Waarom speel je niet in je voormalige thuisbasis Groningen (Djurre woont nu in A’dam)? “Het liefst had ik in elke Popronde-stad opgetreden, maar het hangt er vanaf welke kroegen er meedoen. Uitbaters van kroegen willen toch liever een feestband dan een singer/songwriter. Ik speel daarom maar een paar keer tijdens de Popronde.” Waarom doe je mee aan de Popronde? “Koen van het Subroutine-label had mij er op geattendeerd. Ik wist niet eens meer dat ik me had opgegeven, maar ik ben nu blij dat ik meedoe. De optredens in Utrecht en Nijmegen waren te gek. Ik speelde daar samen met Lucky Fons III, die echt heel goed is. Verder weet je nooit wat er nog achter weg komt. Bij optredens zitten vaak boekers te kijken.” Zijn die optredens ook een soort voorbereiding op de finale van de Grote Prijs? “Eigenlijk sleutel je bij elk optreden aan je set, dus ook tijdens de Popronde. Voor mij is het belangrijk in wat voor soort tent ik speel. De kleinste podia hebben vaak het minste geluid. Ik speel graag in clubs waar ze weten hoe ze met muzikanten om moeten gaan en waar een goede sfeer hangt, zoals in Vera of in Ekko.” Wat verwacht je van de Grote Prijs-finale? “Of ik ga winnen? Dat weet ik niet. Ik was eerst heel terughoudend om mee te doen aan de Grote Prijs, omdat het toch een beetje een vleeskeuring is. Toen ik hoorde dat je vijfduizend euro kunt winnen, heb ik me toch maar opgegeven. Voor dat geld moet je toch een mooie thuisstudio kunnen bouwen. Ik ben nu blij dat ik meedoe, want het genereert veel aandacht en andere optredens. Ik maak binnenkort bijvoorbeeld voor het nummer Postpone Postponement een videoclip bij RTV Noord.” Wat mogen wij niet missen tijdens de Popronde in Groningen? “Ik heb al best veel bands gezien. Wat je echt niet mag missen, is Signe Tollefsen en Maniacs Of Noise. Signe Tollefsen speelt ook in de singer/sonwriterfinale van de Grote Prijs. Kippenvel. Maniacs Of Noise heeft vroeger muziek gemaakt voor computerspelletjes op de Amiga en Commodore 64. De computerdeuntjes worden ondersteund door een VJ. Helemaal te gek.”