God Is An Astronaut neemt Vera mee in een sonisch spektakel

Met trillende trommelvliezen naar huis

Tekst: Abel Nijman Foto's: Jan Westerhof ,

Vorig jaar brachten de post-rockveteranen van God Is An Astronaut hun zesde langspeler, Origins, uit. Vanavond staan ze in Vera om onder andere dit album ten gehore te brengen aan de trouwe Groningse fans. Blijkbaar zijn dat er nog genoeg. Er staat een flinke rij voor de deur en de zaal is goed gevuld. Hoewel het laatste album niet overal even positief is ontvangen, werkt het live erg goed. De Ieren knallen aan één stuk door en laten zien dat ze het nog niet verleerd zijn.

God Is An Astronaut heeft zichzelf enigszins vernieuwd. De muziek valt daarentegen zeker nog wel te scharen onder de noemer post-rock. De Ieren hebben de microfoons van zolder gehaald en de zangeffecten met auto-tunefunctie van Kanye West geleend. De structuur van de nummers is ook iets anders dan de trouwe fans gewend zijn. We zijn hier echter niet om het album te bespreken, wel om de energieke uitbarsting in onzer Groningse poptempel Vera te beschouwen.

De vier in het zwart geklede heren beginnen direct met de volumeknoppen vol open. Er wordt niets anders van ze verwacht. Interactie met het publiek is er vanaf het begin. Toetsenist/gitarist/zanger Jamie Dean is voornamelijk aan het woord, maar gitarist/zanger Torsten Kinsella spreekt het publiek zo nu en dan ook toe. Dit is wel opmerkelijk, Jamie zit namelijk pas sinds 2011 bij de band. Hij is ook degene die er het meest een show van maakt. Meerdere malen vraagt hij het publiek om mee te klappen. Hij spring twee keer het publiek in om te dansen en wat noten te spelen en bij de voor post-rock kenmerkende uitspattingen staat hij met een voet in de lucht te spelen als Eddie van Halen. 

De drummer zit daarentegen lekker rustig verscholen achter twee hihats. Ook de bassist, broer van Torsten, trekt zich weinig van het publiek aan. Zijn lange haren verbergen zijn gezicht. Van een afstand lijkt het net of zijn hoofd omgedraaid op zijn lichaam zit. Hij gaat helemaal op in de muziek. Wat misschien ook maar goed is, zijn baslijnen zijn zeer belangrijk voor het volle geluid van de band. Zo nu en dan speelt hij zelfs een solo, groovend en flink overstuurd.

Het verschil tussen het nieuwe en oudere werk is live minder duidelijk merkbaar. Toch is er wel degelijk een verandering te zien. De zang, afwisselend gedaan door Jamie Dean en Torsten Kinsella, lijkt niet bedoeld te zijn om poëtische boodschappen te uiten naar de luisteraar, maar wordt eerder ingezet als een extra instrument. Bij sommige nummers is het inderdaad een mooie toevoeging. Bij een aantal nummers is het echter net iets te veel van het goede en doet het denken aan Believe van Cher.

Een ander verschil met de oudere albums is de vorm van de liedjes. In plaats van telkens een laag toe te voegen, waardoor er een subtiele climax ontstaat, spelen ze hard/zacht/hard/zacht. De meeste nummers hebben dan ook dezelfde opbouw. Het begint rustig. Jamie drukt op een toets waardoor er een atmosferische sample wordt afgespeeld. Dan speelt hij een melodie op de synthesizer of (digitale) piano en tovert Torsten een pakkende riff uit zijn ES-335. Die riff draagt eigenlijk het hele nummer. Na een paar minuten ruilt Jamie zijn toetsen in voor een Jazzmaster en breekt de hel los. Live werkt dit uitstekend, maar oudere nummers als The End Of The Beginning en Echoes blijven toch interessanter.

Uiteraard spelen de heren een toegift, hoewel het publiek daar niet echt moeite voor doet. Misschien vinden de meesten het ook wel goed zo. Eentonigheid ligt namelijk wel op de loer bij deze muziek. Toch hebben de Ieren, alles overziend, een geweldige show neergezet vanavond waarbij de vonken er vanaf sprongen en er zelfs werd gedanst in de zaal. Nu eindelijk, met trillende trommelvliezen, naar buiten om te roken.