Het nummer ‘Cleo’ was het eerste teken van leven van de nieuwste ep. Al bij de release gaf Menno aan dat het nummer gaat over een feestje waar je eigenlijk niet wilt zijn: “Dat je op een huisfeestje binnenkomt, maar echt niet in de mood bent en dat mensen zich ook anders gedragen. En als anderen niet zichzelf zijn, dan ga ik daarop reageren en ben ik ook niet mezelf.” Toch is het niet helemaal afzien. Menno: “’Cleo’ gaat erover dat je er bent met een meisje waarvan je denkt: 'blij dat ik er met jou ben'. Het is dus ook een soort van romantisch verhaal op zo’n feestje”
Zoals een beroemd Vlaams duo ooit zong: ‘Er zit meer in een liedje dat je denkt’. Dat is voor de muziek van Waltzburg niet anders. Daarom spreken we Menno Krivokutya, zanger en gitarist van de Nijmeegse indieband, over de nummers van de meest recente ep Let’s All Pretend: "Het blijft een momentopname en dat is het mooie van muziek voor mij.”
Cleo
Hoewel sommige zinnen in de tekst heftig lijken, is het geen track die veel uit zijn verband getrokken of opgeblazen is. “Het is eigenlijk wel een nummer dat ik na zo’n feestje kan schrijven. Dat je wakker wordt met een kater en dat je denkt ‘waarom was ik daar? Maar ik ben blij dat ik daar met diegene was’. Dat het toch nog leuk was met die persoon.”
‘Cleo’ is live al best vaak gespeeld, maar lijkt nauwelijks nog op de versie op Let’s All Pretend. Menno: “De liveversie was eigenlijk heel anders dan dat hij nu is, funkier ofzo. Nu hebben we ‘Cleo’ naar onszelf toegetrokken, meer eigen gemaakt. Eerst was het een halve jamsessie, nu heeft het een kop en een staart en is het echt een liedje geworden.”
Commute
De tweede track op de ep, ‘Commute’, is de eerste die niet al eerder als single is uitgebracht. Menno: “Het is een liefdesverhaal over een langeafstandsrelatie die eigenlijk niet werkt. Je blijf jezelf vertellen dat het wel goed komt, maar je weet ook dat het niet voor de lange duur gaat zijn.” Menno beaamt dat het niet altijd erg hoeft te zijn om voor de korte termijn te kiezen: “In de bridge zing ik ook dat het eigenlijk wel mooi is, dat het een goede zomer was en dat we er gewoon van moeten genieten. De titel Let’s All Pretend komt daar ook weer terug, je spreekt jezelf eigenlijk tegen door er gewoon nog even mee door te gaan.”
Sure Shine
Ook het nummer ‘Sure Shine’ werd in 2020 al uitgebracht. Van alle nummers op Let’s All Pretend lijkt deze nog het meest op succesnummer ‘Gotor’. Menno: “Misschien is het ook wel de meest toegankelijke track op de ep. Voordat we hem hadden opgenomen, speelden we het nummer altijd vrij lomp, maar we hebben hem uiteindelijke best rustig gemaakt.” Dat klinkt vreemd voor zo’n up-tempo nummer. Menno: “Het had echt een heel grote track kunnen worden, maar voor mijn gevoel hebben we ‘Sure Shine’ best mellow gemaakt.” De band was het er al snel over eens dat het een single moest worden. “Misschien juist wel omdat het een beetje aansluit op ‘Gotor’.”
Inbetween
Van alle nummers op de ep vat ‘Inbetween’ nog wel het beste het gevoel van een Britse festivalweide samen. Op de vraag hoe het nummer tot stand is gekomen reageert Menno lachend: “We zaten in de studio en het laatste refrein – You worry that I worry too much - was er nog niet. Op een gegeven moment zegt Jan (Schenk, producer – red.) ‘we hebben hem!’ Ik raak altijd een beetje in paniek als er de laatste kans is om aan een nummer te werken, dan krijg ik altijd het gevoel dat ik echt mijn best moest doen. Dus ik zei ‘Jan, ik wil eigenlijk nog iets proberen.’ Ik schreef snel een zinnetje op, bedacht hoe ik dat erin wilde verwerken en op het laatste moment hebben we dat refrein er nog in geschreven.”
Achteraf gezien maar goed ook, want voor Menno maakt dit het nummer echt af: “Daarvoor ging het wel, maar nu bouwt het ergens naartoe. Nu is het compleet.” Al komt hij daar snel weer op terug: “Nou ja, voor mijn gevoel is iets nooit af, maar ik ben wel blij hoe het nummer uiteindelijk geworden is!”
The Land
Het laatste nummer op de ep laat een andere kant van Waltzburg horen. Muzikaal blijft ‘The Land’ dicht bij het geluid van Kevin Morby, een van de helden van Menno: “Het is heel vet om de spanning te bewaren in een nummer. Je bouwt een spanning op en zou het ook supergroot kunnen maken, maar dat hebben we niet gedaan. Het blijft vrij klein.” Menno legt uit dat het niet zo is dat dit soort nummers niet vaker geschreven worden. Integendeel: “Ik maak best veel van dit soort nummers, maar als we dan eenmaal in de oefenruimte zitten, is het toch fijner om uptempo nummers te spelen, omdat je dan de vibe er meer in houdt. Anders krijg je nummers waarbij de helft van de band een groot deel van de nummers niet speelt. Dat is volgens mij de praktische reden dat er tot nu toe geen kleine, rustigere nummers zijn uitgebracht.”
Maar, om in het thema van Let’s All Pretend te blijven: is dit dan voor het eerst dat we de muziek horen die je echt wilt maken? Menno: “Nee hoor. Alles wat op de ep voelt heel echt. Het is heel normaal dat je enthousiasme altijd uitgaat naar dingen die lekker lopen, zeg maar zoals ‘Sure Shine’. Dat je met de band zin hebt om het opnieuw te spelen. Voor een nummer als ‘The Land’ moet je je tijd nemen en met zijn allen in de vibe komen.” Kunnen we meer van dit soort nummers verwachten op het volgende album? Menno: “Ik vind het zelf wel vet. En ik denk dat ik nu wel beter die keuzes kan maken en dat dit soort nummers het volgende album gevarieerder kunnen maken. Maar voor hetzelfde geldt staan er wel negen snelle nummers op, haha! Het is een soort van dagboekje. Het blijft een momentopname en dat is het mooie van muziek voor mij.”