In het verleden zijn er veel begeleidingsbands geweest die op eigen houtje ook erg succesvol bleken. We noemen The Shadows (Cliff Richard), The Band (Bob Dylan) en Eagles (Linda Ronstadt). Anno 2006 probeert de begeleidingsband van Stevie Ann, genaamd The Dreamstealers, het zonder hun succesvolle frontvrouw. Dat resulteerde in hun titelloze debuutalbum, uitgebracht op Be To Be Records, het label van zanger en producer Arno Guveau.
Ondanks dat Guveau zowel het debuutalbum produceerde van Stevie Ann als dat van The Dreamstealers, hebben beide albums verder niks met elkaar van doen. Je zou beide albums onder de noemer americana kunnen scharen, maar The Dreamstealers kiezen toch heel duidelijk voor het pad dat leidt naar de blues. Guveau, die wordt bijgestaan door gitarist Len David en bassist Cool Vandamme, weet met The Dreamstealers heel goed een ‘live feel’ neer te zetten. De plaat is dan ook live opgenomen, in slechts twee dagen tijd, met nauwelijks overdubs.
Het album opent met ‘Ain’t Got You’, het meest rauwe nummer van de elf. Dat ook moderne techniek kan worden toegepast in de blues, laat de band horen op ‘Medal Of Honor’. Hierin horen we namelijk naast een traditionele mondharmonica ook nog een drumcomputer. Het tempo neemt iets af op het volgende nummer, ‘Precious Words And Rhymes’. Éen van de beste nummers op de eerste helft van dit album is ‘Lovin’ Mature’, met diens warm aandoende achtergrondvocalen en een mooie, cleane gitaarsolo van Len david.
Van de elf liedjes op het debuutalbum zijn er drie een cover. Een paar grote muzikale voorbeelden van The Dreamstealers worden hier aangehaald. Om te beginnen JJ Cale, wiens nummer ‘Rock And Roll Records’ wordt gedaan. Ook The Beatles moeten eraan geloven. Het Lennon/McCartney-liedje ‘For No One’ wordt in een iets ander jasje gestoken. Datzelfde kan gezegd worden van ‘Working Class Hero’, een klassieker van John Lennon. Van origine een emotioneel beladen nummer. Het drietal van The Dreamstealers weet een deel van die emoties overeind te houden in hun versie, zonder Lennon te kopiëren. Goed gedaan, maar dat het nooit mooier kan worden dan het origineel staat natuurlijk vast.
De tweede helft van het debuutschijfje van The Dreamstealers is overwegend de beste. Niet alleen vanwege ‘Working Class Hero’, maar ook de liedjes ‘Alone In Me’ en het uptempo ‘Sea Called Love’ zijn erg aangenaam. Het broeierige bluesliedje ‘Wasted All My Faith’ doet lichtelijk denken aan Johnny Cash in zijn vroege jaren, vooral vanwege het huppelende baslijntje. Het meest memorabele nummer van The Dreamstealers staat helemaal achteraan, ‘Mighty Real (9/11)’. Een vrolijk deuntje met een leuk refrein, aangevuld met een collage van geluidsfragmenten.
Het muzikale vakmanschap van de heren van The Dreamstealers blijkt uit het feit dat de band met twee dagen studiotijd een dergelijk hoogwaardig product kan afleveren. Sommige nummers zijn zelfs nét iets te netjes, nét iets te afgewerkt. Wat ook wel weer een prestatie is, gezien de gehele plaat in drie dagen gemixt is. Als je in zo’n korte tijd zo’n eindproduct kan neerzetten, dan zijn wij benieuwd waar de mannen van The Dreamstealers mee komen als ze twee weken de studio ingaan.
The Dreamstealers kiezen het bluespad
Eerste release op het Limburgse label Be To Be Records
Arno Guveau is, samen met Tren van Enckevort van Rowwen Hèze, eigenaar van het productiebedrijf Be To Be Music. De eerste plaat die het duo met hun bedrijf produceerde was het debuutalbum van Stevie Ann. Guveau speelt op zijn beurt weer in haar begeleidingsband, genaamd The Dreamstealers. En die band heeft vorige week zijn debuutplaat uitgebracht op het nieuwe label Be To Be Records, waarvan Arno Guveau de eigenaar is. Ons kent ons bij Be To Be. 3VOOR12/Limburg over het debuut.