T-99 brengt Vera in extase

Band is na jarenlange afwezigheid terug met drie-eenheid van soul, rock-‘n-roll en rythm-and-blues. De zaal smult er van. “Give me a Hallelujah!”

Tekst: Ernst Jeuring Foto's: Jan Westerhof ,

T-99 heeft zich enkele jaren schuil gehouden in de anonimiteit en het meest recente werk stamt al uit 2008. Toch heeft de tijd geen grip gekregen op de muziek. De nummers klinken nog steeds authentiek, puur en urgent. In Vera neemt de band het publiek mee op een intense trip langs de vier uitgebrachte studioplaten.

Méér dan een openingsband

Voor de bezoeker begint de avond goed met Reverse Cowgirls. In een hotrod scheuren Michiel Hoving, Harrie Kingma en Joost Dijkema langs de rauwe randen van de southern countryrock. Merle Travis in de blender met de vroege ZZ Top, en dan op de hoogste stand. Die combinatie, waarin Hoving en Dijkema rap vingerpikkend hun gitaren bespelen, kan op veel bijval vanuit de zaal rekenen. Verrassend knap nemen zij, zittend op een eenvoudige keukenstoel, met hun voeten de drumpartijen voor hun rekening. Tussen hen in staat Kingma, die zijn sporen ruimschoots heeft verdiend op de elektrische bas, met contrabas en houdt zijn enthousiaste kompanen in het gareel.
Af en toe put de band uit de erfenis van The Sixtyniners (The Worm) maar er wordt vooral eigen werk gespeeld. Met een gewaagd uitstapje naar dromerige americana lijkt Reverse Cowgirls de aandacht kwijt te raken. De stem van Dijkema heeft een schor randje – aangetast door verkoudheid, waarvoor hij zich verontschuldigt. Juist dat randje geeft de boel extra cachet en zorgt dat de spanningsboog niet te veel verslapt (vaker op de kou staan, jongen!). Reverse Cowgirls is méér dan een openingsband, maar heeft voor dit optreden gedaan wat hij moest: een prima opmaat naar de hoofdact.

Doodlopend

Tot nu toe voelt de bezoeker zich ontspannen: hij drinkt en kletst wat en schuifelt tussen de andere aanwezigen door. Dit slaat om als het plotseling donker wordt. Een gevangenislied klinkt. Waar ben ik? Zit ik in een chain gang? De bezoeker beseft dat hij, net als de mensen om hem heen, een doodlopende steeg is ingelopen, waar, aan het einde, tussen de vuilnisbakken, olietonnen gevuld met een haardvuurtje en enkele slapende clochards, drie manspersonen het slop van de steeg markeren. "Tot hier en niet verder", lijken ze te willen zeggen. Hun kleren verraden vervlogen succes. Het smetteloos wit is smoezelig geworden door vallen en opstaan, maar vooral door vallen. Hier staan vagebonden die niets te verliezen hebben. En dat zijn linke lui. De bezoeker aarzelt wat te doen. Wat willen die heren van me? Zij zijn met z’n drieën. Ik ben met meer! Die drie staan met de rug tegen de muur, en kunnen geen kant uit. Valt het toch nog mee, goddank.

Bij de eerste tonen zijn de rollen omgedraaid. Nu staat de bezoeker, samen met zijn lotgenoten, in de hoek. Micha den Haring, Donné la Fontaine en Martin de Ruiter delen de lakens uit in deze steeg. Zo subtiel als de hand van Den Haring om de gitaarhals sluit, zo stevig grijpt hij de bezoeker bij de strot om het leven eens even door te nemen, met Drunk, ook het eerste nummer van het laatste album, als stevige opener. Of het nu de duivel is die je op de hielen zit, of een kwaaie ex, de fles die leeg is of de beurs, of het hart vol van verlangen naar een dame of het zwerversbestaan. Hoofdzaken van het leven die iedereen opzij schuift ter wille van een deugdzaam leven.
T-99 verpakt zijn levenslessen in de drie-eenheid van traditionele rock-‘n-roll, rythm-and-blues en soul. Tikje hillbilly hier, vleugje swampblues daar en af en toe een snufje punk. Dat deze oerstromingen bij T-99 aan essentie en kracht niets hebben ingeboet, blijkt wel aan de reacties van de bezoeker en zijn de mensen om hem heen. Kom maar op en geef het me! Van enige aarzeling is allang geen sprake meer.
 

De buit is binnen

Met sublieme bescheidenheid leggen De Ruiter en La Fontaine een gevarieerd fundament waarop Den Haring eindeloos kan excelleren. Live is de band nauwelijks van plaat te onderscheiden (het geluid in de zaal was erg goed). Dat geldt ook voor de zang, waarin De Ruiter en Den Haring elkaar afwisselen. Kleine uitzondering vormt Sun, waar het volume van de zangpartij het in de opbouw net niet redt ten opzichte van de rest.
Kennelijk is De Ruiter zich aan het opladen voor wat krachtpatserij, want aan het eind van het nummer ontpopt hij zich tot showman en zet een venijnige solo neer. Een dergelijke krachttoer laat hij vanaf dan vaker zien, waardoor Den Haring een stapje terug doet. De stoïcijnse La Fontaine kijkt het aan, zoals hij dat ook deed tijdens de solo van Den Haring – met dansende drummer op de achtergrond. De bezoeker smult er van, net als iedereen om hem heen. Wanneer gastmuzikant Hans Sulmann op zijn saxofoon ook nog een duit in het zakje doet, is de buit voor de band definitief binnen. Jaren weggeweest, maar slechts één optreden nodig om te bewijzen dat T-99 aan de top van het alternatieve circuit hoort.

Extase

Nadat De Ruiter het laatste nummer heeft aangekondigd, hoopt, nee, weet de bezoeker dat hij meer krijgt. Want dat heeft-ie nodig en de band wil het geven. En inderdaad, na de eerste aftocht van het podium komt T-99 terug voor een ruime toegift. Na de laatste klanken van Hungry Wolf laat T-99 de bezoeker achter in extase, daar in die doodlopende steeg.