Wie dacht dat elektronische muziek alleen voor de jongere garde is, werd donderdagavond in de Muziekgieterij overtuigend gecorrigeerd. Zion Train en The Orb bewijzen dat ervaring zwaarder kan wegen dan een temposync-knop. Ze nemen het publiek mee op een elektronische tijdreis van Jamaicaanse dub tot ambient house en verder.

Midnight Muziekgieterij zet sterk affiche neer

Complimenten aan de programmeurs van Midnight Muziekgieterij: met The Orb en Zion Train wist de organisatie twee pioniers van de elektronische muziek naar Maastricht te halen. De kleine zaal is niet uitverkocht maar wel goed gevuld. Het publiek bestaat grotendeels uit doorgewinterde liefhebbers, velen van buiten de regio, met hier en daar zelfs iemand met een Brits accent. De jongere elektronische-muziekliefhebbers hebben dus wat gemist. Voor de jongeren die hun lessen wil inhalen: volgende week staat er wederom een knap elektronisch affiche van Midnight Muziekgieterij op de planning. Namelijk, het Berlijnse DJ-duo Modeselektor.

Zion Train brengt Jamaicaanse dub cultuur naar Mestreech

Zion Train mag als “co-headliner” de avond openen, en is dus terecht de titel “voorprogramma” onstegen. De Britse formatie heeft decennia aan ervaring binnen de dubscene en weet hoe je een zaal kantelt. Eén man achter de knoppen stuurt het geheel aan, terwijl zangeres Cara-Jane Murphy met lange dreads het publiek aanspoort om te bewegen. Haar vocalen en energie doen iets onder voor het originele lid Molara, maar de sound zelf staat als een huis. De repetitieve kicks zetten de zaal langzaam in een trance. Een muur van galm, delay en basgolven vult de ruimte, aangevuld met typische reggae-akkoorden en echoënde percussie. De blazers die de band normaal heeft zijn helaas thuisgebleven, maar met dit geluid uit de speakers wordt dat gemis voor een deel verdoofd. De bas is zo goed te voelen dat die wellicht een van de ouderen in de zaal zou kunnen reanimeren. Het voelt alsof de Jamaicaanse sound system-cultuur even in “us sjoen Mestreech” is geland.

Zion Train

Zion Train

The Orb laat de muziek compenseren voor de visuele AI drek

Na een pauze van dik een halfuur betreedt The Orb het podium. Het beeldscherm werkt niet bij de start van het eerste nummer ‘Spontaneously Combust’ van hun nieuwste album Buddhist Hipsters. Alex Paterson kan er gelukkig om lachen. Later, wanneer de visuals het wél doen, blijkt dat misschien niet eens een verbetering te zijn: de symmetrische steden, Egyptische goden en geometrische figuren met van die constant-veranderende details zijn zo typisch AI dat ze eerder misselijkmakend dan meeslepend zijn.

Gelukkig maakt de muziek alles goed. De 66-jarige frontman Alex Paterson, al sinds 1988 het enige constante lid van The Orb, staat met een leesbril op zijn hoofd, en heeft daar bovenop nog zijn pet schuin (NMP). Hij ziet eruit als een schattige grootvader die de knoppen beter kent dan zijn kleinkinderen hun smartphones. Naast hem staat Michael Rendall, sinds 2018 de andere helft van de band. De twee communiceren nauwelijks met woorden, maar wel met gebaren. Op een gegeven moment maakt Paterson een schietgebaar richting Rendall, die in de lucht terugvuurt, een gebaar dat in de dub- en junglescene geldt als het ultieme compliment.

The Orb

The Orb

‘Buddhist Hipsters’

Veel nummers komen van het nieuwste album Buddhist Hipsters. Alleen al die titel verraadt de leeftijd van Alex Paterson: niemand onder de dertig gebruikt het woord hipster nog serieus. Toch klinkt The Orb allesbehalve verouderd. De nieuwe liedjes mengen soepel met hun klassiekers en bewijzen dat Paterson nog altijd vooruitdenkt. In veel liedjes vind je de klassieke Orb onderdelen wel terug: dromerige stukjes gepraat die je niet verstaat, wijde soundscapes en klassieke synthgeluiden zoals reese en acid 303. Het publiek reageert direct wanneer de anekdote over de wolken in Arizona uit de intro van hun grootste hit ‘Little Fluffy Clouds’ start, voor velen pure nostalgie die de zaal even collectief doet glimlachen.

The Orb brengt een set die moeiteloos schakelt tussen chill-out, ambient house, acid house, dub, big beat, jungle, trance, techno en zelfs hiphop. De bpm veranderingen vliegen alle kanten op, soms vloeiend, en soms wat abrupter. Waar moderne dj’s niet zonder de sync-knop lijken te kunnen, toont The Orb dat perfecte overgangen ook los van tempo-matching kunnen. Het haten van de sync-knop in DJ sets is natuurlijk puristisch, snobistisch en voor échte hipsters, maar het is toch verfrissend om weer eens te horen dat het ook anders kan. Met filters, echo’s en galm laat het duo nummers in elkaar overlopen tot één continue golf van geluid. Soms vervaagt het ritme volledig in een wolk van delay, om vervolgens weer op te duiken in een nieuw tempo.

Wanneer The Orb het podium verlaat, blijft het publiek nog zeker tien minuten juichen en fluiten in de hoop op een toegift. Wie toevallig dichtbij de lichtman stond kon hem horen zeggen dat The Orb niet terug ging komen, ook al was dat nogal moeilijk te verstaan door zijn oer-Britse accent en het joelende publiek. Die toegift bleef dus uit, maar het enthousiasme van het publiek spreekt voor zich.