We zijn ruim 13 minuten na starttijd, de lichten worden gedimd en we zien de schimmen van de band Santa Fé, het project van Ben Wennekers, het podium op kruipen. Met een knaller opent de band helaas niet. De drumsticks tikken tegen elkaar aan waarna de band in één keer begint met spelen, maar het is een anticlimax. Misschien is het omdat het licht op de band zelf nog even uitblijft, of omdat de zang qua volume en zuiverheid van hot naar her vliegt. Ook instrumentaal loopt het niet echt lekker; het tempo is er steeds net iets naast en de instrumenten gaan qua toon en ritme langs elkaar heen.
Het tweede nummer heeft wat meer body. Door een flinke laag galm op zowel vocalen als gitaren krijgt het een soort apocalyptisch, alternatief surfgevoel. Maar het blijft vooralsnog wel erg rommelig. Overtuigend is het tot zo ver dus nog niet.
Gelukkig lijkt de band naarmate de set vordert wat beter in vorm te komen. De baslijnen worden speelser, de gitaarriffs lekkerder en complexer, en ook de drums klinken wat strakker dan in het begin. Het blijft allemaal enorm distorted, wat op zich past bij het genre, maar in dit geval werkt het niet altijd in hun voordeel.
De laatste paar nummers zijn wat toegankelijker en minder experimenteel. De zang blijft meer binnen de lijntjes en dat siert de band: het klinkt een stuk zuiverder en geeft het geheel een fijne country meets surf vibe. Verrassen doet de band in positieve zin weinig, op de laatste solo van het nummer na dan, die voelt lekker maar ook ontzettend rommelig met de schreeuwende vocalen van 3 bandleden inclusief de galm die eroverheen zit. Het is iets teveel van het goede.
De band lijkt nog een lange weg te gaan richting een echt overtuigende set. Dat de mix in Vera deze avond ook niet bepaald fantastisch was, helpt daar waarschijnlijk niet aan mee.