Niet altijd passen bands die op dezelfde avond zijn geprogrammeerd bij elkaar. Hoe deze afstemming tot stand komt is mij meestal een groot raadsel. Maar vanavond mogen we genieten van Sun Caged en Pain of Salvation in De Bosuil te Weert. Dit is een avondvullend programma waar ik de totstandkoming wel van begrijp.
Als je twijfelt of er in Limburg, of heel Nederland dan meteen maar, nog op hoog technisch niveau muziek gefabriceerd wordt, biedt Sun Caged het licht in donkere tijden. Dat hiervoor een Amerikaanse zanger en een Duitse bassist nodig is, nemen we maar voor lief. Want de gitarist, Marcel Coenen, is en blijft Limburg's trots. Hij stond al op het podium met metalhelden van voorheen 'Form' en zat zelfs in de running om het Belgische 'Channel Zero' uit te helpen bij een reünietoer. Voldoende bewijs zonder iets te hebben gespeeld. Maar met zijn spel, geluid en composities bewijst Coenen al jaren aan de top te staan. Zanger Paul Adrian Villarreal beheerst zijn stem tot in de puntjes. De drummer, bassist en toetsenist beheersen alle drie hun instrument ook zoals je mag verwachten binnen het genre waarin de band opereert. Maar Marcel Coenen is de enige van het kwintet die ik geloof in wat hij vertelt. Hij is de enige met de muzikale uitstraling op zijn gezicht. Alhoewel zijn bewegingen niet groots of energiek zijn. Maar dat wisten we vantevoren ook al.
Artemisia is hun meest recente album, maart 2007. Vanavond wordt het publiek getrakteerd op nieuw werk van hun aankomende album. De nieuwe nummers zitten uitermate sterk in elkaar en staan bol van riffs die je hoofd niet onbewogen zouden moeten laten. Ware het niet dat het me net niet voldoende raakt. De riffs zijn bruut en zouden garant moeten staan voor beuken en grooven. Na lang denken meen ik het euvel ontdekt te hebben; drummer Roel van Helden mist de overtuiging. Hij is een technisch zeer onderlegde muzikant met interessante breaks en ritmes. Maar als je dit speelt zonder passie, kracht en overtuiging, krijg je de band niet aan het rollen. Ik zou zeggen: "Pas je spelvolume van pop-rockcovers aan naar metal, maak zaagsel van je stokken, dump de bandana en zet je lichaam in. Overtuig me." Ik hoop dat deze overtuigingskracht en passievolle uitstraling op de nieuwe plaat terug te horen is. Ik kijk er naar uit.
Wat mag je van een band als Pain of Salvation verwachten als ze in een zaal als De Bosuil optreden? Het Zweedse vijftal probeert op alle fronten aan het denken te zetten. Zelfs de bandnaam, een bedenksel van frontman/zanger/gitarist Daniel Gildenlöw, gaat niet zonder betekenis. Wederom, iets wat je ook mag verwachten van het generiek gevorderde niveau van de prog metal.
In 2010 zal de band een nieuw album uitbrengen genaamd 'Road Salt'. Wat gaat de band vanavond dan doen? Het podium wordt niet opgetuigd met backdrops, violisten, extra podiumdelen, extra percussie of vijvers. De band speelt 'au naturel'. Het intro van het concert geeft geen antwoord op de vraag. Een soort van Zweeds 'barbershop quartet' is in eigen taal te horen. Wat er gezegd wordt, vast niets netjes op te maken uit de paar woorden die ik versta, ontgaat me vrijwel helemaal.
Zonder makeup en kanten blousen komen de heren uit de backstage. Gildenlöw is gekleed in eenvoudige spijkerbroek en strak T-shirt. Gitarist Johan Hallgren, uiteraard zonder shirt, maar met dreads. Openingsnummer 'Used' van het album 'The Perfect Element I' zorgt meteen voor kippenvel, dat vrijwel het hele optreden mijn armen gesierd heeft. 'Used' is het nummer waardoor direct duidelijk wordt wat een geweldige stem en bereik Gildenlöw heeft. Er zullen nog meer nummers volgen van mijn favoriete album van Pain of Salvation.
De knal van de opening wordt vastgehouden door de hele set. Nummers als 'Linoleum', 'Ashes', 'Fandango' en 'Undertow' klinken beter dan we hadden durven hopen. De bas is zwaar, de zang is helder, de toetsen niet overheersend en de drums vol definitie. De Franse drummer Léo Margarit bewijst zelfs met een drumsolo, en laat ik daar nou net een van de moeilijkste aanwezige zijn om te overtuigen, een geschikte vervanger te zijn van de charismatische Johan Langell. Velen met mij zullen getreurd hebben om het vertrek van Langell in 2007. Ook het spel van Margarit is kundig, krachtig en gedreven, zonder uit het oog te verliezen dat je als drummer in dienst staat van de band.
Ik ben zo gegrepen door de show dat tot het laatst van de reguliere set mijn aandacht erbij blijft. Aan geen van de muzikanten is af te lezen dat ze al dagen achter elkaar op het podium staan en dat dit de laatste show van deze toer is. Sterker nog, de bandleden hebben er zin in, alsof het de eerste show van de toer is. Er wordt gelachen om de grappen van de frontman, wat bewijst dat er niet iedere avond een verplicht rondje wordt afgeraffeld. En dat alles live, zonder samples of sequences, gespeeld wordt merk je als tijdens een nummer van de toegift de zanger/gitarist een probleem heeft met zijn effectpedaal. Hij maakt hier nog een grap over dat juist dat geluid het leukste is aan het nummer en dat ze daarom met het nummer moeten stoppen.
De afsluiter van de set is knallend als het begin. Dit had de band moeten gebruiken als afsluiter van de toegift, of geen toegift. Het eerste van de drie nummers van de toegift is het in Nederland uitgemolken, uitgekauwde en verkrachte 'Hallelujah'. Het is het meest gecoverde nummer van Leonard Cohen. Waarom de band voor dit nummer kiest? Gildenlöw hoeft echt niet te bewijzen dat hij een goede zanger is, dat horen we in de eigen nummers zelfs beter. 'Disco Queen' van het album 'Scarsick' had van mij ook weggelaten mogen worden. Maar het publiek smult er van. Als ze nu de nummers van de toegift in de set hadden verwerkt, geen toegift, klaar. Maar als mijn afkeer van disco in het refrein van de toegift het enige punt van kritiek is, mag je van me aannemen dat dit een show is die je niet had mogen missen.