Ell Niño: nieuw terrein, vertrouwd festivalgevoel

Van trashmetal tot moki punk tot electro

Bas Stienen & Geert Smeets ,

De vierde zondag van augustus was traditiegetrouw gereserveerd voor Ell Niño. Daar stapte de organisatie dit jaar vanaf en het evenement verhuisde zowel van locatie als van datum. En in combinatie met een gevarieerde line-up onder het mom van ‘voor ieder wat wils’ kwam Ell Niño deze dertiende editie als herboren uit de bus.

Van trashmetal tot moki punk tot electro

De verhuizing van kerkplein naar grasveld geeft het festivalgevoel natuurlijk een positieve boost. “Na lange tijd op dezelfde locatie te hebben gezeten, werd het gewoon eens tijd voor iets anders”, vertelt Hugo van de organisatie. “Dit terreintje is dan misschien wel iets kleiner, maar ik heb niet meer de illusie dat wij massa’s mensen trekken met het programma dat wij hier neerzetten. Mensen komen niet meer zozeer voor de muziek, alswel om gewoon gezellig een biertje te drinken en wat naar bandjes te kijken. Ik gok dan ook op zo’n 500 bezoekers en dan ben ik een tevreden man.”

Al lag er ook in Ell weer een grote spelbreker op de loer: heel veel regen. Gelukkig heeft de organisatie van Ell Niño wel voor voldoende schuilmogelijkheden gezorgd, maar wonder boven wonder hoeft het publiek daar gedurende de dag maar sporadisch gebruik van te maken. En werd het beoogde aantal bezoekers zelfs nog verdubbeld.

Soul With A Capital S mag in ieder geval in een aarzelend zonnetje beginnen en doet dat met covers uit het soul en funk repertoire. In de bezetting toetsen, sax, drums en gitaren laat dit nog jonge bandje prima vertolkingen horen van nummers uit een toch redelijk pittig repertoire. De zanger heeft een prettige, warme bariton, maar dat is ook tevens zijn beperking, want qua bereik zijn enkele covers niet zo heel gelukkig gekozen. 'I Feel Good' twee octaven lager zingen, klinkt wel heel erg als een James Brown die zijn amandelen heeft geknipt. Een zanglesje van Wilson Pickett zou niet slecht zijn. De nummers van Stevie Wonder zijn daarentegen op het lijf geschreven. Alleraardigst coverbandje dat hopelijk overgaat op eigen werk in dit genre. (GS)

Na een aantal jaren solo te hebben gewerkt, onder andere als gastmuzikant tijdens de theater tour 'Saus' van Rowwen Hèze, treedt thuiskomer Linda Smeets voor het eerst op met eigen band. Dat Linda over een geschoolde stem beschikt wordt al tijdens haar eerste nummer duidelijk. De poppy laid back funky set, bestaande uit nummers van haar EP 'Proudly Presenting Myself', wordt vertolkt door een mooie kraakheldere stem, omgeven door dito verpakking. De band en Linda heeft dan ook alles in zich om een spetterende sexy funkshow neer te zetten. Hier hapert het echter een beetje aan. Het geheel klinkt vaak te veilig en te braaf. Ook het veelvuldige contact dat Linda met haar publiek zoekt, wordt niet altijd met hetzelfde enthousiasme beantwoord. Wellicht heeft dit te maken met het vroege tijdstip van haar optreden. De potentie en talent is echter zeer zeker aanwezig en bij een volgend festival zullen we Linda Smeets zeer waarschijnlijk veel later in de programmering tegenkomen. (BS)

Involved is een nieuwe metalband met onder andere gitarist Vince van der Loo (o.a. Kelvin Zhero), drummer Joep Beckers (o.a  Engine of Pain, After Forever) en zanger Wilbert Janssen (o.a. Defcon One) in de gelederen. Oftewel, Limburg is wederom een band van hoogwaardig metaal rijker. Of dat een verrijking van het genre betekent, is nog maar de vraag want vooralsnog heeft Involved de blik gericht op de jaren ‘80, de hoogtijdagen van de trashmetal met bands als Slayer, Venom en de daaruit voortkomende deathmetal met band als Morbid Angel. Involved laat wel horen dat death metal, trash en hardcore goed samengaan. Er mag zelfs gerust gezegd worden dat Involved een vrij lage instapdrempel heeft, want nergens wordt het té extreem. De band wil gelukkig niet de snelste noch de meest technische zijn en dat siert hen. Niet dat de snelheid op een laag pitje staat, de drummer timmert lustig de zaak aan elkaar en de band hanteert net zo gemakkelijk turbosnelheden als logge passages. Het gegrom van de zanger is af en toe wat aan de eentonige kant, maar compenseert dat met positieve agressie en charisma. (GS)

