Moss is bepaald geen nieuwkomer. Marien Dorleijn, zanger en tekstschrijver van de band, wint in 1999 als singer-songwriter de Grote Prijs van Nederland en speelt vervolgens een tijdje in het onvolprezen Caesar. In 2004 begint Moss aan de opnames voor 'The Long Way Back' dat uiteindelijk in 2007 bij Excelsior uitkomt. Het debuut kent een gemengde ontvangst en wordt door veel recensenten afgeserveerd als ‘langdradig’. Toch zijn er momenten op te ontdekken die achteraf gezien wel voortekens waren van de fijne muziek op deze tweede. Moss was al een klein beetje uit het geheugen verdwen en ineens is daar dan 'Never Be Scared/Don’t Be A Hero'. Elf parelachtige gitaarliedjes van Beatleske klasse.
Yesterday’s Men (ontstaan uit Eshilo en The Feromones) mag openen voor Moss en doet dat met theatrale, pianogedreven nummers die weinig met rock of pop te maken hebben. Eerder denken we aan de soundtrack van een kostuumdrama. De band schotelt zijn publiek nl. een kitscherige mix van opera, klassiek en alto pop voor die ‘tot luisteren dwingt’. Het gros van de nummers is echter te langdradig om gefocust te blijven, alle tempowisselingen en elektronische snufjes ten spijt. Het typerende stemgeluid van Dolf Smolenaers klinkt als een wollige versie van Mark Hollis (Talk Talk) en gaat na een aantal nummers echt vervelen, ondanks zijn gedurfde manier van zingen. De ballademomenten overheersen de set en in de sporadische swingmomenten wordt het geluid volledig ondergesneeuwd door de drums die veel te hard zijn afgemixt. De muziek getuigt wel van een (gewaagde) eigen visie, maar wordt wellicht beter begrepen in het theater.
Moss opent met ‘Apparatos’ en vormt de opmaat voor een memorabele show waarbij elk nummer kan rekenen op een warm applaus van het Venlose publiek. In ‘Don’t Be A Hero’ eindigt de band als een percussie-ensemble en lijkt een uitnodiging te zijn om wat meer te bewegen op de toch redelijk dansbare muziek van Moss. Als zanger Marien Dorleijn het publiek echter uitnodigt om wat meer naar voren te komen, staat het publiek binnen vijf seconden een aantal meters dichter op het podium. Een zeldzaam staaltje publieksparticipatie en bewijst nog maar eens hoe populair Moss in korte tijd is geworden. Potentiële single ‘The Comfort’, bezit een catchy, canonachtig refrein (‘you’ll get me going on’) en is een showcase voor het vocale talent in de groep: zuiver gedubbelde zanglijnen, drieledige harmonieën en geraffineerde achtergrondzang.
‘New Arms’ is van een heel ander kaliber: Moss rockt hier lekker door met een grimmige riff, maar de langgerekte zang en tekst zetten daar een melancholische sfeer tegenover. Ook de singel ‘I Apologize (Dear Simon)’ zorgt door zijn eenvoud voor een breekbare schoonheid en valt wederom op door de evenwichtige samenzang waar ook live geen speld tussen te krijgen is. Tekenend zijn ook de subtiele reverb over de vocalen en het gebruik van gedoseerde elektronica en ambientgeluiden.
Live komt ‘Never Be Scared/Don’t Be A Hero’ natuurlijk een stuk energieker over en worden de nummers een stuk krachtiger gespeeld. Niet in de laatste plaats door de drummer, die zijn floor-tom prefereert boven de hi-hat, en zo de nummers nog meer drive geeft. Ook het uitgebalanceerde geluid van de drie gitaristen daartegenover, is noemenswaardig. Moss, met Dorleijn als enige die zijn lichaamstaal laat spreken, windt zijn publiek moeiteloos om de vinger en is zichtbaar gecharmeerd. Het frisse ‘I Like The Chemistry’ is een mooie afsluiter, maar terecht keert Moss nog terug voor één nummer, maar daarna is de koek toch echt op.
Op 18 juli is Moss live te zien op WesSUMMERBEEZE!