Dirty Beaches: slaapliedjes voor psychopaten

Canadese band is niet vies van electronica

Tekst: Nargiza Mamadazimova Foto's: Harold Zijp ,

Het is voor de tweede keer dat Dirty Beaches naar Vera komt. De eerste keer was vorig jaar in februari, toen zijn experimenteel lyrische debuutalbum Badlands al een tijdje uit was. Niet zo lang geleden heeft Dirty Beaches ook een dubbel LP Drifers/Love Is The Devil uitgebracht. Deze donderdagavond in Vera staat hij op het podium met een nieuwe set en een nieuw geluid voor een iets vollere zaal.

The Intelligence opent de avond en het is nogal een contrast in vergelijking met Dirty Beaches. Ze maken een knallende entree met volume die veel te hoog is. Het gevolg is dat de melodie en de teksten heel moeilijk te onderscheiden zijn. Het lijkt of hun nummers maar uit twee akkoorden bestaan en die worden aan een stuk door gespeeld. Daardoor is het lastig om met je aandacht erbij te blijven. The Intelligence begint met een overduidelijke (post)punk tintje, zoals de hele vroege Joy Division, maar gedurende hun optreden verschuift het accent steeds meer naar de swingende jaren zestig riffjes. Een raar mengsel, maar dat laatste maakt het wel iets minder monotoon. Misschien één voor één zijn de nummers van The Intelligence wel leuk, maar vanavond komt het niet over.

Als Dirty Beaches opkomt is het totaal andere koek. Deze keer heeft de oprichter Alex Zhang Hungtai twee sidekicks voor de drumpads en de keyboards (!) meegenomen. Op het vorige album waren de fifties invloeden duidelijk af te lezen, maar vanavond hoor je dat het geluid van Dirty Beaches is doorgegroeid tegen het experimenteel krautrockerige, her en der coldwave-achtige, seventies' sound aan. Dat merk je al bij de eerste klanken van de intro die een laag voor laag opgebouwd wordt. Het lijkt eerder op een noise soundscape, waar ze gerust tijd voor nemen, waardoor de spanning de ruimte krijgt om te stijgen. Als Alex Zhang Hungtai zijn gitaar erbij pakt en wat herrie gaat maken, klinkt het bijna als de vroege A Place To Bury Strangers.

Er worden geen nummers van het vorige album gespeeld. Dat dromerige gevoel dat bijvoorbeeld op het nummer True Blue te horen is komt vanavond niet aan te pas. De ingetogen elektronische drums hebben de plaats van lo-fi akoestische instrumenten ingenomen en creëren een gecontroleerd opgefokte vibe. Als adrenaline die door het hart gepompt wordt, maar in het gareel gehouden door de subtiel aanwezige synthesizers die het geluid klinischer laten klinken. De gezichten van de bandleden van Dirty Beaches tonen zelf geen enkele emotie. Het voelt alsof je s' nachts door een eenzame, afgelegen snelweg in het donker aan het rijden bent en de fantasie de vrije loop laat, wat in lichte paranoia resulteert.

Dat Dirty Beaches electronica erbij gehaald heeft, heeft verassend goed en harmonisch uitgepakt. Soms lijkt het bijna op langzamere Moon Duo, maar Suicide is vooral de band die het meest terug te horen is vanavond. Het is diezelfde donkere, maniakale, obsessief-compulsieve sfeer die in de lucht hangt. Die vibe wordt ook nog eens geaccentueerd door een twist van Alex Zhang Hungtai, die opeens zwarte leren handschoenen aantrekt. Hij doet er verder niet zo veel mee behalve dan de hele tijd een lage 'pumping fist' beweging te maken, maar meer is er niet nodig. Als je geluid weg zou halen zou je denken dat je in een sm gay club belandt bent. Hij zingt ook een nummer in het Frans - een kers op de taart die best wel groter mocht zijn.

Dirty Beaches heeft niet lang gespeeld, en de toegift is ook maar één liedje. Nu komt het enige dromerige moment van het avond: Alex Zhang Hungtai improviseert een a capella deuntje met behulp van een loopstation. Laag voor laag wordt het ingezongen met een soort van slaapliedje als resultaat. Het publiek wil langer op blijven, maar met de toegift luidt Dirty Beaches het einde van de avond in: het is tijd om naar bed te gaan.