Oak, Ash & Thorn mag aftrappen. De band begint dicht bij elkaar, met de rug naar het publiek, terwijl de intro klinkt als een duister sprookje. De kleine zaal is nog vrij leeg, maar de band laat zich daar niet door uit het veld slaan. Frontman Adam Armstrong rent vol energie het podium op wanneer ‘Dying Culture’ wordt ingezet. Deze band laat zich lastig in een hokje stoppen: ze mengen elementen van bands als Immortal en In Flames met af en toe een vleug folk.
Armstrongs theatrale voorkomen trekt meteen de aandacht. Hij schakelt soepel tussen grunts en cleane zang, al gaat het soms nét mis, mogelijk door gedoe met zijn in-ears. Bij ‘Headless’ ondersteunt hij de tekst letterlijk door zijn hoofd hard opzij te trekken en expressieve handgebaren te maken. Ook drumster Cierra White, de enige vrouw vandaag op het podium, valt op: strak, krachtig en de ruggengraat van de set.
Maar de echte show wordt gestolen door drie opvallend jonge bezoekers op de eerste rij. Ze headbangen fanatiek mee en krijgen beetje bij beetje de rest van het publiek mee. Bij ‘Auras’ gaan de eerste vuisten voorzichtig de lucht in. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat de band misschien iets te veel stijlen in één set probeert te stoppen; de rode draad raakt soms kwijt. Dat valt vooral op bij afsluiter ‘Drink to Your Dead’, een bijna cliché folkmetalnummer dat zo van Alestorm had kunnen zijn. Oak, Ash & Thorn zet een degelijke, maar niet uitzonderlijke show neer.