Zaterdag 14 Augustus, organisator Jan Smeets zal het niet snel (kunnen) vergeten. Waar hij met een divers programma aan cijfers rond de 15.000 bezoekers had verwacht, kwamen er op de dag zelf maar ongeveer 6.000 opdagen. Het veld voor het podium is flink verkleind om toch de illusie van uitverkocht te geven. Gelukkig gaf het weer wel weer veel vreugde voor de festivalbezoeker vandaag.
De dag wordt, zoals gewoonlijk, geopend door de Janse Bagge Band. Deze vrolijke feestband uit Susteren doet precies waar het goed in is, de sfeer in het feest brengen. Met een setlist van vooral covers van bekende hits uit het verleden, krijgt deze band de mensen al vroeg los.
Ook dit jaar heeft JBB weer een gastartiest meegenomen, Peter Koelewijn En Zijn Rockets. Als band nooit op Pinkpop geweest, maar Jan Smeets claimt zelf al bijna vijftig jaar voorzitter te zijn van de Peter Koelewijn Fanclub te zijn. De bijna 70(!)-jarige Rock ‘n’ Roller geeft in een half uur een goede presentatie van zijn hits waar 'Alice, Who The Fuck Is Alice?' en 'Kom Van Dat Dak Af' natuurlijk goed worden meegezongen.
De volgende naam op het programma is Therapy? Deze band, groots in de jaren ’90, lijkt zeker in het begin niet op die grote band. Waar de vocalen van tijd tot tijd gewoon vals zijn, heeft de band moeite zijn ritme te vinden. Naarmate het optreden vordert, krijgt de band steeds meer grip op zichzelf en daarmee ook het publiek.
Niet lang daarna betreden de mannen van The Presidents Of The United States Of America (ook wel PUSA) het podium. De mannen met ongewone instrumenten, de basitar en de guitbass, komen meteen met de hit 'Lump'. Vanaf dat moment beleven de mannen samen met het publiek een tripje terug naar de jaren ’90, met hits als 'Kitty' en 'Peaches'. Daarnaast komen de heren ook nog met covers als 'Video Killed The Radio Star', '(You Make Me Wanna) Shout!' en 'Ace of Spades'.
Waar de vorige twee bands nog jaren ’90 rockers zijn is de volgende op het programma een compleet uiterste van die bands. Kid Creole And The Coconuts, de vrolijke latin band, begint al snel een feestje. De Coconuts zorgen voor het schouwspel van de show terwijl Kid Creole en band de voeten van het publiek in beweging probeert te zetten. Dat de dames niet goed kunnen zingen, vergeven we ze maar, zij hebben andere talenten. De enige dame op het podium die daadwerkelijk kan zingen wordt alleen voor 'My Boy Lollipop' naar voren gehaald.
De band die als laatste optreedt voor ‘de grote drie van de dag’ is de Fun Lovin’ Criminals. Deze band heeft het publiek niet mee, de band staat op een beetje een dood punt in de dag. De meeste mensen liggen onderuit gezakt op het veld. De meeste nummers van FLC kunnen dat gevoel ook vergroten. Als dan midden in de set 'Scooby Snacks' wordt ingezet lijken de eerste mensen al wel wakker te worden, zodat bij het laatste nummer 'The Fun Lovin’ Criminal' het publiek weer klaar is voor de volgende act.
Die volgende act is dan ook niet meteen de minste. Gary Moore. Bekend van bands als Thin Lizzy en Skid Row maar natuurlijk ook zijn solowerk mag er zijn. De man krijgt iedere Hardrock-fan en Bluesliefhebber van de grond af om zich richting het podium te keren. Met een repertoire waar menig artiest iets van kan leren, plukt Meneer Moore een paar van zijn hits uit. Gegarandeerde meezingers als 'Empty Rooms', 'Walking By Myself' en natuurlijk 'Still Got The Blues' worden ten hore gebracht. Na een uur dat sneller voorbij ging dan elk ander uur vandaag moet de band het podium verlaten, zichzelf daarvoor excuserend. Helaas laat de band daarbij wel de hit 'Oh Pretty Woman' ongehoord.
De laatste band voor de headliner is een band die eigenlijk verbannen was van Pinkpop, The Cult. In 1992 speelde de band tot laat na middernacht door. Nu speelt de band maar een uur, geteisterd door mankementen met de techniek, al merkt het publiek hier vrij weinig van. Zanger Ian Ashbury heeft wel weer ergens een anekdote of grap in zijn mouw om het publiek te entertainen. De mannen die er niet helemaal meer uitzien zoals ze dat deden in hun hoogtijdagen, kunnen nog wel zo spelen. Met een gevarieerde set en natuurlijk hits als 'She Sells Sanctuary' laat de band zien wat ze nog waard is na bijna dertig jaar.
Alhoewel Iggy Pop And The Stooges genoeg hits hebben om meer dan een uur te vullen, kiest de band er voor om een punkset te laten horen. Hits worden er nog wel gespeeld, zo komen 'Search and Destroy' langs en 'No Fun', maar het merendeel van de set is lekkere vuige punkrock. De band speelt een zeer goede set al staan ze er heel rustig bij. De bassist Mike Watt vergeven wij dit, hij speelt met gespalkt been. Maar de show wordt gemaakt en gestolen door Iggy Pop. Er kan veel gezegd worden van de man, zijn rug is zo krom als een banaan, maar hij springt en rent het hele podium af. Hij is alweer 63, maar zingt nog net zo goed als veertig jaar geleden. Daarnaast is het nog steeds een geweldige showman. Hij vraagt bij het tweede nummer zoveel mogelijk fans het podium op. Gedurende de show sneuvelen drie microfoons en twee standaards. De manier waarop de man loopt als hij niet springt, verhult dat de jaren hem flink hebben aangetast al zal hij dit waarschijnlijk niet snel zelf toegeven. Iggy blijft springen en rennen over het podium alsof hij 20 is. Hij houdt van het podium en zal daar hoogstwaarschijnlijk ook sterven, een geboren podiumbeest.
Als dan ook de laatste klanken weer voorbij zijn en de eerste mensen alweer in de auto stappen om huiswaarts te gaan, blijft het een vreemd gevoel dat slechts 6000 man voor deze dag tekenden. Het was een zeer divers programma met een zeer goede afsluiter. Jan Smeets zei overdag dat hij alles zou doen om volgend jaar Pinkpop Classic weer door te laten gaan. Al heeft hij eerder ook al gezegd dat hij nooit dacht dat Pinkpop Classic een lang leven beschoren zal zijn.