Het is de tweede helft van de jaren tachtig als Mark Voorst kennis maakt met hiphop via een cassettebandje van zijn buurjongen Guido. Hij is meteen gefascineerd door de stemmen en drums. Als even later de Vara de graffittidocumentaire Style Wars op televisie vertoont, valt alles op z’n plek.
"Words to live by, ik spreek die documentaire nog steeds van voor naar achter mee. Heerlijke tijd, Whodini’s ‘Freaks Come Out At Night’ op de walkman, terwijl de rest van de brugklas luisterde naar George Michael’s ‘Careless Whisper’. Meisjes snapten me niet.”
Daar bleef het niet bij voor Markan. Begin jaren negentig startte hij zijn eerste groep South Dutch Productions (S.D.P.). “Op wat plukjes mensen na in Heerlen, Sittard en Roermond was er niks”, herinnert hij zich het hiphopklimaat in Limburg. “Het was voor mij de tijd van rapbattles in de Dj-inn te Maastricht, incidentele optredens van Amerikaanse acts ergens in een discotheek en veel zitten pielen met gare spullen in een flat in De Heeg. Ik heb met S.D.P nog meegedaan aan Nu Of Nooit 1996.”
Met Pikkatrillaz combineert hij hiphop ritmes met samples uit de Maastrichtse volkscultuur, een unieke combinatie. “Tja. De leukste dingen zie je vaak over het hoofd omdat ze recht voor je neus liggen”, legt hij uit.
“Danny en Bluts komen uit Malberg, een echte volksbuurt, Roel, Bef en ik woonden allemaal in De Heeg, ook al zo’n volksbuurt. Vanuit dat gegeven maakten we onze liedjes met thema’s als vriendschap, de buurt, folklore. Vanwege onze leeftijd werd het old school qua muziekstijl, en als je dan in het dialect rapt dan wil je daar ook dialect samples bij gebruiken en zodoende kom je terecht bij de goudmijn die het Limburgse vinyl herbergt. Dus.”
“Vanaf de single 'T Is Nog Neet Gedoon'; waren we volledig in het dialect ingeburgerd. Daarvoor voelden we het wel, maar was het toch nog een beetje onwennig. Raar eigenlijk: bij de eerste optredens deden de Engelse en Nederlandstalige nummers he-le-maal niks, terwijl de zaal werd afgebroken tijdens de dialectnummers. We waren toen niet zo helder denk ik.”
De keuze bleek een schot in de roos. ”De periode 2003 tot en met 2006 waren echt topjaren qua shows en belangstelling, maar op een opleving na qua publiciteit en erkenning in 2008 nam dat ook af. Is niet erg, is logisch. Geen drama van maken, life goes on, vrienden blijven.”
In september 2009 kondigden de Maastrichtenaren het einde van Pikkatrillaz aan. “Op tijd stoppen is een kunst. Ik wil dat de naam goed blijft en niet dat mensen zeggen ‘ze hadden vijf jaar eerder al moeten stoppen’”, noemt hij als reden voor hun besluit. “Verder wordt het steeds moeilijker om alle agenda’s te combineren in verband met werk, kinderen et cetera.”
Eén echt hoogtepunt kan Markan niet noemen. "Ik zou er een hele boel kunnen opnoemen maar niet één bepaalde gebeurtenis. Het afscheidsconcert op de 18e december zou wel eens één, zo niet: hét, hoogtepunt kunnen gaan worden. Voor vijfduizend man staan in het voorprogramma van Rowwen Hèze is dope maar die mensen staan daar niet voor jou, in de Bonbonnière neem je afscheid van je eigen publiek."
De chique zaal is geen voor de hand liggende keuze voor De lètste runde, het laatste optreden van de dialectrap pioniers, net als de voorprogramma's Zoeper en Fabio & Fabrizio. Markan:“Juist het feit dat een band zoals ons in die zaal afscheid kan nemen geeft aan wat de DIY kracht van de Pikkatrillaz is. En dat geldt voor alle acts die avond: stuk voor stuk origineel in formule en betekenisvol binnen hun genre."
"Journalist Ad van Iterson schreef ooit: ‘Zoeper en Pikkatrillaz hebben twee kwaliteiten die de podium elite uit Maastricht niet heeft; agressie en humor, wezenskenmerken van de industriestad Maastricht. Die traditie werd opgepikt door de jongens van Zoeper en Pikkatrillaz maar dreigt nu weer uit te sterven’. Is toch mooi man! Snap je?”
”Ik verwacht echt een feest van begin tot einde", gaat hij verder. "Ik bedoel: het wordt live uitgezonden door L1 Radio, er wordt een film gemaakt van de avond en alle klassiekers van ‘Bel Lando’ tot ‘Bokkie Beh’ tot ‘Potloejer’ komen voorbij. Het gaat kapot man!”
Hoe zou hij graag zien dat de groep herinnert wordt? “Melancholiek als ik ben, hoop ik dat de beeltenis van de Pikkatrillaz over dertig jaar vergeeld in menig Maastrichts café hangt met als onderschrift ‘De Vief Sjoenste’. Volkshelden status baby.”
De stichting Pikkatrillaz blijft ook na 18 december bestaan. Markan: “We gaan ons meer toeleggen op het organiseren van feesten als Rechtstreeks Uit Het Zuiden, of het vervaardigen van dialect-gerelateerde merchandise zoals daar al eerder het leesplenkske van de ‘Mestreechter Straottaal’ was.”
Het einde van de groep betekend zeker niet dat Markan , die jarenlang vele teksten van de Original Sjengstaz voor zijn rekening nam, stopt met rappen.
“Ik ben vaak obsessief met muziek bezig geweest in een tempo dat voor mijn omgeving gewoon niet bij te benen was. Uiteindelijk ook niet voor mezelf, want ik was op een gegeven moment met zoveel dingen bezig dat ik nergens meer lol aan had. Altijd op zoek naar erkenning maar niet weten wat je ermee moet als het op je bord ligt. Door naar het volgende.”
“Het is een cliché; maar sinds ik vader kan ik dat wel relativeren en ga ik veel gerichter te werk. Nu is het veel overzichtelijker, ik doe die dingen die ik tof vind en ik heb geduld met projecten.”
Morgen meer over die projecten in deel II van het interview.