Eek-a-Mouse is ongeïnspireerd en zielloos

Reggaedinosaurus geeft uiterst matte show

Rob Broere, ,

Reggae is een genre dat grotendeels drijft op namen die al zo’n dertig jaar meegaan. Dat is niet erg, als ze maar vlammen. Dat deden de Wailers en Alfa Blondy wel, vorig jaar. Maar Eek-a-Mouse bakte er niet veel van, afgelopen maandag in De Oosterpoort.

Reggaedinosaurus geeft uiterst matte show

Op de pop/rock-programmering van De Oosterpoort valt het een en ander af te dingen. Zie de discussie die onlangs losbarstte op ons forum, over oude, saaie bands die elk jaar terugkomen en het ontbreken van nieuwe namen die er toe doen. Liefhebbers van reggae zul je minder snel horen klagen. Maar reggae is dan ook een genre dat al jaren grotendeels drijft op namen die al zo’n dertig jaar meegaan. Dinosaurussen uit de jaren zeventig, die worden gekoesterd door hun fans. Maandag stond er weer zo’n oude held. In een uitverkochte zaal natuurlijk, want reggaefans zijn trouw. Dat hij er stond, compleet met band, mag op zich een wonder heten. Want Eek-a-Mouse staat bekend om zijn neiging afspraken niet na te komen. Ooit kwam hij niet opdagen bij een optreden in Utrecht, omdat hij knetterstoned was geworden in een Amsterdamse koffieshop. En eind vorig jaar zegde hij op het laatste moment een optreden in De Oosterpoort af. Maar nu was hij er dan echt. Tenminste, lijfelijk. Want de eerste helft van het concert kwam de man zo ongeïnspireerd over dat je bijna wenste dat hij niet was gekomen. Dat de dj gewoon was doorgegaan met plaatjes draaien, of desnoods een cd-tje had opgezet. Over de band niets dan lof, hoor. Die speelde de reggae- en dancehalldeunen met dubinvloeden vanaf de eerste noot retestrak en nog met soul ook. Maar de bi-di-bi-di-bang-bangs van Eek-a-Mouse klonken op een bijna genante manier vlak. Later ging de grote man met muizenangst wat meer zingen. En hij heeft een erg mooie stem, dus het leek allemaal nog goed te komen. Maar dat deed het niet. Eek-a-Mouse had zijn dag niet, was te stoned – dat hij een joint uit het publiek afsloeg, zegt natuurlijk wel wat – of had er gewoonweg geen zin in (en dat laatste is helaas het meest waarschijnlijk). Zijn podiumpresentatie bleef houterig, zijn zang mat en monotoon. En zo kabbelde het optreden anderhalf uur zachtjes voort. Zelfs de geijkte verkleedpartij bleef uit. In plaats daarvan kregen we een uítkleedpartij. Bij de toegift had de bijna-vijftiger zijn colbert, overhemd en stropdas uitgetrokken en liet hij zijn gespierde borstkas bewonderen. Het mocht niet meer baten. Daarmee red je geen plichtmatig, zielloos optreden dat de aandacht nauwelijks een moment wist vast te houden.