Het oude Slachthuisterrein in Haarlem heeft jarenlang plaats geboden aan muzikanten die op zoek zijn naar oefenruimtes. Sinds 2016 staan de deuren van het oefenlokaal Slachthuis al open voor allerlei creatievelingen. Toch staan grote delen van het terrein nog altijd leeg en dat terwijl in Haarlem zo hard geroepen wordt om meer serieuze en laagdrempelige oefenruimtes. Daar komt binnenkort verandering in. Onder aanvoering van Jeroen Blijleve liggen de plannen nu op tafel om het grote, lege pand om te bouwen tot een nieuw Popcentrum. Om het nieuwe centrum alvast in de spotlights te zetten organiseren de jongens van het Slachthuis binnenkort het evenement ‘Midzomerslacht’. Hoog tijd dus om eens met de heren in gesprek te gaan.

Lobby voor oefenruimte: een jarenlange strijd

Bij binnenkomst is er nog een druk overleg bezig over de stand van zaken in het Slachthuis. Jeroen is er zelf nog niet, maar ook hij komt al snel aanlopen en we raken meteen in gesprek over de geschiedenis van het terrein.

Jeroen: “Hier zat natuurlijk al een oefenruimte. Toen die sloot, begonnen de petities en kwam er een hele lobby vanuit muzikanten opdat er een nieuwe oefenruimte zou komen, maar dat is inmiddels, denk ik, tien jaar geleden. Maar de wens vanuit Haarlem, vanuit de muzikanten om echt een goede oefenruimte in Haarlem te krijgen, dat speelt eigenlijk al sinds de jaren tachtig. Wat we tot nu toe hebben gehad is altijd in een gedoogsituatie geweest, of het was een ondernemer die het als hobby ging doen. Die konden het dan best lang volhouden – Decibel heeft hier bijvoorbeeld 17 jaar gezeten – maar ook zij hadden altijd problemen met de eigenaar, of met van alles en nog wat. De gemeente heeft eigenlijk nooit de verantwoordelijkheid genomen in het bouwen van een oefenruimte en dat is nu voor het eerst wel zo; dat de gemeente ook echt het belang ervan inziet en ook verantwoordelijkheid neemt voor het behoud ervan. Deze onderneming heeft wel gewoon een duurzame toekomst.”

Popcentrum als ontmoetingsplek

Wat gaat er dan nu precies met het terrein gebeuren?

Jeroen: “Er ligt een voorlopig ontwerp dus het kan nog wijzigen. Maar de basis bestaat uit acht oefenruimtes, variërend van ongeveer 30 tot 40 vierkante meter, dus dat zijn behoorlijke ruimtes. Dan willen we ook een aantal ruimtes inrichten waar producers kunnen werken, dus voor elektronische muziek. En we willen een studiofunctie en zes leslokalen, waarvan de grootste zo’n 65 vierkante meter wordt. Deze is dus ook echt ingericht voor grote koren of grote ensembles die daar kunnen werken. In het centrale deel komt dan een horeca-gedeelte en dat moet echt de ontmoetingsruimte worden voor de gebruikers.”

Naarmate het gesprek met Jeroen en de jongens vordert wordt het steeds duidelijker dat de ontmoetingsruimte erg belangrijk is. De essentie van het nieuwe centrum is het mogelijk maken van een centraal netwerk voor iedereen die iets met muziek te maken heeft.

Jeroen: “Het mooie van het idee – het basisidee – is dat je hier van jongs af aan les kan volgen en dat daar ondertussen ook semiprofessionele bands en producers werken. Zo komen zij elkaar allemaal tegen en daar is die ontmoetingsruimte dus heel belangrijk voor. We willen die wisselwerking krijgen en nieuwe samenwerkingsverbanden stimuleren. Dus dat soort broedplaatsideeën zijn heel belangrijk en dat hebben we ook nooit echt goed gehad in Haarlem. Zeker niet in combinatie met lessen. Als jij als bandje nog bijgespijkerd wil worden of je denkt, ik moet toch nog zangles, dan gaat dat veel makkelijker zo.”

Midzomerslacht

Ook het aankomende evenement Midzomerslacht staat in het teken van het creëren van een netwerk van samenwerkende muzikanten, zo laten de heren weten.

Dennis:  “Aansluitend op de ontmoetingsruimte hebben we ook wat kleinere evenementjes, zoals binnenkort dus Midzomerslacht, wat eigenlijk heel laagdrempelig is. We gooien twee ruimtes open om te kunnen jammen, we zorgen voor wat te eten, we trekken een pilsje open… Want je blijft heel makkelijk in je eigen niche zitten, in je eigen cirkeltje van muzikanten die je al kent, die in dezelfde kroegen spelen en komen, terwijl zelfs een stad die zo klein is als Haarlem onwijs veel muzikaal aanbod heeft.”
“Het is ook niet de eerste keer dat we een dergelijk evenementje organiseren. Het is wel het eerste evenement waarin we gericht ook een soort programma willen neerzetten waar we alvast een paar dingen uit kunnen leggen over wat er gebeuren gaat. We willen een oude slager, die nog in het slachthuis heeft gewerkt als slager, een rondleiding laten geven. Zo laten we zien hoe het echt was als slachthuis. En zo zetten we toch alvast een eerste stapje van hoe het pand er nu uitziet, naar hoe het pand er over een tijdje uit gaat zien. Het geeft er een stukje context aan. Naast dat het een nieuw Popcentrum wordt, is het natuurlijk ook een oud monumentaal pand. Het heeft een onwijze geschiedenis en het is ook wel een beetje een eer dat wij daar iets mee mogen doen."

Uitgroeien naar meer

Om een zo bruisend mogelijk Popcentrum op te bouwen is het dan ook de bedoeling dat er zo veel mogelijk verschillende genres en diverse muzikanten naar het centrum toe komen.

Bart: “Het wordt ook steeds diverser qua genres. Waar er het in het begin vooral rock en pop gerichte bandjes waren, zitten er nu ook latinbandjes tussen. Zo is er nu een of andere latin-jazz-fusion band, die hier sinds vorige maand vaste huurder is geworden. Het is gewoon vet om dat te hebben naast een blackmetal band op één avond. Het klinkt heel vreemd, maar het werkt gewoon inspirerend en motiverend. Het zou heel vet zijn als het op een gegeven moment uitgroeit naar veel meer."

“Ja, ik denk dat dat heel belangrijk is”, valt Jeroen bij. “Wat je natuurlijk heel veel ziet, is iemand die in zijn eentje op zijn zolderkamertje met een computertje bezig is en misschien hele vette muziek aan het maken is, maar niet nadenkt over podiumpresentatie of het gewend is om individualistisch te werken. Als je die mensen kan verleiden om in zo’n centrum te komen zitten, en zij zo ineens allemaal andere muzikanten zien lopen, denken ze hopelijk, hé, daar kan ik ook mee samenwerken. En ik vind het heel belangrijk dat de hiphop- en urbanscenes erbij komen. Dus daar moeten we ons ook echt op gaan focussen, op elektronische muziek. En dat kan meer. Nu zijn de ruimtes daar ook misschien niet helemaal geschikt voor, maar straks…”

Het centrum zal vermoedelijk in het eerste kwartaal van 2021 af zijn. Al met al belooft het nieuwe Popcentrum in het oude Slachthuis een bron van nieuwe samenwerkingsverbanden en vette nieuwe bands en artiesten te worden. Of zoals de jongens zelf zeiden: “Het wordt een soort bijenkorf van muziek.”