De avond wordt geopend door Kathryn Joseph, eveneens afkomstig uit Schotland (Inverness) en haar debuutalbum won in 2015 de Schotse album van het jaar award. Haar indiefolk is wellicht een smaak apart voor de pure liefhebber: sommigen zullen bij haar muziek het liefst in een hoekje gaan zitten huilen en dan niet vanwege de schoonheid van de songs, maar vanwege de depressieve toon. Zij treedt alleen op, zittend aan haar keyboard, dat puur als piano fungeert. Haar stem is zeker niet slecht: een soort mix van Beth Hart en Björk, al heeft ze de neiging om ietwat stotterend te zingen. Haar muziek houdt onze aandacht helaas niet vast, hoewel ze zelf het grootste plezier heeft. Haar humorvolle intermezzo’s tussen de nummers door, waarbij menig scheldwoord gebezigd wordt, vallen op. Het wordt ook steeds rumoeriger in de zaal bij haar songs, het is duidelijk dat iedereen uitkijkt naar de hoofdact van vanavond.
Aan het einde van de videoclip voor ‘Lion Rumpus’, de eerste single van het nieuwe album ‘The Bad Fire’ van Mogwai, komt de vraag voorbij "How do you explain Mogwai to people?". Inderdaad, dat is geen gemakkelijke taak. Deelantwoorden die in die clip voorbijkomen: ze komen uit Glasgow, ze bestaan al sinds de 90’s, ze zijn een rock-rock-rockband en er wordt nog even gehint naar het feit dat de bandnaam uit de film ‘Gremlins’ komt!
Kathryn Joseph
Kathryn Joseph
Kathryn Joseph
Mogwai
Mogwai bestaat uit gitarist Stuart Braithwaite, Barry Burns (gitaar en keyboards), Dominic Aitchison (basgitaar) en Martin Bulloch (drums). De eerste twee verzorgen ook de spaarzame vocalen, want circa 95% van de muziek van Mogwai is puur instrumentaal en als er gezongen wordt is de stem vaak een extra instrument, dat met een stemvervormer bewerkt is. Live speelt ook nog Alex Mackay mee, zowel op gitaar als keyboard.Tijdens de huidige tour heeft de band een constant wisselende setlist, met als basis een zestal songs van het laatste album. Daaromheen worden iedere avond echter steeds andere songs gespeeld. Zo worden we vanavond in een uitverkochte Muziekgieterij getrakteerd op acht liedjes van acht verschillende albums van 1997 tot 2021.
De muziekstijl van Mogwai wordt vaak omschreven als postrock, maar de band zelf vindt die beschrijving te beperkend. Het varieert dan ook enorm, de opener ‘God Gets You Back’ begint ingetogen op keyboard om naar een climax toe te werken. Vervolgens horen we bij ‘Hi Chaos’ voor het eerst de gitaarmuur die Mogwai kan vormen, zeker ook met de sterke drums van Martin Bulloch. Met ‘Take Me Somewhere Nice’ uit 2001, een nummer dat lijkt weggelopen te zijn uit een David Lynch-soundtrack, laat Mogwai zich dan weer van zijn serene kant zien.
Mogwai
Mogwai
Alternatieve hit ‘Ritchie Sacramento’ komt ook al vroeg langs en daarna spelen ze ‘Hammer Room’, een lied dat lijkt op de intro van een spannende science-fiction serie. Bij ‘I’m Jim Morrison, I’m Dead’ horen we eigenlijk pas voor het eerst kenmerkende postrock. Zoals gezegd: afwisseling genoeg! Deze variatie zit soms zelfs binnen de nummers, zoals bij ‘If You Find This World Bad, You Should See Some of the Others’ en ‘New Paths to Helicon, Pt. 1'. Bij deze muziek denk je vaak in beelden: soms is het alsof er een hele cycle of life in zo’n nummer zit: rustige opbouw, climax en weer terug naar de rust. Mogwai zelf gebruikt geen beelden op de achtergrond. Wel is er een lichtshow, maar de bandleden staan vaak in de schaduw. Om je heen zie je ook geen joelende, klappende menigte, maar een publiek dat soms met het hoofd mee knikt, maar vooral met ontzag kijkt en luistert naar het gebodene.
Het laatste deel van de set is iets steviger. ‘Fanzine Made of Flesh’ is de meest ‘normale’ rocksong van de set, maar dan wel gezongen met een heel stevige stemvervorming. Het eerdergenoemde ‘Lion Rumpus’ maakt live nog meer indruk en daaromheen worden nog twee Mogwai-classics gespeeld. Na een uur en een kwartier is de reguliere set afgelopen. Interactie met het publiek is er, op enkele “thank you’s” van Braithwaite na, eigenlijk niet of nauwelijks.
Ze komen wel nog terug voor een toegift: het bezwerende ‘Heard About You Last Night’, dat vrij basic is, maar als afsluiter pakken ze uit met ‘My Father, My King’. Een nummer van twintig minuten dat nooit op een album stond. Het begint met een sound die erop lijkt alsof je in een shisha lounge aan een waterpijp lurkt, maar natuurlijk werken we weer toe naar die enorme wall of sound climax, nog één keer wordt alles uit de kast gehaald. Resumerend was het een heel fijne avond met een bijzondere band, waarbij het eigenlijk verbaast, nee, blij verrast, dat dit soort muzikanten nog altijd gewaardeerd wordt met uitverkochte zalen.
Mogwai
Mogwai
Mogwai