Pol opent met het fijne ‘Celebration’ en hup, we zijn meteen terug in de jaren tachtig. Hierna volgen nummers als ‘Masks’, ‘The Chameleon’ en een cover van de Britse band Japan: ‘Adolescent Sex’ uit 1978. (Tip: wil je het origineel googlen, typ dan niet alleen bandnaam en songtitel in de zoekbalk. Of wees voorbereid op een scherpe waarschuwing voor illegale content en een indringende oproep om vooral hulp te zoeken.) De eerste helft van de set is zonder meer goed, muzikaal sterk, met her en der aardige gitaarsolo’s en interessante basloopjes, zoals in ‘Sentimental Figures’. Maar het wordt nog nergens écht spannend. Het blijft rechttoe rechtaan oude new wave, met als enige vernieuwende factor de voorgeprogrammeerde backing track.
Dat de boys wel degelijk in staat zijn om new wave de eenentwintigste eeuw in te trekken, blijkt vooral uit de tweede helft van de show. Tijdens ‘Modern Strange Love’, ‘Malpaso Man’ (een cover van hun grootste inspiratiebron, de band Visage) en ‘Boys Are’ (een aanklacht tegen toxic masculinity) lijkt er ontspanning te komen, en daarmee ruimte voor meer experimentele improvisatie. Waar studio-opnames van hun muziek soms wat braaf en netjes blijven, brengen ze de nummers live waarlijk tot leven. De synths zijn creatiever dan op de plaat, er wordt wat gegeind op het podium en het plezier werkt aanstekelijk. Dat is genieten met een grote G.