De hardwerkende Utrechtse band Kensington is momenteel flink aan de weg aan het timmeren. Het in juli uitgebrachte album 'Borders' wordt landelijk goed ontvangen en de bijbehorende eerste single 'Youth' wordt inclusief clipje regelmatig gedraaid op radio en televisie. Kensington is zelfs door 3FM uitgeroepen tot Serious Talent. De iets wat arrogante podiumpresentatie past perfect bij het springerige uptempo Brits geluid van de band. Hoekige gitaarpartijen en dito bewegingen vormen de hoofdzaak, waarbij de vaak tweestemmige zang van beide gitaristen goed op elkaar aansluiten. Enig punt van kritiek is het ontbreken van variatie tussen de nummers onderling. Echter, wie hier over klaagt, zal ook geen liefhebber zijn van meer gearriveerde Britse bandjes. Ze sluiten dan ook goed aan bij de heersende commerciële muziekindustrie. Wie Kensington vandaag heeft gemist, heeft dankzij een goed gevulde agenda nog voldoende mogelijkheden om ze live aan het werk te zien. Ze spelen namelijk maar liefst veertien keer in vier weken. (BS)
 
“If you like the sound, say Boo”, roept het geslachtsloze fenomeen Chris Chameleon zijn mensen toe. Het moge duidelijk zijn: publieklieveling Boo is terug van weggeweest en wordt dan ook meteen door een dansende menigte ontvangen. Kort samengevat: Boo klinkt als een kruising tussen Mika, Primus en pakweg Earth, Wind & Fire. Of in eigen termen: ‘three piece monki punk’. Chris heeft zijn vrouwentenue in Zuid-Afrika gelaten en het lijkt inderdaad of de band in die zeven jaar meer ballen heeft gekregen. Ten eerste door het spel van de frontman dat nu meer tegen Les Claypool aanschuurt (inclusief de karakteristieke ‘duckwalk’) dan tegen Level 42’s Mark King en ten tweede door de nieuwe drummer die zijn discobeats poepstrak tussen de springerige baslijntjes hakt. Toetsenist Ampie Omo zorgt ondertussen voor hilarische momenten, want ja, als je in een nummer drie keer van instrument moet wisselen (van trombone tot vibraslap), wil je nog wel eens te laat inzetten. Ieder liedje lijkt uit een andere wereld te komen.  Een swingende safaridisco met een breed spectrum aan instrumenten, geluiden en emoties. En dat is precies wat het unieke geluid van Boo zo goed maakt! (GS)

Gooi een vleugje Weezer, twee eetlepels Wheatus, een snufje Nada Surf en een overdosis aan The Libertines in een blender en je krijgt het perfecte ADHD drankje genaamd Team William. Het publiek beweegt zich dan ook gauw richting podium. De jonge Belgische honden laten met hun opgefokt indie popgeluid horen, dat humor en een zekere mate van onverschilligheid niet persé afleidend of negatief hoeven te werken. Vooral de hyperactieve, zich op sexy sokken als Jack Black voortbewegende toetsenist, slurpt de aandacht van het publiek dankbaar op. Al deze jongensachtige kapriolen gaan echter niet ten koste van het geluid en de kwaliteit van de nummers. Catchy gitaarloopjes gaan moeiteloos over in enkeltonige melodieën. Zet daarnaast de speelse elektrodeuntjes en de prettige zangpartij en je snapt dat de mannen bij de zuiderburen flink aan het doorbreken zijn. Ze stonden zelfs bijna een jaar lang met 'Lord of the Dogs', in StuBru’s 'De Afrekening'. Eat your heart out Caro Emerald (BS).

Aan het Belgische Waxdolls de eer om de dertiende editie van Ell Niño af te sluiten. Dit elektroduo is afkomstig uit de momenteel bloeiende Belgische dancescene, op de kaart gezet door onder andere de broertjes Dewaele. Inmiddels is er een regenbui boven het terrein gaan hangen, maar de schuilmogelijkheden blijven verbazingwekkend leeg. Maar goed, rustig toekijken vanuit een tentje is bij dit opwindende elektroduo dan ook praktisch onmogelijk. Muziek die niet uitnodigt, maar verplicht tot dansen. Goed uitgedokterde grooves, een rechtoe-rechtaan hakkend ritme en wat accenten met toetsen, laptop of beperkte vocalen leggen de nadruk meer op plezier en dansen dan op originaliteit of muzikaal vernuft. Muzikaal wordt het voornamelijk in de tranceachtige intro’s of in de nummers die beter in een slaapkamer gedijen dan op de dansvloer. Ook wordt er hier en daar een (slag)gitaar ingezet waardoor het geluid een industrial, ‘Nine Inch Nails’-achtig randje krijgt. Een opzwepende elektrotrip die zijn luisteraar eigenlijk met nog veel meer goesting achterlaat. (GS)