Oude liefde roest toch

Verslag over het optreden van Magnapop in het Burgerweeshuis

Marijn Ooijman, ,

Oude tijden zouden herleven, met die gedachte liep ik de zaal van het Deventer Burgerweeshuis binnen. Magnapop zou daar garant voor moeten staan. Maar hoe ik ook probeerde om de nostalgie tot leven te wekken, het mocht niet baten. Midden jaren negentig leek Magnapop nog volop ambities hebben, maar Frontvrouw Linda Hopper en gitariste Ruthie Morris hebben diep in hun hart de strijd opgegeven.

Verslag over het optreden van Magnapop in het Burgerweeshuis

Bijna negen jaar duurde het voor het laatste album Mouthfeel van Magnapop de schappen bereikte van de reguliere cd-winkels. Niet eens een slecht album, gewoon Magnapop zoals je het zou verwachten punkpop / indierock met fraaie dubbele zanglijnen uit zuivere dameskeeltjes. De laatste Europese tour 3 jaar geleden was bijna geruisloos aan iedereen voorbij gegaan en nu zou het er dan van moeten komen, de terugkeer van Magnapop. Van een terugkeer bleek al snel geen sprake te zijn want de eerste woorden die Linda door de microfoon lispelde waren: “It maybe our last time here” en als er dan ook nog gestart wordt met het nummer “I don’t care” (van het album “Rubbing doesn’t help” uit 1996) dan is de toon al gezet voor deze avond. Linda oogt verlegen maar heeft stralende ogen deze avond, toch blijft ze de buurvrouw van twee deuren verderop die de afwas nog doet met een houten afwaskwast en waar je te pas en te onpas binnen kan lopen voor de koffie die staat te pruttelen op het warmhoudplaatje. Haar bewegingen zijn nog immer vreemdsoortig maar haar stem blijft vertederend en zuiver. De vernieuwde ritmesectie bestaande uit Scott Rowe (bass) en Brian Fletcher (drums) is ervaren en zeer stabiel zodat het aan de strakheid van de band niets te wensen over laat. Het gitaarwerk van Ruthie Morris klinkt zompig zodat haar frisse loopjes niet komen bovendrijven ,de dames moeten het met hun frivole zanglijntjes goedmaken, maar helaas al te vaak komen deze niet boven het geweld van de instrumentaria uit. Toch betrapte ik mezelf erop dat ik tijdens de klassiekers zoals “Slowly, Slowly en Garden” een vrolijk revival gevoel kreeg. Ik bleek niet de enige te zijn want menig toeschouwer van de krappe 200 man die de zaal bevolkte stond stiekem knikkebollend en soms binnensmonds meezingend een beetje te genieten. Magnapop is niet meer wat het geweest is dat is een ding dat zeker is. Ze zijn aan hun laatste adem toe, maar nergens uit blijkt dat ze aan hun afscheidstour bezig zijn want dan zou je er toch een schepje boven op doen…..toch? Na 60 minuten en 2 toegiften blijft het viertal in de kleedkamer en vindt het mooi geweest. Dat vinden wij eigenlijk ook wel, Magnapop kon niet meer brengen dan wat ze deze avond hebben laten horen en zien. Ik houd de concerten van de jaren negentig in mijn gedachten (Gigant, Melkweg) da’s beter voor mijn gemoedsrust. Oude liefde roest toch.