Plaatjes draaien is macht

De dj en de voetbalvrouwen

Maaike Borst, ,

Plaatjes draaien is macht, weet hij, en dus voert hij het volume zover op dat de voetballers elkaar nauwelijks kunnen verstaan. Hij zal ze aan zijn voeten krijgen. Zijn microfoon is zijn wapen. “Ja, mensen”, zegt hij, “dat was een lekker mixje.”

De dj en de voetbalvrouwen

Zijn houding spreekt boekdelen. Buik vooruit, schouders naar achteren, benen wijd, handen in zijn zij. Hij heeft controle. Hij is dj. Zijn puberzoon die hem flankeert probeert hetzelfde uit te stralen, maar zijn buik is een stuk minder imposant, zijn benen zijn slungelig en zijn ogen verraden onzekerheid. In de voetbalkantine doet iedereen hard zijn best om door het dj-duo heen te kijken. Vader heeft een snor en een gouden ketting. Hij rookt sjekkies, zijn zoon sigaretten. Hij wil flesjes bier, zijn zoon drinkt van de tap. Plaatjes draaien is macht, weet hij, en dus voert hij het volume zover op dat de voetballers elkaar nauwelijks kunnen verstaan. Hij zal ze aan zijn voeten krijgen. Zijn microfoon is zijn wapen. “Ja, mensen”, zegt hij, “dat was een lekker mixje.” Dan komt ze. Hij wist het: ook deze club gaat overstag. Als de meisjes liedjes aanvragen, begint het feest. Als de meisjes dansen, kunnen de jongens niet achterblijven. Hij leunt met een glimlach naar haar toe. André Hazes en Guus Meeuwis. Niet helemaal wat hij in gedachten had. Een beetje geile RnB zou toch beter zijn om de dames op te warmen. Maar vooruit, ze vragen erom. Bloed, Zweet en Tranen en Geef Mij Je Angst schallen door de kantine. De dames brullen hartstochtelijk mee en slaan de armen om elkaar heen. De zoon van de dj kijkt naar ze, naar de manier waarop ze lachen, hun overdreven enthousiasme, hun lak aan wat anderen van ze denken. Zijn gezicht betrekt: die voetbalvrouwen hebben genoeg aan elkaar. Die hebben geen dj nodig, sterker nog, ze spotten met hem. De jongen kijkt naar zijn vader. Die heeft zijn armen over elkaar geslagen en kijkt zelfvoldaan naar de zingende vrouwen. “Mooi hè?”, zegt hij tegen zijn zoon. “Zal ik de microfoon er even bijpakken? Dan worden ze helemaal gek.” De zoon twijfelt. Dan knikt hij bemoedigend en geeft zijn vader een ferme klap op zijn schouders.