De route naar de chaos begint bij Dookie, die de avond mag openen in zijn hometown. Aanvankelijk houdt het publiek nog wat afstand, maar nadat Dookie het twee keer vriendelijk heeft gevraagd, schuift de zaal massaal naar voren. En terecht: bijna nonchalant stapelt de Heerlenaar zijn teksten op rauwe beats, met een vanzelfsprekendheid die verraadt dat hij al jaren meedraait. Mooi moment wanneer hij een jong talent, Gideon, het podium op trekt en ruimte geeft voor een eigen nummer. Zo wordt duidelijk: Dookie heeft oog voor nieuw talent, maar verdient zelf minstens even hard een plek in de spotlights. Dat er voor een lokaal voorprogramma is gekozen, voelt dan ook meer dan logisch – Limburg barst van het hiphoptalent.
Iets voor half elf gaan de lampen in de Nieuwe Nor aan. Eén blik op de vloer zegt genoeg: tientallen omgevallen biertjes, wat half opgerookte joints, tegen het podium een verdwaald telefoonhoesje. Ja, het ging er vanavond stevig aan toe bij de best-of show van Sticks, ’s lands beste rapper.
Dookie
Dookie
Dookie
Sticks
Na een kort dj-intermezzo staat Kubus ineens achter de knoppen. Even later wandelt Sticks haast onopgemerkt het podium op, alsof hij gewoon nog even een biertje gaat halen. Openen doet hij met ‘Gemaakt Om Te Winnen’, een nieuwe track. Ja hoor, er komt dus wéér nieuwe muziek aan, nadat hij de afgelopen drie jaar al doodleuk drie albums dropte. Om het meteen maar even te zeggen: wat deze man doet, is ongekend. Sticks blijft relevant, scherp en hongerig. Hij schudt sterke songs uit zijn mouw alsof hij ze tijdens het ontbijt schrijft. Een van die sterke songs is 'Zonneschijn', van zijn laatste, gelijknamige, album. Vooraan wordt die track meegerapt alsof 'ie tien weken op één in de top 40 heeft gestaan. En dat terwijl Sticks in feite nooit échte hits heeft gehad.
Toch wordt hij in Heerlen onthaald als een soort familielid. Of halfgod, als je dat liever hebt. Op het balkon zwaaien mensen naar hem alsof ze elke dinsdagavond bij hem op de koffie gaan, en vooraan vertrouwt iemand hem toe dat ze haar kat naar hem heeft vernoemd. Dat is het soort status waar je geen hits voor nodig hebt. Vanavond doet hij het zonder zijn maten, al doen nummers uit het Opgezwolle-tijdperk de zaal ook zonder gastbijdragen moeiteloos omslaan in een slagveld waar menige hooligangroep jaloers op zou zijn. Neem ‘Gekkenhuis’ – over een maandje twintig jaar oud! Die gortdroge, minimalistische beat slaat nog altijd keihard in en klapt het kippenvel op je armen, terwijl je buurman uit enthousiasme een vers getapt biertje in je nek deponeert. De chaos is begonnen.
Sticks
Sticks
Er is echter ook tijd voor stilte en bezinning, al vindt een klein groepje dat blijkbaar nogal ongemakkelijk: een spoken word bijdrage van 'Bang' wordt licht verstoord door schijtlolligheid uit het publiek. Zonde, want Sticks vraagt vandaag echt niet teveel van het publiek. Enfin, het drukt de pret niet, en als er een ogenblik later het nieuwe, dansbare 'Trip Niet' wordt gebracht verandert de zaal weer in een springende massa. Zo laveert Sticks moeiteloos tussen nieuw en oud werk, dat naadloos in elkaar overloopt. 31 nummers lang, dik anderhalf uur. Je vraagt je misschien af: wat heeft hij allemaal nodig om het publiek zo lang bij de les te houden? Het antwoord: naast zijn vaste producer Kubus en een minimalistische, maar krankzinnig goede lichtshow… eigenlijk helemaal niks. En dat vat de avond goed samen: Sticks heeft geen poespas nodig. De band tussen hem en zijn fans is echt én hecht.
Aan het einde van de set, tijdens ‘Spaanse Vlieg’, zit Sticks op de rand van het podium en schuift het publiek naar hem toe alsof hij de Nick Cave van de rapwereld is. Als hij vraagt je linkerhand op te steken, doe je dat. Als hij vertelt dat Jawat ziek is en er vanavond niet bij kan zijn, biedt een teleurgestelde fan meteen z’n excuses aan omdat hij Sticks ervan betichtte te liegen. Het zijn dit soort momenten die een Sticks-show zo uniek maken: intiem, rauw en volledig oprecht. Volgend jaar graag weer in de Nieuwe Nor, hopelijk met een nieuw album op zak. Wij tekenen ervoor.
Sticks
Sticks
Sticks