Peter Pan Speedrock bezorgt Vera een ouderwets avondje raggende gitaren

Publiek gaat volledig uit zijn dak

Tekst: Lilian Zielstra Foto's: Harold Zijp ,

Wie denkt dat rust met de jaren komt, heeft het mooi mis – dat bewijst Peter Pan Speedrock op vrijdagavond in de grote zaal van Vera. De formatie, die toch al twintig jaar bestaat, speelt hun keiharde muziek (een mengeling van rockabilly, punk en metal) met evenveel geestdrift als voorheen en krijgt het publiek daarin volledig mee. Normaal gesproken wordt de band vergezeld door een dikke, getatoeëerde vent die hen aankondigt. Mascotte Dikke Dennis ontbreekt vandaag, maar bandleden Peter van Elderen, Bart Nederhand en Bart Geevers zorgen ervoor dat je hem nauwelijks mist. Want het tempo ligt hoog – heel hoog.

Dit zijn de feiten: er is geen introductie. De band komt op, frontman Van Elderen schreeuwt “Hello ladies and gentlemen!” en direct begint het gitaargeweld. Al bij het tweede nummer ontstaat er een moshpit. T-shirts van zowel jongens als meisjes gaan algauw uit. Er zijn welgeteld 31 stagedivers. Eén van de stagedivers laat haar bril op het podium liggen. Er wordt af en toe met bier gegooid. De mensen die vooraan staan slaan op de maat mee op het podium. De band daagt het publiek uit, het publiek daagt de band uit.

Dat is het mooie van een optreden van Peter Pan Speedrock. De band speelt oudere, bekende nummers, maar ook nummers van hun nieuwste plaat Buckle Up and Shove It. Er wordt binnen het repertoire gevarieerd, maar het tempo gaat nooit naar beneden. Iedereen beukt enthousiast mee. Je kunt je afvragen waar het publiek voor komt: komen ze voor de band en hun muziek, of komen ze om een avond met elkaar voluit te gaan moshen? Uiteindelijk begrijp je dat die twee dingen elkaar bij Peter Pan Speedrock niet uitsluiten, maar aanvullen.

Er lijkt namelijk een onuitgesproken overeenkomst tussen de leden van de band en het publiek te zijn, een onderlinge verhouding. Ze komen allemaal voor het feestje en niemand van hen wil half werk leveren. Het is de viering van een subcultuur: leren jasjes zijn sterk vertegenwoordigd, jong en oud loopt door elkaar en alweer duikt er iemand van het podium de mensenmassa in. Later zegt Van Elderen droogjes tegen ons: “Ik vind het hartstikke leuk als dat gebeurt, alleen een beetje onhandig als ze per ongeluk op een pedaal gaan staan.” Het hoort erbij, het is onderdeel van de afspraak. Vooraan zien we alleen hele blije, zweterige gezichten.

“Oi!” schreeuwen de bandleden – “oi!” schreeuwt het publiek terug. Het gaat sneller en sneller, tot er weer een uitbarsting van muziek volgt. Uiteindelijk gaat de band het podium af, maar wordt weer teruggeroepen voor een toegift. Na het allerlaatste nummer blijft de frontman op het podium en schudt alle handjes die naar hem worden uitgestoken.

Ze zijn nog lang niet moe.