De Eurosonic-donderdag according to...

Italiaanse grootheden overtuigen kille noorderlingen

Frodo Bosma, ,

Verslaggever Frodo Bosma belandde donderdag in café De Spieghel. Daar zag hij een band waar wij nog nooit van gehoord hebben, maar die in Italië een ware sterrenstaus heeft: Subsonica. Of het wat was?

Italiaanse grootheden overtuigen kille noorderlingen

Italiaanse grootheden overtuigen kille noorderlingen “Iek ben só nervoos”, zegt een van mijn Italiaanse vriendinnen bij het binnenlopen van De Spieghel, waar het Italiaanse Subsonica op maar enkele meters afstand van ons vandaan drie kwartier zal gaan electrorocken. Maar enkele meters afstand? Niks vreemds: dát is Eurosonic. In het thuisland Italië is het echter absoluut ondenkbaar dat dit Turijnse vijftal op een verhoging van slechts veertig centimeter zijn kunsten vertoont. Ze hebben daar een ware sterrenstatus. In de knusse, stampvolle zaal lijdt Subsonica totaal niet onder de overgang naar een kleiner podium. En de gillende Italiaanse meisjes, die toch nog in enkele tientallen aanwezig zijn, geven frontman Samuel toch de gelegenheid zich als een megarockster te gedragen. Vaak houdt hij zijn handen demonstratief achter zijn oren om het applaus en gegil in ontvangst te nemen. De leadzanger is in dit opzicht typisch Italiaans, net als de muziek zelf. Het in 1996 opgerichte Subsonica brengt zeer gelikte ‘electronic rock’ (denk aan het militante van Joy Division en de onderkoeldheid van Krafwerk) die bol staat van de voor Italiaanse rock kenmerkende vervormde stemmen en gesamplede geluidseffectjes. Italianen houden hiervan en op dit element ligt de band dan ook enigszins in de lijn van het in Italië erg populaire 99 Posse en Linea 77. Hoewel de nummers soms een enorme brij van samples en gitaarklanken zijn, is het geluid van ongekende kwaliteit. Toetsenist Boosta regelt onder het spelen de soms hypnotiserend werkende geluidseffecten. Dit terwijl hij af en toe ook nog gelegenheid vindt om zijn keyboard, dat op een grote ijzeren springveer staat, richting vloer te duwen. Echte showmannetjes dus, deze vijf Turijnen. Dat dit geen moment irriteert, is te zien aan de voorste rijen. Die springen en fotograferen tegelijk. Na afloop worden de bandleden stevig aangeklampt door de Italiaanse vrouwen. Gelukkig kunnen we op een rustig moment nog even met bassist Vicio over Italiaans voetbal praten. De gemiddelde Silvio zou het niet geloofd hebben...