Voordat het Amerikaanse trio van We Are Scientists begint, mag de Nederlands-Zweedse band The Medics het publiek opwarmen. En dat opwarmen nemen ze letterlijk. Het publiek gaat onder de bevelen van frontman Daniel Langeveld hurken op de grond, om zich vervolgens helemaal uit te strekken. Tot slot moet het publiek een pirouette maken. De band zit vol met energie, en van de vele en leuke interacties met het publiek kunnen veel bands wat leren. Door de opwekkende, dansbare indiepop van The Medics zit de sfeer er al goed in vanavond.
Iets te vlekkeloos optreden van We Are Scientists in Vera
Publiek gaat wel met een tevreden glimlach naar huis
We Are Scientists begon ruim tien jaar geleden met dansbare postpunk, maar sinds de komst van ex-Razorlight-drummer Andy Burrows in 2009 zijn er steeds meer Britse invloeden in hun muziek te horen. Na zo’n vier jaar afwezigheid kwam in maart van dit jaar hun vierde, krachtige album ‘TV en Français’ uit. In 2008 was de band met hun mix van new wave, postpunk, indie en britpop al te zien in Vera, en vanavond staan ze er weer.
De grote zaal van Vera is goed gevuld wanneer de bandleden van We Are Scientists het podium op komen lopen. Na de eerste drie nummers zijn er wat hoofden die mee knikken op de muziek en vooraan staat een man of drie af en toe te dansen. Met het heldere stemgeluid van zanger en gitarist Keith Murray lijkt niets mis, en ook worden alle nummers vlekkeloos gespeeld. Hoewel de mannen van We Are Scientists geen jonge gastjes meer zijn, zit de band nog vol met energie. Die energie krijgt het publiek halverwege de set ook te pakken en zo ontstaat er vooraan zowaar een mini-moshpit.
De setlist van deze avond bestaat uit een goede combinatie van nummers van het nieuwste album en nummers van oudere albums. Hoewel de oudere nummers meer geliefd zijn bij het publiek, doen de nieuwe nummers het niet slecht. Dat Keith Murray en bassist Chris Cain humor hadden wisten we al door hun televisieserie Steve Wants His Money, en blijkt deze avond ook weer door de grappige praatjes tussen de nummers door, waar vooral drummer Andy Burrows om moet lachen.
Als het publiek schreeuwend, fluitend en klappend vraagt om een toegift komt de band opnieuw op het podium om nog twee nummers te spelen. Bij het laatste nummer geeft niet alleen de band nog even alles, maar gaan ook de fanatiekelingen onder het publiek nog een keer helemaal los. Als het concert is afgelopen, verlaat het publiek met een tevreden glimlach de grote zaal.
Al met al was dit een optreden zonder enig vuiltje aan de lucht, maar juist hierdoor was dit niet een optreden dat lang in je gedachten zal blijven hangen. Het haast perfecte optreden had wat gewaagder mogen zijn om het als iets spectaculairs te kunnen beleven.