Barbara, Lucky Fonz III en Curtis Eller

Er waren eens twee singer/songwriters en een jodelende banjospeler…

Tekst: Tessa van den Brink Foto's: Sander Zwikker, ,

In De Bakkerij in Castricum leek aan het einde van het weekend aan het begin van de avond wel heel erg rustig en stil te worden. Uiteindelijk werd het toch nog best bijzonder mooi, gezellig en amusant. Dit alles was te danken aan de optredens van Barbara, Lucky Fonz III en Curtis Eller.

Er waren eens twee singer/songwriters en een jodelende banjospeler…

Het is zondag 5 november. Velen hebben een zwaar weekend achter de rug en gaan op deze zondagavond dus maar vroeg naar bed. Dat is ook de reden dat het relatief rustig is in het Castricumse poppodium. Enkele tientallen liefhebbers en onvermoeibare Bakkerijbezoekers zijn echter toch van de partij. En dat, zo blijkt al snel, is verstandig; de avond blijkt een zeer geslaagde te zijn. Op het programma staan Barbara, Lucky Fonz III en Curtis Eller. Als Barbara begint te spelen is er nog niet zo heel veel publiek, afgezien van wat mensen die achterin staan. Na een paar liedjes gespeeld te hebben nodigt Barbara haar publiek uit om wat meer naar voren te komen. Er worden wat barkrukken naar voren gehaald dat maakt de sfeer meteen een stuk knusser. Barbara speelt lieve liedjes met een mooie jazzsound en een warme stem. Even later kondigt ze aan dat ze een iets sneller en harder liedje gaat spelen. Dit nummer zorgt voor wat aangename afwisseling tussen alle rustige nummers. Haar stem klinkt vooral in dit liedje bijzonder goed, al klinkt het geheel af en toe wel iets gehaast. Kort na het optreden van Barbara betreedt singer/songwriter Lucky Fonz III het podium. Hij heeft naar eigen zeggen last van zijn keel en vraagt de mensen in de zaal of ze willen bidden voor zijn stem, maar als hij begint te zingen lijkt dat toch niet echt nodig. Met een stem en een sound die af en toe aan Bright Eyes doen denken, zingt Lucky Fonz III liedjes van zijn debuutalbum, afgewisseld met nieuwe nummers van zijn tweede album, dat in januari uitkomt. Het nummer ‘Romance’ wordt door Lucky Fonz aangekondigd als zijn grote Myspace-hit, die, zo vertelt hij, miljoenen keren geluisterd is door miljarden mensen over de hele wereld. Zijn publiek lacht en luistert aandachtig. Een toegift wil Lucky in eerste instantie niet geven, en grapt daarbij dat hij bang is dat Curtis Eller hem dan gaat slaan, maar na aandringen van het publiek speelt hij toch nog een liedje. Dan de beurt aan Curtis Eller. Het is inmiddels drukker geworden in de zaal en de blikken worden vol verwachting op de jodelende, besnorde banjospeler uit New York geworpen. Zodra hij begint te spelen, zit de sfeer er goed in. Krukken en tafels worden richting het podium gesleept en mensen zitten zelfs op hun knieën of in kleermakerszit vóór het podium als kinderen die hun grootste televisieheld in levenden lijve mogen aanschouwen. Curtis Eller is éérst een entertainer, en op de tweede plaats pas muzikant. Hij staat op een barkruk een nummer te spelen, of zittend voor het podium met een plastic fluitje in zijn mond. Met zijn vreemde stunts, gekke bekken en grapjes tussendoor creëert hij een hilarische show en maakt hij zijn publiek helemaal gek. Als hij de mensen vraagt mee te jodelen, schreeuwt iedereen uit volle borst mee en zelfs duiven nadoen is voor niemand te gek. Helaas moet hij uiteindelijk stoppen omdat hij de trein nog moet halen, maar aan de bezoekers te merken had hij nog een paar uur door kunnen gaan. Zoals een van de aanwezigen achteraf zegt: “Hij maakt geen muziek, hij maakt sfeer.”