De kleine liedjes van The Tranquis rocken live bijna

Cd-presentatie in intieme setting

Rob Broere, ,

De kleine liedjes van The Tranquis klonken dinsdag, bij de presentatie van hun cd Du Du Du, vol en warm. Dat maakte ze alleen maar imposanter. En de Amerikaanse singer-songwriter Thanksgiving, een ontwapenende nerd, maakte er ook nog een feestje van.

Cd-presentatie in intieme setting

Vrolijk word je niet van de liedjes van The Tranquis. Ze gaan over ouder worden, moeilijke liefdes, eenzaamheid en dat soort zaken. Stil word je er wel van. Zeker in een intieme setting als de bar van Het Viadukt, waar de band dinsdag zijn eerste full length cd Du Du Du presenteerde. Bescheiden dwarrelende gitaren, landerige baslijnen, geveegde drums en breekbare, heartfelt zang: durf daar maar eens doorheen te kwekken. Mocht je daar al behoefte aan hebben, trouwens. Want de liedjes van The Tranquis dwingen respect af. Kleíne liedjes noemt zanger/gitarist Koen ze altijd. En zo klein als op Du Du Du zijn ze in het twintigjarige bestaan van de band nog niet geweest. Langzaam, basic en melancholiek, dat zijn zo ongeveer de kenmerken. En folky luisterliedjes c.q. alternative country zijn de muzikale referenties. ‘Voor de live’ had de band de arrangementen een beetje aangedikt en werd er meer gedrumd dan op de cd. Koen gooide er zelfs af en toe een bescheiden rocksolootje tegenaan. En daar werd de muziek alleen maar imposanter van. Bij de cd kun je het beste gaan zitten met een goed glas wijn en het licht gedempt. Live klonk The Tranquis niet alleen voller, maar ook warmer en deed de band de hoofden – zacht – meeknikken. Het rockte zowaar bijna. Daar kwam bij dat de tweede stemmen zuiverder waren dan op de cd. Geheel in overeenstemming met hun bescheiden karakters, hadden de heren van The Tranquis zichzelf in het voorprogramma gezet. Hoofdact op hun eigen cd-presentatie was de 21-jarige Amerikaanse singer-songwriter Adrian Orange, alias Thanksgiving. Gemiddeld zo’n twintig jaar jonger dan zij zelf, en opgepikt tijdens Koens eindeloze zoektochten naar Kleine Muziek op het internet. Adrian had niet de moeite genomen om zijn gitaar mee te nemen op zijn driedaagse Nederlandse toertje. Vreemde zaak voor een singer-songwriter. Maar hij is dan ook een beetje een nerd. En zo kwam de ontwapenende jongeman ook over, toen hij snotverkouden en bijna trillend van de zenuwen op het podium klom. Met het ‘scheurijzer’ van Tranquis-gitarist Kees om zijn nek. Maar toen zijn warrige, maar gevarieerde en soms zelfs fascinerende folk-rock cross-over bleek aan te slaan, kreeg Adrian steeds meer zelfvertrouwen. De liedjes die ik gehoord had op een gekopieerd cd-tje speelde hij veel strakker en met aanzienlijk meer dynamiek. En tussen de nieuwe songs zaten een paar echt memorabele. Vooral die waarin hij midden in een smeuïg folkdeuntje ineens zijn – o nee, Kees’ – gitaar liet scheuren en na drie seconden verder ging of er niets gebeurd was. Ook de ritmische begeleiding, die hij zelf verzorgde door met zijn hoofd tegen de microfoon te beuken of met zijn voeten op het podium te trappelen, was bijzonder inventief. En toen op verzoek van iemand uit de zaal Tranquis-drummer Michiel en een bassist hem gingen versterken, werd het helemaal feest en kregen we een setje indie-folk-rock die niet had misstaan in een grotere concertzaal.