“Met van alles. David Bowie vond ik geweldig. De plaat die ik als kind het meest gedraaid heb is Ziggy Stardust. Blondie en David Bowie werden toen punk genoemd; ik weet nog dat Blondie Rapture uitbracht. Ook groeide ik op met ska- en reggae-achtige dingen en experimentelere muziek zoals The Residents. Toen ik wat ouder werd speelde ik in punkbandjes. Ik vond Pink Floyd leuk en hield zowel van disco als van punk. Punk beschouw ik als een reactie op de megagroepen van de seventies, meestal ging punk hand in hand met disco. Die genres liggen dichter bij elkaar dan mensen denken. Bij mijn maandelijkse zaterdagavond in het Pakhuis kan ik deze dingen tegenwoordig weer goed met elkaar mixen, zoals bij 2 Many DJ’s.”
“Toen het digitale op kwam zetten ben ik gewoon doorgegaan met platen kopen. Ik vond het maar niks om een nummer alleen als digitaal bestand te hebben. Als ik muziek echt wilde moest ik het op vinyl hebben. Ik at stamppot om platen te kunnen kopen. Dus ik ben het gewend om zo goedkoop mogelijk te willen leven. Vroeger kreeg ik ook heel veel opgestuurd, maar ik koop nog steeds en zit al over de 15.000 platen. Mijn vrouw heeft een yogakamer, daar heb ik ook weer platen binnen weten te moffelen. Net als in ons zomerhuisje in Zuidlaren. De fysieke ruimte die je nodig hebt voor een platencollectie, dat is het enige grote nadeel. Maar het is onderdeel van mijn beroep geworden, dus ik kan het gelukkig goed verantwoorden.”