Elke mogelijkheid om -nu het weer kan- een voorstelling of concert te bezoeken is iets wat we als cultuurliefhebbers graag aanpakken. En dat kan ervoor zorgen dat je op plekken komt waar je nooit eerder bent geweest. Redacteur Luka Schuurman, die gaat over deze rubriek, gaf de tip voor de performance What the boys taught me, een interdisciplinair stuk muziektheater gebaseerd op de gelijknamige Taiwanese roman van Kang-Yung Tsai, naar eigen ervaringen bewerkt door Yung-Tuan Ku. Luka regelde hiervoor zelf echter het licht, dus schrijven kon niet. Daarom ging ik, vrij spontaan, zelf.

Op een druilerige zaterdag begaf ik me naar de MAPA Studios in Haarlem, een plek die ik nog niet kende (shame on me als geboren en getogen Mug), niet ver bij het station vandaan. MAPA staat voor Moving Academy for Performing Arts. Het is een interdisciplinaire leerschool voor bewegingstheater en mime, muziek en dans. Hier wordt het analoge en het digitale met elkaar verbonden, en is het doel dat er een tastbaar stuk ontstaat.

De voorstelling zelf heeft door die interdisciplinariteit meer een theatraal dan muzikaal karakter – maar dit is de nicherubriek, en hier kan en mag eigenlijk alles zolang muziek een rol speelt. Door middel van percussie, projecties, mime en zwart-wit contrasten vormt zich een metaforische, grijpbare voorstelling.

Yung-Tuan Ku is percussionist en theatermaker, afkomstig uit Taiwan en vast onderdeel van het MAPA team. Voor deze voorstelling haalde zij inspiratie uit de Taiwanese roman What The Boys Taught Me van Kang-Yung Tsai. In de roman schreef hij over 51 jongens die hij ontmoette en aanbad. Ku nam de titel over en reflecteert in dit stuk in zes verschillende ‘hoofdstukken’ op haar eigen situaties en ervaringen met de jongens in haar leven. Ze onderzoekt het traditionele rollenpatroon van de maatschappelijke verwachtingen van man en vrouw en draait deze om.

Yung-Tuan Ku & Che-Sheng Wu

De projecties van licht designer Virág Dezső tonen een streng regime, en machinale bewegingen in de vorm van zowel indringende percussies als performers slaan de klok. Achter grote witte schermen zien we het schaduwspel van een trom, zodanig belicht dat het lijkt alsof er constructiewerk gaande is, dat steeds meer chaos en lawaai creëert. De percussies dragen zo flink bij aan de sfeer.

Performer Che-Sheng Wu en Yung-Tuan komen snel schuifelend en tegelijk tikkend op een trom de vloer op, waarbij performer Ide van Heiningen hen dwingt tot bepaalde ritmische accenten, als leidde hij een militair regime. 

Op een gegeven moment staan Wu en Ku recht tegenover elkaar, terwijl ze steeds harder met hun vingers op dezelfde trom tikken. Het lijkt op een passief-agressieve paringsdans. Zo nu en dan strelen ze eerst teder elkaars gezicht, om die vervolgens met een ruw gebaar van zich af te duwen.
Op dwingende wijze trekt Wu Ku’s jurk van haar lichaam af, zij ontbloot hem even later op eenzelfde manier. Dan trekt zij zijn kleding aan en sjort haar jurk over Wu’s lichaam. De rollen zijn bij dezen omgedraaid. Ze tikken nog steeds door.

Vervolgens zien we een scène waarin Wu leert zwemmen, uitgebeeld door het ronddraaien van een tafel. Ku houdt ondertussen een monoloog over hoe haar is leren zwemmen door een man, en hoe ze uiteindelijk verdronk. In een ‘onder water’ projectie blaast Wu zijn adem, en tenslotte zijn bloed, uit.

Het stuk eindigt met een ‘veiling’ van mannen, vergelijkbaar met de vleeskeuring die eenieder op apps als Tinder voltrekt. Er komen vooral stereotypes voorbij die allen 'naar links worden geswipet'. 

De manier waarop de traditionele dominantie van man op vrouw geleidelijk wordt omgedraaid is heel subtiel vormgegeven. De combinatie van het geluid van de percussies en het bewegingstheater maakt het gevoel zodanig tastbaar dat het duideijk genoeg is om het te begrijpen en 'aangenaam' confronterend op een publiek overkomt, dat overigens gedurende het stuk accuraat reageert: bijna niet, want het zit geïntrigeerd te kijken.
Als je je zelf in dergelijke situaties van onderdrukking hebt bevonden en naar dit stuk zou kijken, voel je de empathie - de maker begrijpt hoe dit gevoel is, en brengt het over op een respectvolle manier, waarmee rekening wordt gehouden met traumatische pijn. Het geheel is een esthetische voorstelling met humoristische, herkenbare en gevoelige punten.