Het is iets over tienen op zaterdagavond als kippengeluiden de kelder van Vera vullen. De geluiden zijn afkomstig van de mannen van Uno Basta, die enthousiast in hun microfoons kakelen. Als ze klaar zijn wordt de muzikale draad weer opgepakt en dansen harde beats de ruimte door. Menig hoofd headbangt op en neer en de vloer lijdt onder het bier dat over de rand van glazen heen klotst. Aan enthousiasme geen gebrek!

Mannen die raggen

Uno Basta wordt vaak geassocieerd met de Raggende Manne, en dat spreekt vanavond voor zich. Niet alleen doordat een groot deel van het publiek de Raggende Manne in hun beginjaren mee heeft kunnen maken, maar ook de teksten en de stijl komen overeen. De toon wordt gezet door Sybolt Friso op de drums, die het tempo er goed inhoudt. De muziek getuigt van een bepaald soort agressie, een rauw randje. Ondanks dat de mannen er eerder uitzien als huisvaders dan als schreeuwende rockers, lijkt hun muziek een uitlaatklep voor primitieve, traditionele mannelijkheid. Ruw geschreeuw en krachtige instrumentale begeleiding vullen de kelderbar van Vera. Hierbij gaat het niet zozeer om ‘mooi’, maar om het enthousiasme en de creativiteit.

Haar op de kut, haar op de kloten

Die creativiteit is niet alleen terug te zien in het kippengekakel en een vals Wilhelmus-intermezzo, maar ook in de teksten, die tegelijkertijd over niets en over alles lijken te gaan. Over mango chutney bijvoorbeeld, en “haar op de kut, haar op de kloten”. Maar daarachter lijken diepere thema’s te schuilen, zoals aftrekken en afstoten, en zelfs de dood. En natuurlijk de liefde voor het mooie Grunn, die doorklinkt in een ode aan Baflo. In Missie worden we meegenomen in een verhaal over mensen die in hun onderbroek door de straten van Groningen lopen, en Nederland Is Het Beste Land zet aan tot nadenken over nationalisme. ‘Laat de rest de tyfus krijgen!’ schreeuwt zanger Rense Sinkgraven, bijgestaan door het enthousiaste publiek.

Nummer één, geen gezeik

Of je nou op zoek bent naar een simpele uitlaatklep of je mee wilt laten nemen door teksten van een heuse taalkunstenaar; hier ben je aan het goede adres. “Nummer één, geen gezeik!” zo noemt Sinkgraven het. En dat is het: recht voor zijn raap, lekker rammelende Punk Rock, met een Grunnegs tintje.