Mitch begon zijn carrière niet in een studio, maar als vijfjarige die thuis shows gaf voor zijn familie en melodieën neuriede. Inmiddels speelt hij piano, gitaar, ukelele en basgitaar. Het grootste deel van ‘Bittersweet Frictions’ nam hij op met GarageBand en BandLab. “Ik heb gewoon heel goed proberen te mixen. Het is een soort DIY-ding, maar dan zo professioneel mogelijk,” vertelt hij. Sommige tracks programmeerde hij volledig zelf: drums, baslijnen, elektronische lagen. Andere nummers hield hij juist zo klein mogelijk met alleen een akoestische gitaar of ukelele. De slaapkamer als studio werd een plek waar hij kon experimenteren zonder dat iemand meekeek. “Als ik ooit wat groter ben, hoop ik dat ik alles zelf kan inspelen. Maar nu werkt dit ook wel mooi.” Live heeft hij nog niet gespeeld, maar hij denkt er veel over na. “Ik wil weten wie ik ben op een podium. Misschien krijgt mijn muziek dan wel een heel andere vorm.”
Dat Mitch jong is, merk je niet aan zijn werktempo: twee EP’s (‘Closure’ en ‘Infatuation’) voordat hij zestien was, en nu een volledig album. Maar in zijn teksten hoor je vooral iemand die in korte tijd veel heeft meegemaakt. Op de vrije school waar hij de Havo-opleiding doet werd zijn muziek soms belachelijk gemaakt. In de kleedkamer draaiden klasgenoten zijn nummers expres om hem uit te lachen. Over de gang riepen mensen dingen. Een TikTok-video over hem ging rond. Toch brak hij niet. “Ik sta best wel sterk in mijn schoenen,” zegt hij. “Het gaf mij juist kracht om door te gaan.” Het kantelpunt kwam toen hij tijdens een kunstpresentatie op school voor 500 man zijn gitaar pakte en het nummer ‘Venus’ van WIES speelde. Vooraf zei hij: “Ik wil mijn leven niet meer leiden in angst van wat andere mensen van me vinden.” Vanaf dat moment werd het stil in de schoolgangen — in positieve zin. Die mentale reis vormt de ruggengraat van zijn muziek. “Ik hoop dat mensen beseffen dat het leven veel leuker is als je je geen zorgen maakt over wat anderen zeggen.”