De Kift ontroert, prikkelt en swingt in Bosch

Zaanse band na 20 jaar nog altijd relevant

Tekst: Maarten Wagemakers / Foto's: Bernard Bodt ,

De Kift in Kultuurhuis Bosch anno 2008. Paste dat eigenlijk nog wel? Toen de band zich met bakfiets en al een weg probeerde te banen door de afgeladen volle zaal, was het toch even ongemakkelijk wringen. Maar enige claustrofobische gevoelens dienden al snel het veld te ruimen voor nostalgie, saamhorigheid en euforie – de gebruikelijke ingrediënten van een concert van het sympathieke Zaanse collectief.

Zaanse band na 20 jaar nog altijd relevant

Stiekem is 2008 toch weer een belangrijke mijlpaal gebleken in de rijke historie van De Kift. Natuurlijk was er het twintigjarige bestaan van het collectief uit Koog aan de Zaan, als ook weer een fraaie nieuwe plaat (Hoofdkaas) om het jubileum te kunnen vieren. Maar de heren waren ook even voorpaginanieuws toen het Nederlands Fonds Voor Podiumkunsten de band bijna vier keer meer subsidie toewees dan voorheen, daar waar sommige initiatieven ditmaal achter het net visten.  

De Kift is dat geld echter meer dan waard. De immer creatieve huisvlijt bij het maken van hun cd-hoesjes kan natuurlijk niet genoeg worden geprezen, zo werden voor Hoofdkaas oude kookboeken versneden. Hun muzikale bewerkingen van oude gedichten (ditmaal o.a. Beckett, Lucebert en zelfs een stukje Shakespeare) zorgen nog altijd voor verbluffend mooie en verrassend homogene resultaten. De Kift is bovendien veel meer dan enkel een Literair Verantwoord Concept: ook muzikaal hebben ze zich een unieke plek in de Nederlandse popmuziek weten te verwerven. Noem het zo je wil: fanfarepunk, blazerpoëzie, vaudeville chansonmuziek of gewoon een sympathiek rammelorkest. De Kift ontroert, prikkelt en swingt tegelijk, met hun koperen kleinkunst. En dat is in Kultuurhuis Bosch vanavond al niet veel anders.

Live heeft De Kift toch iets universeel aanstekelijks. Een bepaalde overredingskracht die het allemaal net wat meeslepender maakt dan op plaat. Met een publiek voor hun neus speelt De Kift net iets sneller en losser, waardoor het aanvankelijk wat stijve Bosch al snel begint te ontdooien. Met de blazers recht in het gezicht, een paar goedgeplaatste en euforische meeblèrkoortjes, de springerige ritmes van pakweg De Onbekende, Nauwe Mijter en Heisa Ho en het grote enthousiasme van de band, is het toch knap lastig om niet geheel op te gaan in hun unieke wereldje. Bovendien hebben ze naast de muzikale inkleuring nog een ijzersterk wapen: frontman Ferry Heyne. De man is gezegend met de perfecte intonatie en mimiek om het publiek volledig in de teksten te laten opgaan, hoe cryptisch die soms ook mogen zijn. Eventuele dichterlijke pretenties weet hij met zijn platte Zaanse tongval perfect naar het aardse te trekken en de respectvolle stiltes die hij weet af te dwingen bij melancholische pareltjes als Goud en Hoofdkaas zijn absoluut oprecht. Net als het vele applaus bij het met twee toegiften bekroonde optreden, trouwens.

Recentelijk is een speciaal splitsingle-project aangekondigd waarbij De Kift nummers zal coveren van bands als Franz Ferdinand, Zita Swoon en Calexico, die vervolgens op hun beurt een Kift-klassieker onder handen zullen nemen (de eerste twee delen zijn ondertussen al te verkrijgen). Of dit eindelijk tot een wat wijdere erkenning gaat leiden van de band onder het Nederlandse publiek is nog afwachten, maar het is natuurlijk een prettige constatering dat De Kift na 20 jaar nog altijd niets aan relevantie heeft ingeboet. En om één van je favoriete bandjes nog gewoon in een sympathiek krakershol als Kultuurhuis Bosch te kunnen zien, is natuurlijk ook allerminst verkeerd.