Dat je als artiest de omstandigheden van je optreden nooit echt in de hand hebt, wordt nog maar eens onderstreept bij het Gelders Singer Songwriter Festival dit jaar. Was met name de voorronde in Willemeen een respectvolle oase met rust voor de deelnemers, in Oerkroeg Schiller vanavond blijkt een prime time uitgaansavond in dé kroeg van Aalten toch niet geheel geschikt voor een portie diepe zielenroerselen. Druk met de voorbereidingen op de gebruikelijke zondagskater laat een deel van het publiek zich hooguit inspireren tot het produceren van een paar decibelletjes extra in hun luidkeels bediscussieerde Keek op de Week. Wellicht zou een andere dag of een vroeger tijdstip dus wat beter geweest zijn.
Het is niet bepaald een thuiswedstrijd voor de deelnemers, maar gelukkig wordt het door hen vooral gezien als een stevige uitdaging. Neem bijvoorbeeld Nina van der Leest. Net als bij haar deelname vorig jaar in Camelot (toen al goed voor een finaleplek) zijn de omstandigheden verre van ideaal, maar ze weet zich ook dit keer redelijk kranig te weren te midden van de soms oorverdovende apathie.
Natuurlijk, haar breekbare, warme folk gedijt weliswaar beter bij een beklemmende sfeer, maar ze weet dit gemis prima op te vangen met wat extra vurigheid in haar zang en spel. De snaren worden wat harder aangeslagen, haar zangstem levert wat donker Eva Cassidy-gefluister in voor wat meer Fiona Apple-felheid, en haar soms toch al verrassend venijnige teksten (‘I can see through you / tonight, you’re on the menu’) lijken door de omstandigheden onbedoeld een extra boodschap naar het kakelende publiek uit te dragen.
Het zal wellicht niet helemaal zijn geweest wat ze zich er van te voren van had voorgesteld, maar ze kan in elk geval met opgeheven hoofd (na wederom een fraai slot op djembé) het letterlijke strijdtoneel verlaten.
Het is niet bepaald een thuiswedstrijd voor de deelnemers, maar gelukkig wordt het door hen vooral gezien als een stevige uitdaging. Neem bijvoorbeeld Nina van der Leest. Net als bij haar deelname vorig jaar in Camelot (toen al goed voor een finaleplek) zijn de omstandigheden verre van ideaal, maar ze weet zich ook dit keer redelijk kranig te weren te midden van de soms oorverdovende apathie.
Natuurlijk, haar breekbare, warme folk gedijt weliswaar beter bij een beklemmende sfeer, maar ze weet dit gemis prima op te vangen met wat extra vurigheid in haar zang en spel. De snaren worden wat harder aangeslagen, haar zangstem levert wat donker Eva Cassidy-gefluister in voor wat meer Fiona Apple-felheid, en haar soms toch al verrassend venijnige teksten (‘I can see through you / tonight, you’re on the menu’) lijken door de omstandigheden onbedoeld een extra boodschap naar het kakelende publiek uit te dragen.
Het zal wellicht niet helemaal zijn geweest wat ze zich er van te voren van had voorgesteld, maar ze kan in elk geval met opgeheven hoofd (na wederom een fraai slot op djembé) het letterlijke strijdtoneel verlaten.
Dan heeft Luc ten Brinck het toch wat makkelijker. De teksten van de voormalige frontman van Quiet zijn minstens zo breekbaar en persoonlijk als die van zijn voorgangster, maar de muzikale inkleuring sluit wat beter aan bij blues- en rootsminnend Schiller. Versterkt met een extra gitarist krijgen zijn composities ook wat meer ruimte om te ademen, wat meteen een prettig Loudon Wainwright III geïnspireerd sfeertje weet weg te zetten: melancholische bespiegelingen die de perfecte soundtrack vormen voor nachtelijke autoritten en regenachtige zondagen. Om vervolgens net zo makkelijk over te schakelen op spaghettiwesternmuziek (denk Tussler), die bij de onbewust meeluisterende Oerkroegelingen stiekem toch wat heup- en hoofdknikspieren weet los te maken.
Iemand die ook redelijk goed lijkt te aarden in de chaotische drukte is Mariska Petrovic. Hoewel ze haar vaste versterking op gitaar vanavond moet missen door ziekte, laat ze zich allerminst intimideren door de omstandigheden. Ze lost het probleem van schouderophalende kroegbezoekers vooral op door regelmatig interactie met ze te zoeken, en een prima (maar in andere omstandigheden wellicht onnodige) cover te spelen van een publieksfavoriet als Jolene. En met Dolly Parton (en pakweg Lucinda Williams en Emmylou Harris) hebben we meteen een aardig referentiekader voor haar invloeden: door en door Amerikaanse folk en country, met traditionele klaagliederen over gokkers, liefdesverdriet en wijze levenslessen.
Absolute prijsnummers zijn Mystery of the World en met name I Just Walk On, die in al hun ingetogen schoonheid tegelijkertijd hoop en verdriet weten te omvatten. Een prachtige set van een artieste die we ongetwijfeld nog vaker aan het werk zullen zien.
Absolute prijsnummers zijn Mystery of the World en met name I Just Walk On, die in al hun ingetogen schoonheid tegelijkertijd hoop en verdriet weten te omvatten. Een prachtige set van een artieste die we ongetwijfeld nog vaker aan het werk zullen zien.
En dat laatste geldt ook voor Luc en Nina, trouwens. Weliswaar drie volstrekt verschillende singer-songwriters die met wisselend succes het publiek vanavond weten te bespelen, maar de kwaliteit van het songmateriaal is bij ieder bijzonder hoog. Wat mij betreft alledrie de finale waardig, maar of het genoeg is om op 3 april in Merleyn het podium te mogen bestijgen? Dat wordt zo snel mogelijk op deze site bekend gemaakt.