Stel je deze scène voor: in een prachtig mooie synagoge in Groningen staat een man met een volle baard en een zelfgemaakte twaalfsnarige gitaar als een schuchtere docent met zijn rug naar de zaal. Voor hem aan de muur hangen 70 aan elkaar geplakte A4'tjes met de partituur van het stuk Electric Counterpoint van de Amerikaanse componist Steve Reich. Bijna onmerkbaar verplaatst de man zich van de linker- naar de rechterkant van het podium gedurende de vijftien minuten die het duurt om één gitaarpartij te spelen. De man heet Aart Strootman en hij speelt vandaag alle vijftien partijen in zijn eentje. Met overdonderend resultaat.
Het is om zoveel redenen een bijzonder project wat Strootman hier vanmiddag laat zien. Ook al zitten we met z'n allen kwartier na kwartier naar vrijwel hetzelfde stuk te luisteren, er valt steeds iets nieuws te ontdekken. Strootman speelt elke partij apart, neemt die op en speelt vervolgens met zichzelf mee bij de volgende partij. Van het minimalistische skelet in de eerste speelronde naar de grootse wall of sound in de laatste – en elke stap daartussen. Elk nieuw 'laagje' maakt het stuk weer interessanter, dieper, mooier. Het is bijna alsof je door deze opvoering een kijkje in het hoofd van Steve Reich krijgt. De concentratie die nodig moet zijn om haast vier uur lang gefocust te blijven is benijdenswaardig, vooral als je bedenkt dat mensen in en uit mogen lopen tijdens het optreden. De enige adempauze voor Strootman is de korte tijd die het duurt om een nieuwe tapeloop aan te zetten aan het begin van een nieuwe partij. Stilletjes geschuifel in de zaal op zo'n moment, als mensen weglopen of terugkeren. Vooral in het begin en aan het eind van het optreden is de zaal vol, het middengedeelte speelt de gitarist vooral voor zichzelf.