K & C Overijssel haalt concertgangers van huis en brengt ze na afloop weer netjes thuis

Een creatieve publiekstrekker of een laatste strohalm?

Poppodia bedenken steeds creatievere plannen om maar publiek te trekken. De Melkweg start deze maand met het Popppack, een passe-partout voor gelijksoortige concertenen Het Paard heeft het No-Risk Ticket geïntroduceerd. Nu komt K & C Overijssel je van huis ophalen voor een concertbezoek en om het netjes af te maken brengen ze je ook weer netjes thuis. Een topplan of een laatste strohalm?

Een creatieve publiekstrekker of een laatste strohalm?

Als het aan Kunst & Cultuur Overijssel ligt stromen de kleinere poppodia in Overijssel de komende jaren vol met bezoekers door de Discovery Tour Overijssel. De podia liggen in de plattelandsgemeenten soms wel een heel ver van huis, dus worden de bezoekers van huis opgehaald en na afloop netjes weer thuisgebracht. Een creatieve manier om publiek te lokken of een laatste strohalm? Het plan komt van Kunst en Cultuur Overijssel (KCO). Kleinere podia tot 250 bezoekers bundelen de krachten. Uit een pool van 50 band kunnen zij hun programmering kiezen voor een serie van acht concerten. Om de bezoekers de eerste aflevering over de streep te trekken komt de Tourbus de bezoekers ophalen. Daarna moet de Discovery Tour een merknaam worden voor kwaliteitsconcerten. "Opgehaald en thuisgebracht? Dat is nog eens service," is de eerste reactie van Siebe Weide (Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals). Hij denk niet dat dit een laatste strohalm is waar de kleine podia zich aan vast klampen. "Dat is pas het geval als er gevreesd wordt voor het voortbestaan van deze kleinere podia en dat is niet het geval. De Discovery Tour is een creatieve oplossing om het publiek te lokken, net als het No-Risk Ticket van Het Paard en het Poppack van de Melkweg. Het bedrijfsleven is constant bezig met klantenbinding en het lokken van meer klanten. Waarom zouden podia dat niet doen. De sector professionaliseert. Er is meer publiek nodig om de grotere investeringen te dekken." Het gaat volgens KCO niet slecht met de kleinere poppodia, maar het kan beter. Michiel Visser (KCO): "Het grote probleem is publiek krijgen voor onbekende bandjes. Bij de Discovery Tour wordt het publiek niet zozeer getrokken door de nog relatief onbekende namen, maar door de zekerheid van kwaliteit en de goede naam van het circuit." De goede naam van het circuit moet ontstaan met veel publiciteit en na de eerste editie waarbij het publiek gehaald en thuisgebracht wordt. Het nieuwe aangetrokken publiek moet blijven hangen en de volgende keer vrienden meenemen. Richard Jongetjes, programmeur van Hedon Zwolle, denkt niet dat dit de manier is om "latente jongeren" in je zaal te krijgen. "Negentig procent van de Nederlanders komt pas als de artiest Heineken Music Hall waardig is. Als je de artiest niet kent ga je niet in die bus stappen. Ik heb de programmering gezien en van de vijftig bandjes ken ik de helft niet eens. En ik ben een muziekliefhebber! Ook al probeer je ze in een roze bus of een vliegtuig te halen, ik denk niet dat mensen instappen. Als ze het bandje wel kennen komen ze ook op de brommer of de fiets. Voor de discobus ging je ook naar die disco. Zo'n bus is een extra service zodat je niet dronken naar huis hoeft met de fiets maar trekt geen extra publiek." Jongetjes mist het neerzetten van de programmering. "Als je de keuze van bijvoorbeeld Anouk neerzet dan komen ze wellicht wel. Als ik als programmeur zeg dat iets te gek is komen ze niet, maar als iemand als Anouk de muziek te gek vindt... Je moet iemand hebben waar het publiek achter aan hobbelt." Het trekken van nieuw publiek moet volgens Jongetjes vooral met een bekende naam gedaan worden. De kernpodia in de provincie mogen niet meedoen met de tour. Jongetjes is niet bang voor de concurrentie. "Zodra die kleine podia vol lopen, begint het bij ons ook harder te lopen." Er zijn pas vier podia die meedoen. Het streven van KCO is om dit jaar minstens zeven podia te hebben en een volgend jaar een tour op te zetten met twintig podia. DeBuze in Steenwijk, 'T Ukien in Kampen, JC Punt in Ommen en OJS in Hardenberg zijn de vier deelnemende podia. Het zijn alle vier jongerencentra. Maar ook muziekcafés mogen ook meedoen. Michiel Visser: "Een deel van de kosten worden via onze subsidie gedekt maar de podia zelf moeten ook investeren. We zijn pas met het project begonnen dus misschien moeten ze er nog even over nadenken. De demo's stromen al wel binnen."