel anders over. ‘Nieuwbouw kost te veel. Daarom moet worden gezocht naar een alternatief’, vindt Dannenberg. In 1996 verhuisde Hedon naar de huidige locatie in De Branie. Nu, precies tien jaar later, wil het Zwolse poppodium alweer verkassen. Iking: ‘Een nieuwe zaal is van levensbelang. We hebben nu een middelgrote concertzaal, dat wil zeggen dat er vijfhonderd man in kan. Maar steeds meer bands stappen over naar de grote podia. Hierdoor lopen we publiek én belangrijke barinkomsten mis.’ Een tweede, grotere zaal zou gebouwd moeten worden pal naast de huidige locatie van Hedon. Daar is nu nog de dak- en thuislozenopvang van het Leger des Heils (Bonjour) gehuisvest, maar deze zal binnenkort verhuizen naar een nieuwe plek. Wie de tweede zaal moet gaan betalen, is nog de grote vraag. ‘Misschien de gemeente’, aldus Iking. ‘Of een andere investeerder.’ Hoewel een haalbaarheidsonderzoek, uitgevoerd in 2004 in opdracht van de gemeente Zwolle, onderschrijft dat er zeker markt is voor een grotere concertzaal, laat Cultuurwethouder Dannenberg geen onduidelijkheid bestaan over waar de schoen wringt. Een tweede zaal op de locatie waar nu Bonjour is gevestigd, zou rond de zes miljoen euro gaan kosten. ‘Er is politiek gezien genoeg draagvlak voor een grotere concertzaal, maar nieuwbouw betekent een enorme investering. Daarnaast zal de verdere exploitatie ook een hoop gaan kosten. Daarom ben ik tegen de wensen van Hedon in deze huidige vorm’, aldus Dannenberg. Het kostenplaatje is niet het enige probleem. Mondige buurtbewoners hebben al aangegeven dat ze niet zitten te wachten op een uitbreiding van Hedon. Ze zijn voornamelijk bang voor overlast van bezoekers die na een concert of dancefeest al te luidruchtig huiswaarts keren. Wethouder Dannenberg zoekt liever naar alternatieven. Hij heeft zijn oog laten vallen op een tweede concertzaal in de eventueel nieuw te bouwen IJsselhallen aan de andere zijde van de A28. ‘Ik probeer het vanuit een breder perspectief te bekijken. De IJsselhallen hebben een aantal belangrijke voordelen. Ten eerste hoef je geen geld te stoppen in nieuwbouw. Ten tweede zit je niet met een pand dat het grootste gedeelte van de week leeg staat. En daarnaast is deze locatie met het openbaar vervoer veel beter te bereiken. Helemaal als je bedenkt dat het treinlijntje richting Kampen, dat voor de evenementenhallen langsloopt, in de nabije toekomst een extra station krijgt. Tegenover de nieuwe IJsselhallen!’ Mike Iking loopt niet over van vreugde bij de gedachte aan twee aparte locaties. Het plan IJsselhallen wijst hij dan ook resoluut van de hand. ‘Dat zal ten koste gaan van de betrokkenheid van onze vrijwilligers. En omdat we daar toch 125 van hebben rondlopen, zijn die erg belangrijk voor ons. Bovendien zijn de IJsselhallen meer geschikt voor optredens die drie- tot vijfduizend mensen trekken. Dat soort concerten zien wij als aanvulling op onze programmering, niet als de hoofdmoot.’ Dannenberg kan zich maar ten dele vinden in de bezwaren van de manager van Hedon: ‘De zalen van de IJsselhallen zijn prima aan te passen op een kleinere capaciteit. Dat kan het probleem niet zijn.’ Een totaal andere kant van het verhaal is het verdwijnen van de zogenaamde ID-plekken, de in- en doorstroombanen, oftewel gesubsidieerde krachten. Hedon had in het verleden vijf ID'ers in dienst, maar dit zijn er inmiddels flink wat minder. Iking: ‘De vaste mensen hebben het een stuk drukker gekregen. We plegen nu roofbouw op ons zelf. Dat gaat vroeg of laat vanzelf een keertje fout. Simpel gezegd kunnen we, doordat we minder vast personeel hebben, ook minder activiteiten ontplooien. En dat leidt weer tot minder inkomsten. Op deze manier zijn we in een negatieve spiraal beland. Afgelopen zomer bijvoorbeeld zijn we een maand lang dicht geweest om achterstallig onderhoud te verrichten. Met meer ID'ers hadden we misschien maar een weekje onze deuren hoeven sluiten.’ Erik Dannenberg kijkt anders aan tegen het geleidelijk verdwijnen van deze ‘Melkert-banen’. ‘Instromen en doorstromen, daar draaide het om. Maar wat gebeurde er? De doorstroom bleef in veel gevallen achterwege. De meeste ID'ers voldeden prima en werden na verloop van tijd onmisbaar voor de organisaties waar ze werkten. Ze werden echter niet vast in dienst genomen omdat een gesubsidieerde kracht natuurlijk wel erg voordelig was voor de werkgever. Hierdoor ontstond een situatie die niet wenselijk was.’ Een oplossing voor Hedon is echter misschien wel dichterbij dan Mike Iking denkt. De ID-banen mogen dan verdwijnen, maar we zien een nieuw fenomeen ontstaan, de zogenaamde participatiebanen. Eigenlijk een nieuwe naam voor min of meer hetzelfde begrip. Mensen met een participatiebaan kunnen bovenop hun uitkering een beetje geld verdienen en daarnaast werkervaring opdoen. Dannenberg: ‘We moeten in de nabije toekomst eens goed gaan kijken naar welke functies wij als overheid belangrijk vinden vanuit een maatschappelijk oogpunt. Dus voor welke plekken wij garant willen staan en waar we dus deze gesubsidieerde krachten willen inzetten. Ook moeten we goed bekijken hoeveel dat gaat kosten en of dat past binnen onze begroting. Het mag best iets kosten, als het maar goed gebeurt. Ik denk dat een plek als Hedon bijvoorbeeld heel geschikt is voor participatiebanen. Het is voor bepaalde mensen een uitstekende omgeving en ik weet dat Mike goed is voor zijn personeel.’ Zoals blijkt uit de woorden van Cultuurwethouder Erik Dannenberg staat de Zwolse politiek niet onwelwillend tegenover de wensen van Hedon, maar zoals zo vaak is het probleem voornamelijk van financiële aard. De toekomst moet uitwijzen of Hedon een tweede zaal krijgt, en vooral wáár.