Saga’s Suitcase nog wat zoekende

Duits-Arnhemse band kleurt te veel binnen de lijntjes op The Saga Begins

Tekst: Maarten Wagemakers ,

Saga’s Suitcase heeft in de afgelopen jaren toch wel wat lof geoogst onder onze recensenten, al leek het qua optredens in de regio dit jaar wat rustiger te zijn rond de band. Het internationale viertal is echter druk bezig om Italië en Duitsland te veroveren, dus voor nu moeten we ons even tevreden stellen met de cd The Saga Begins. We gingen er eens voor zitten.

Duits-Arnhemse band kleurt te veel binnen de lijntjes op The Saga Begins

Hier in de regio kennen we Saga’s Suitcase eigenlijk vooral van twee dingen: hun overwinning in Lust4Live in 2007, en hun terugtrekking uit de finale van Ernem Zweet in datzelfde jaar. Dat laatste was toentertijd weliswaar noodgedwongen, maar ook uit weelde. De band had door een aantal gigs elders simpelweg geen tijd om het bijbehorende coachingstraject en de studioronde te volgen. Het gaat dus stiekem eigenlijk best goed met ze. In onze regio treden ze niet zo veel meer op, maar zowel in Italië als Duitsland beginnen ze langzaamaan voet aan de grond te krijgen. Wat ons dan ook brengt bij (het overigens pijnlijk getitelde) The Saga Begins, de cd die ze weer een stapje dichter bij een doorbraak moet brengen.

Het is redelijk lastig om een goed beeld te krijgen van de band op basis van dit zes nummers tellende ‘echte’ debuut. Saga’s Suitcase is namelijk een band met twee verschillende gezichten: een dat de ambitie lijkt te hebben om AOR-getinte radiozenders van gladgestreken powerballads te voorzien, en een dat durft te experimenteren met stijlen als funk, Ierse folk en zelfs voorzichtige hiphop. Met allebei is wel een boterham te verdienen (met het eerste waarschijnlijk wel een beter belegde dan met het tweede), maar de combinatie lijkt elkaar toch wat te bijten op The Saga Begins.

Bij de eerste drie nummers is het vooral de productie die heer en meester is over het ‘product’ Saga’s Suitcase. Slepende liefdesliedjes die behoorlijk vol en radioklaar klinken in de mix, maar door het gepolijste studiogeluid wel aan integriteit inboeten. Dat is jammer, want nummers als Keep on Moving en Turn Back Time hadden met iets meer avontuur in de studio een stuk losser en (daardoor) sympathieker kunnen klinken. En dan zou ook de overstap naar Real Love en Go With Me niet zo abrupt geklonken hebben als het nu doet. Want als violist Daye halverwege Real Love ineens uit het niets over een funky baslijn begint te rappen, wordt spontaan het hele beeld van Saga’s Suitcase van brave ballade-band onderuit geschoffeld.

Op plaat komt de overgang wat geforceerd over - zeker omdat het eerste kwartier van het album dus redelijk beheerst en genre-vast is) - maar de plotselinge onberekenbaarheid van het bandgeluid zorgt er wel voor dat je net wat aandachtiger begint te luisteren. Dat luisteren wordt ook direct beloond: Go With Me is het absolute prijsnummer van de cd. Een aantal regels uit Macbeth, een folky vioolmelodie en een goed opgebouwde climax zorgen voor een aanstekelijk en opzwepend stukje Shakespeare. En bovenal herstelt Go With Me ook meteen weer het vertrouwen in Saga’s Suitcase als een band die buiten de lijntjes durft te kleuren.

De band schijnt live wat experimenteler en gedurfder te zijn dan The Saga Begins nu doet vermoeden, en het is jammer dat het in de studio allemaal wat aan de veilige kant blijft. De bandleden moeten maar eens goed nadenken over wat ze nu precies willen qua koers, want potentie hebben ze zeker.