Gill Landry is toegekomen aan het eind van zijn set. Hij kondigt aan dat hij het laatste nummer gaat spelen, 'Cinnamon Canyon Blues'. Het is een instrumental. En waar hij, de man met zijn gitaar, tot dan toe vooral met zijn stem en zijn woorden de zaal om zijn vingers wist te winden. Laat hij nu ook horen zonder tekst beeldende verhalen te kunnen vertellen. We zien de wolken, de aankomende storm, de weidsheid geschetst als door een Sergio Leone. We voelen de druppels op ons gezicht en de koude wind. Landry schetst beelden in ons hoofd. Wat volgt is een terechte ovatie. Landry trad als eerste op vanavond. Je zou bijna medelijden gaan krijgen met de act die hierop moet gaan volgen. Zal Timo de Jong samen met het Amsterdamse Leadbeaters ook zo kunnen overtuigen?

Het is de vooravond van TakeRoot, 31 oktober 2025. In Vera hangt een iets andere sfeer dan normaal. Aan het begin van de avond zien we geen rumoerige doch afwachtende houding, maar een zaal vol mensen die er bewust vroeg zijn. Liefhebbers, de echte americana-zielen. Zij die weten dat muziek soms beter werkt als je er dicht op staat. Tegen het podium aan, zonder afstand.

Gill Landry: groots voelende kleine verhalen

Gill Landry stapt het podium op, groet zacht, stemt nog even. Een man alleen, gitaar. Maar met veel bagage. Gill Landry is een Amerikaans singer-songwriter, multi-instrumentalist en beeldend kunstenaar. Hij begon zijn muzikale pad al vroeg: op vijfjarige leeftijd kreeg hij zijn eerste gitaar. Hij was een ‘busker’, als straatmuzikant trok hij kriskras door New Orleans en later het noordwesten van de VS, vaak rijdend in Volkswagenbusjes. Landry zou je kunnen kennen van vermaard roots-/old-time formatie Old Crow Medicine Show, waarin hij banjo, gitaar en steelgitaar bespeelde. Nu is hij solo.

Landry’s geluid is helder, warm en verstaanbaar. Het soort klank waar je stil van wordt. Niks voelt geforceerd. Hij vertelt verhalen, niet alleen aan de zaal maar eigenlijk aan de hele wereld. Denver Girls, The Woman You Are, het zijn kleine verhalen over pijn, verlatenheid  en hoe je daar desondanks troost in vindt. “Dank je wel,” zegt hij in het Nederlands met een glimlach, “did I say it right?” De zaal lacht terug. Er is ruimte voor licht. Zijn stem is donker, een beetje korrelig, maar mild. Hij zingt de woorden uit de modder omhoog. Heldere bewoordingen van troebele gedachten. Niks is groots bedoeld. Landry overvoert ons niet met drama. De liedjes lijken altijd al te hebben bestaan. Muziek die er altijd was.

Bij She’s Gone komt een speels ritme om de hoek kijken, maar toch is het liedje triest. Er wordt - op uitnodiging van Landry - voorzichtig meegedaan met mond-trompetgeluiden. “Can’t hear you,” daagt Landry uit. Een tweede keer is het orkest wat groter. Meer dan genoeg. Het werkt ontwapenend. Met Cinnamon Canyon Blues - het titelnummer van zijn meest recente album - sluit hij af. Zonder woorden - een instrumentaal slot, vol beelden, alsof de gitaar zelf het verhaal afmaakt. Een ovatie volgt. Eén man, één gitaar, maar tonnen bagage en inhoud. Gill Landry, de busker, is altijd nog onderweg en het was een voorrecht een stukje met hem mee te mogen reizen.

Timo de Jong & Leadbeaters: croonercountry met plezier

Dan Timo de Jong & Leadbeaters. Timo de Jong is woonachtig in Groningen. Hij profileert zich al jaren als een ‘country crooner’ binnen het Americana-genre. Hij is gezegend met een warme stem en ondanks dat hij het muzikantschap heel serieus opvat, zie je ook zijn gevatheid en zijn ontspannen humor. Dit jaar werkt hij samen met zes-persoons-formatie Leadbeaters, een Amsterdamse stringband, opgericht met een rauwe mix van old-time, bluegrass, blues, cajun en folk. Hun stijl wordt door de band zelf omschreven als “too rock ’n’ roll to be folk”, stevig, dansbaar en met een no-nonsense benadering.

Het contrast is voelbaar en logisch: waar Landry de nacht binnenzong, is de toonzetting van Timo de Jong en zijn Amsterdamse companen anders. Het voelt wat frivoler en gericht op een plezierige afsluiting. De Jong’s warme bariton vult de zaal, de band glijdt erin als vanzelf. Ze openen met Monsters, de nieuwe single, toepasselijk uitgebracht op Halloween. Een rustig begin, met groeiende intensiteit. Haunting inderdaad. Daarna volgt Hammer, de vorige single, uptempo, gospelachtig bijna. Het publiek wiegt mee. Er mag gedanst worden, en dat gebeurt ook al een beetje. “Applaus voor Gill!” roept Timo tussendoor. Daarna The World Keeps Turning, melancholische country van de soort waar de tijd even voor stil staat. 

Er zit vaart, humor en energie in de set. Er komt een nummer in het Spaans voorbij, dan weer een ballad waar Timo’s croonerstem de ruimte krijgt. Een set vol afwisseling, van introspectie tot feest. Bij Ring Them Bells - met echte trompet - wordt het bijna kerkelijk plechtig. En met Good Trouble en Radio (waar ieder bandlid even apart een paar zinnen mag zingen) groeit de saamhorigheid voelbaar. Afgesloten wordt met het nummer waarmee De Jong - solo - al vaker live het publiek mee heeft weten te krijgen, We’re All Gonna Die. Een vrolijke meezinger over hoe kut de wereld is. Het publiek wil meer, roept om nog een keer. En de Leadbeaters kunnen daar wel wat mee. Zonder De Jong denderen ze vrolijk verder. Een heerlijk uplifting toetje. De Jong kijkt vanaf de zijkant met een brede glimlach toe. 

Twee acts, twee werelden, maar dezelfde roots. Landry toonde hoe klein muziek kan zijn zonder kracht te verliezen; Timo de Jong en Leadbeaters hoe groot ze kunnen worden zonder opsmuk. Een perfecte TakeRoot-vooravond dus.