De oude rotten tonen meer energie dan verwacht

'The Gracious Few' en 'The Resistance Plot' in De Bosuil

Twan Bakker ,

Superbands schieten als paddestoelen uit de grond; Chickenfoot, Them Crooked Vultures en zo ook The Gracious Few. Met oud-leden van Live en Candlebox lijkt het een vreemde combinatie, maar het werkt verbazend goed.

'The Gracious Few' en 'The Resistance Plot' in De Bosuil

Candlebox en Live lijken op het eerste gezicht niet een combinatieband te kunnen worden. Maar toch hebben de Candlebox-zanger en gitarist zich samengepakt met Live-drummer, gitarist en bassist. Het resultaat: 'The Gracious Few’. Nederland wordt zelfs door zanger Kevin Martin bestempeld als de reden om deze band te vormen. De Bosuil is nieuwsgierig hoe de oude rotten zich bewijzen.
 
Als opening speelt het Weertse ‘The Resistance Plot’. De band mag zelfs Bospop 2011 openen, maar het openen voor The Gracious Few is natuurlijk niet minder spannend. Met gemak accepteert het publiek de lokale helden en hun indie-rock. De band komt echter over alsof ze nog niet klaar zijn voor deze plek. Het gevoel blijft bij me hangen dat ik naar een voorronde van Nu of Nooit aan het kijken ben. Het geheel is enigszins rommelig en ongemakkelijk. De nummers zijn net niet strak genoeg gespeeld en de instrumentbeheersing laat ook nog wat te wensen over; de bas klettert, overdrive is te hard en is rommelig gespeeld.

Ik ben zwaar voorstander van het niet geven van een microfoon aan drummers. Daar komt nooit iets goeds uit en zo ook vanavond niet. Misschien als hij in de refreinen een tweede stem had opgevuld dat ik de rest vergeven zou hebben. Het sterkste punt van de band is de stem en klank van Sander. In het begin klinkt het nog te zwak, maar vooral in het laatste nummer van de set klinkt zijn stem overtuigend en krachtig en doet het zelfs in de verte aan Silverchair denken.
 
Vanaf het eerste nummer van de show van 'The Gracious Few' komt het enthousiasme en energie volledig congruent over. Zanger Kevin heeft zoveel kracht in zijn stem dat ik bang ben dat zijn stem het niet de hele set vol zal houden. Maar hij weet zijn energie volkomen goed gedoseerd te hebben, want zelfs bij de toegiften is hij goed bij stem en stuitert hij over het podium.

De hele podiumpresentatie is ontzettend Amerikaans, maar het werkt. Het hebben van een over-the-top frontman geeft een gezicht aan de band en houdt de aandacht vast. Niet dat het nodig is om voor afleiding van de band te zorgen, want de band speelt strak en goed. Het is te merken dat de heren al jaren op een podium staan en hun instrument tot in de puntjes beheersen. Ook al zijn ze allemaal iets dikker geworden en hebben ze hun wilde haren verloren. Als je eenmaal over het idee heen bent dat Kevin er meer uitziet alsof hij account is bij een IT-bedrijf, in plaats van zanger van een stoere grungeband, is het puur genieten van een goede show en mooie nummers.
 
Het verhaal over de Amerikaanse regering en hoe moeilijk het is je gezin te onderhouden mag wat mij betreft achterwege blijven. De opmerking dat Kevin Martin liever in Nederland komt wonen en wiet wil roken is een opmerking die het goed doet bij publiek van een generatie jonger. Sowieso slaat de inhoud van zijn relaas nergens op, maar we juichen gewoon, opgezweept door de adrenaline van de band.
 
Het was ook wel te verwachten dat de band niet terug zou grijpen op nummers van Candlebox of Live, maar ik had het wel graag gehoord. In plaats daarvan speelt de band een cover van Depeche Mode. Deze uitvoering was niet zo dramatisch als de versie van Rammstein van ‘Let me see you strip’, maar de toegevoegde waarde is vrijwel nihil.
 
Samengevat geven de Amerikanen het publiek van De Bosuil waar voor haar geld; een lange set, energiek vol overtuiging en strak gespeeld. Een mooie vertolking van hun mooie debuutalbum.