Exit Lampshade, welkom Swelter

Zanger Bart Drost: ‘Zie het maar als een doorstart, nieuw maar eigenlijk ook weer niet’

Bas Wilberink, ,

Met een kant en klare ep op zak besloten de twee gitaristen van Lampshade dat het hoofdstuk ‘Bezettingswissel’ maar eens snel afgesloten moest worden. Met een kritische grondhouding werd gezocht naar een nieuwe drumsectie. En de bandnaam Lampshade maakte plaats voor Swelter. Een nieuwe start dus. 3voor12 Overijssel in gesprek met zanger/gitarist Bart Drost.

Zanger Bart Drost: ‘Zie het maar als een doorstart, nieuw maar eigenlijk ook weer niet’

De vele bezettingswissels deden zanger/gitarist Bart Drost en gitarist Erik Delobel eind vorig jaar inzien dat het tijd was voor een nieuwe start. De bandnaam Lampshade werd verruild en het zoeken naar een nieuwe bassist en drummer begon. En dat terwijl nieuw songmateriaal, opgenomen en al, op de planken lag te verstoffen. Welnu, de zoektocht is volbracht en de vijf nummers tellende ep van het beetje stof ontdaan. Swelter is de naam. Het schrijven van eerlijke, compacte en melancholische popnummers met een boodschap. Met deze aanpak wist Lampshade het tot Eurosonic, het Zwolse Bevrijdingsfestival, 3FM en zelf Studio Brussel te schoppen. Een niet misselijk aantal van 130 optredens - met voorprogramma’s van onder andere Johan, Arid en Dead Man Ray - siert het palmares van de band. En dan kondigt de groep in oktober 2005 zijn muzikale einde aan. In het Zwolse studentencafé Het Vliegende Paard praten we met de Kampense zanger, gitarist en liedjesschrijver Bart Drost. Over zijn nieuwe trots, Swelter. ‘Zie het maar als een doorstart’, legt een aan zijn hete koffie nippende Drost uit. ‘Nieuw, maar eigenlijk ook weer niet. Lampshade is toch wel bekend geworden onder een andere bezetting. En we hadden met name het afgelopen jaar veel bezettingswissels. Om daar een einde aan te markeren dachten we: nieuwe ep, nieuwe bandleden, dus een nieuw begin en een nieuwe bandnaam. ‘We zeiden tegen elkaar: we treden pas naar buiten als het helemaal goed zit. En we hebben ook niet zomaar de eerste de beste drummer en bassist (respectievelijk Willem de Jongh en John Zoet, red.) aangenomen. Daardoor hebben we toch wel een half jaar stilgelegen. Heel krom eigenlijk, want we hadden al een ep opgenomen. Deze was gemixed en gemastered, een kant en klaar product. Maar een drummer en bassist ontbraken. We waren heel blij met die ep, maar aan de andere kant dachten we: shit, we kunnen het niet eens live spelen.’ Met welke muzikanten is de ep opgenomen dan? ‘Toen nog met de bassist van Lampshade, Mischa Boshart en met een sessiedrummer. Dat was een gastmuzikant die de bassist weer kende. In die bezetting hebben we twee keer geoefend en het toen op plaat gezet.’ Momenteel sta je op de planken met nieuwe muzikanten. Verwacht je in de toekomst geen bezettingsproblemen meer? ‘Dat kun je moeilijk voorspellen. Iedereen gaat er voor 100 procent tegenaan. Maar onze nieuwe drummer speelt wel in meerdere bands. Hij heeft een volle agenda, dus is het gewoon heel goed plannen en op tijd je optredens hebben. Anders staat ie al met een andere band op de planken (lacht). Maar daar hebben we het ook uitgebreid over met elkaar. We zorgen ervoor dat er geen frustraties ontstaan en dat de neuzen dezelfde kant op staan.’ Had het starten van nieuwe band ook te maken met ambities die niet geheel uitkwamen? ‘Het ging eigenlijk hartstikke goed met Lampshade, dus dat was het punt niet. In principe gaan we ook verder waar we met die band geëindigd waren. En kijk, of die ep nu onder Lampshade of onder Swelter uitkomt, dat maakt niet uit voor de kwaliteit of het effect. Momenteel zitten we nog midden in het hervormingsproces. De bezetting is compleet en we hebben daarmee al twee try-outs (in De Hete Brij en Kunstcafé Art in Motion beiden in Zwolle, red.) gedaan. Het is wel heel erg wennen aan elkaar. Het is zoeken qua arrangementen en samenspel. Dat moet er weer helemaal inslijten en dat doe je door gewoon veel te spelen.’ Drie demo’s maakte Drost met zijn vorige band Lampshade. Voor Swelter koos hij bewust voor een ep en sloeg hij de demofase over. ‘Het is een kwaliteitsverhaal’, vertelt de zanger. ‘Ik vind voor het eerst dat dit liedjesmateriaal uitgebracht kan worden door een platenmaatschappij. Omdat het gewoon dat niveau heeft. Dat had ik met ons vorig werk nooit. Ik heb er wel altijd een stijgende lijn in ontdekt, maar nooit platenmaatschappijwaardig gevonden. Nu wel. Het geluid, de performance, de liedjes. Het is allemaal van het niveau dat je zegt, het is geen demo meer. Het staat. Dat klinkt misschien heel onbescheiden, maar zo zie ik dat. Je merkt het ook. We worden gedraaid op 3FM en Kink FM. Dat soort dingen zijn een bevestiging van waar we staan.’ Hoewel Swelter dus al twee try-outs achter de kiezen heeft, gaat 25 februari 2006 de boeken in als de dag van het eerste officiële Swelter-optreden. Het viertal presenteert dan zijn tittelloze ep in het Kampense ’t Ukien. Naast deze vijf nummers heeft Drost al weer een flink aantal nieuwe songs aan het live-repertoire toegevoegd. Verschillen de songs van Lampshade erg van die van Swelter? ‘Er is qua liedjes schrijven eigenlijk niets veranderd. We hadden het afgelopen jaar met Lampshade ook al een viermansbezetting. Wat ik wel heb geleerd, toen we nog met drie man speelden, is om compleet te schrijven. Zonder poeha. Daar zijn we nu ook echt van af. Er is natuurlijk wel ruimte voor een solo, maar met drie man moet je het zelf oplossen en geen nutteloze muziek spelen. To the point. En dat doe ik nu nog steeds over het algemeen. Hoewel de liedjes op de ep wel aan de lange kant zijn. Maar ik vind dat daar geen seconde te veel op staat.’ Hoe zou je je nummers het beste kunnen omschrijven? ‘Als heel basic. Ik hou niet van moeilijk doen in muziek. De gewone C-F-G-liedjes zijn vaak de mooiste liedjes. Het wordt mooi gemaakt door de arrangementen en de intensiteit van het spel. En al die bands waar ik naar luister, bijvoorbeeld R.E.M., spelen gewoon nummers met vier of vijf akkoorden, zonder te veel toonsoortveranderingen. Eels worden we ook vaak mee vergeleken. Het is bij ons ook niet zo dat de gitarist met een riff aankomt en dat ik daar vervolgens zang bij verzin. Ik geloof dat dat niet werkt. Ik hou niet van muziek gebaseerd op riffs. Ik vind dat je met akkoorden mooiere nummers maakt dan met riffs (lacht) Maar daar zal niet iedereen het mee eens zijn.’ Waar gaan je teksten doorgaans over? Ik zag bijvoorbeeld dat First Day At School gaat over het gijzelingsdrama 1 september 2004 op een school in de Zuid-Russische stad Beslan. ‘Ja, dat is ons sociaal geëngageerde nummer.’ Lacht, maar dan serieus: ‘Ik gebruik mezelf als referentie. Wat ik zie, wat ik absorbeer van uit mijn omgeving of van mijn eigen gevoel, dat verwerk ik in mijn liedjes. En dat was op dat moment de gijzeling in Beslan. Er gebeurt ontzettend veel shit, want dan is er weer een overstroming. Twee maanden later was dat in Azië. En daar waren veel meer doden. Waarom schrijf je dan over het één wel en het ander niet. Ik weet het niet. Je kunt natuurlijk wel bezig blijven. Maar ik was op dat moment echt geraakt. Ik had de melodie binnen tien minuten en het tekstidee ook. ‘Let Me Sleep is weer heel autobiografisch. Het gaat over tevreden zijn met wat je hebt. Ik heb heel snel de neiging om te denken dat er altijd wel meer is om naar te verlangen. Waarom ben ik niet tevreden met de situatie, zonder alsmaar meer te willen? Je wordt zo nooit gelukkig. Dat moet ik een beetje leren. Het zijn dus allemaal heel persoonlijke onderwerpen. En soms ook heel zwaar. Maar ik hou er van als muziek inhoud heeft. Obladi, oblada, daar zit niemand op te wachten.’ (lacht) Tot slot. Wat zijn jullie plannen de komende tijd? ‘We willen ons het komende half jaar in de picture spelen bij platenmaatschappijen en boekingskantoren. En live groeien. Eigenlijk heb ik nu al genoeg materiaal voor een volwaardige cd. Ik was een half jaar geleden een beetje door mijn liedjes aan het snuffelen en ik vond er al twaalf cd-waardig. En ik denk dat we er over anderhalf jaar als band ook klaar voor zijn. Je moet wel hecht klinken op zo’n cd. En als je een debuutalbum uitbrengt moet er ook niets op aan te merken zijn. Dat kost tijd.’