Helaas doet een vrij lege parkeerplaats bij aankomst vermoeden dat het vanavond niet druk gaat worden. Dat vermoeden wordt ook bevestigd, want als we bij binnenkomst naar de kleine theaterzaal worden geloodst zijn er maar ongeveer 50 mensen aanwezig. Roos grapt nog tussen de nummers door dat ze niet wist dat er maar zo weinig mensen in deze gemeente woonden, misschien toch licht teleurgesteld over de tegenvallende kaartverkoop. Dat beïnvloedt geenszins het optreden vanavond. In comfortabele rode theaterstoelen gezeteld zijn we getuige van een heel mooi concert dat de hoge verwachtingen van het album alleszins overtreft. Live klinken de nummers nog beter en komen de gelaagde en poëtische teksten van Roos nog beter tot hun recht. Daarbij dient zeker gezegd te worden dat het geluid vanavond perfect staat afgesteld en het publiek tijdens de nummers respectvol stil is. Voordat de mensen na afloop van een nummer beginnen te applaudisseren kun je bijna een speld op het podium horen vallen.
De zang van Roos klinkt loepzuiver en ze schakelt makkelijk (althans, zo lijkt het) een paar octaven hoger, zoals in het nummer ‘Sirene’. Haar zang is de ene keer ingetogen, een andere keer weer heel intens. Roos is authentiek, in hoe ze praat, wat ze zegt, in hoe ze zich beweegt over het podium. Dat maakt haar tamelijk uniek. Je houdt van haar liedjes of niet. Maar wie goed luistert naar haar teksten weet dat haar woorden er echt toe doen. Roos is niet meer het meisje met het rode piekhaar van weleer. Nee, vanavond staat hier een volwassen vrouw die de klappen van de zweep inmiddels verstaat en op ‘Rodeo’ met briljante beeldspraak zingt over de tegenslagen in het leven: “zie me liggen in het natte stro / dit is niet mijn eerste rodeo’. Op gepaste wijze verdwijnt ze halverwege het nummer achter de opzwellende strijkers waardoor het orkest in volle kracht kan excelleren en wij in een soort van extase geraken. Het zal niet de laatste keer zijn deze avond dat SunSunSunOrchestra ons in vervoering brengt. Alle leden van het ensemble krijgen hun verdiende aandacht. De ene keer is het de cello en een andere keer weer de altviool die bij ons de juiste snaar weet te raken. Samen met de andere strijkers zorgen ze voor een sfeerrijk klankenpallet en brengen ze het beste in elkaar naar boven. Dit alles bij elkaar gehouden door bandleider Tim Vandenbergh die al plukkend of strijkend op de snaren van zijn contrabas het fundament vormt van het orkest. Zelfs zijn gitaarkoffer gebruikt hij om het ritme te bepalen (met schoenen uit, al tikkend met zijn voeten).