Voor wie de afgelopen jaren op de Noordpool in een afgelegen hutje zonder internet gezeten heeft: het Rotterdamse De Likt werd in 2013 opgericht door Jordy Dijkshoorn, John van Beek en Giorgi Kuiper, toen nog studenten aan de Popacademie. Datzelfde jaar wonnen ze de Grote Prijs, in 2015 volgde het gelijknamige debuut en een jaar laten toerden ze langs alle grote Nederlandse festivals. Het doek viel bijna toen Jordy in 2017 betrokken raakte bij een straatgevecht en in het ziekenhuis belandde, maar gelukkig viel alles mee en kwam de groep zelfs nóg sterker terug.
Muzikaal is De Likt wellicht het eenvoudigst te beschrijven als het rauwere, lompere halfbroertje van de Jeugd van Tegenwoordig. Op het moment dat de groep, aangevuld met Afronaut en Diggy Rast, het podium bestijgt en aftrapt met ‘Net Als Toen’ en ‘Antwerpen’ komt dat rauwe randje echter nog niet helemaal uit de verf. Dat verandert wanneer het al vroeg in de set tijd is voor ‘Bloed Aan De Muur’. De menigte begint te kolken: de “tijgers en tijgerinnen” in Nijmegen zijn klaar om maximaal te gaan. Vanaf dat moment is het voor de band als kakken zonder douwen.
Tijdens ‘Bloed Aan De Muur’ wordt ook duidelijk dat De Likt een deel van de gimmicks achterwege laat. Vooruit, Jordy klimt nog steeds bij iemand op de schouders (dit keer “zijn ergste vijand” in het publiek in plaats van zijn fictieve broer) en er wordt nog veelvuldig gecrowdsurft. Maar van Jordy’s regenjas en speedo, hun vroegere eye catchers, ontbreekt ieder spoor. En dat voelt verfrissend. De band bewijst hiermee meer te zijn dan een novelty act en zet de muziek weer centraal.