Halfaday kan het op eigen kracht

Recensie van de demo Three Songs

Niek Hofstetter, ,

Van rustig kabbelend tot springerige indiepop en het ruigere gitaarwerk, Halfaday schittert op zijn nieuwe demo in veelzijdigheid. De naam van hun producer hadden ze eigenlijk niet hoeven vermelden; de band komt er op eigen kracht ook wel.

Recensie van de demo Three Songs

Een opener als Find Me Very Soon is een sterk begin en dus het spreekwoordelijke halve werk. Daarmee kan Halfaday de critici meteen de mond snoeren en de inkt van hun scherpe pennen laten uitdrogen. Met een stem van een zeer bedaarde Bono weet de band op een boeiende manier, rustig kabbelend, naar het ruigere gitaarwerk toe te werken. Het tweede nummer, This Time, is tamelijk anders dan het eerste. Het stuitert en gitaarrockt dat het een lieve lust heeft. Het is lekker springerige indiepop, dat mede door de zang van Inge Huizinga van Exota Springs naar een hoger plan getild wordt. Als ze wat meer durf zou tonen en zich minder zou inhouden, zou haar gastoptreden een fijne toevoeging zijn. Bij Slow Rotor, bijna een exacte kopie van Pearl Jam’s Immortality, nemen de heren je opnieuw mee naar een heel andere kant van de band. Three Songs is zo veelzijdig dat je je gaat afvragen hoe bont Halfaday’s komende plaat zal worden. Maar als die het niveau haalt van de eerste twee nummers, moet dat geen probleem zijn. Dan kunnen ze de vermelding - zij het een eervolle - van hun te vroeg gestorven Groningse producer Jan Heddema gewoon weglaten. Halfaday heeft dat helemaal niet nodig, ze kunnen het wel op eigen kracht.