22 stippen, 6 Okie-nazaten en één fantastische avond

22-Pistepirkko na 30 jaar nog altijd relevant

Tekst: Maarten Wagemakers / Foto's: Paul van Dijk, ,

Slechts 2 maanden geleden presenteerde het toen nog volslagen onbekende Okieson hun cd in de Zeester, en sindsdien is het behoorlijk snel gegaan. Een handvol gigs en bevlekt recensentenondergoed verder mochten ze vorige week in Doornroosje de avond openen voor de Finse veteranen van 22-Pistepirkko.

22-Pistepirkko na 30 jaar nog altijd relevant

Spelen op een groot concertpodium is natuurlijk anders dan spelen in een rokerigere, rumoerige kroeg. Het ouwehoerniveau is er wat lager, geluid en licht professioneler, en het verwachtingspatroon is plotsklaps ook anders. Ineens ben je niet meer achtergrondruis voor in zichzelf gekeerde barklevers en nerveuze dates, maar heb je te maken met heuse betalende bezoekers. Stuk voor stuk kritische luisteraars die van nature al enige vooroordelen met zich meedragen jegens lokale ‘harkbandjes’, welke voornamelijk worden gezien als hapklaar anekdotevoer voor bij de waterkoeler een dag later. Je moet dan van bijzonder goeden huize komen om niet alleen bepaalde drieletterwoordassociaties (veelal beginnend met een ‘k’) te ontlopen, maar zelfs nog een respectvolle stilte bij vlagen af te dwingen. Het Nijmeegse Okieson krijgt het vanavond hoe dan ook voor elkaar in Doornroosje. Natuurlijk, Okieson is er nog niet. Hoewel de band op plaat perfect het melancholieke zondagmiddaggevoel weten te vatten met hun trage, warme alt.country, kan het op zo’n groot podium toch wel aan intimiteit inboeten. Het geluid is vanavond weliswaar voller (deels door het betere zaalgeluid, deels door de toevoeging van twee extra bandleden), maar tegelijk ook wat sterieler, waardoor de onderhuidse spanning helaas af en toe weg valt. Desondanks weten de Nijmegenaren wederom een goede indruk achter te laten. Met prachtige nummers als ‘Loneliness’ en ‘Red Duck Dude’ weten ze zelfs de meest hardnekkige kakeltantes onder het publiek het zwijgen op te leggen, toch een prestatie op zich. Helemaal klaar voor het grotere werk zijn ze nog niet, maar als deze band zich blijft ontwikkelen, en hun songs nog iets verder uitwerken (de live-versies zijn al wat rauwer dan op plaat), dan gaat dit zeker niet de laatste keer zijn dat we Okieson op een groter podium aan het werk zullen zien. Niks dan goeds bij de koffieautomaatpraatjes morgenochtend, lijkt me. En terwijl het voor Okieson eigenlijk allemaal nog moet beginnen, draaien de Finnen van 22-Pistepirkko ondertussen al bijna 30 jaar mee in het internationale bandjescircuit. Onlangs brachten ze al hun negende studioplaat uit, het onhandig getitelde maar niet onfraaie ‘(Well You Know) Stuff Is Like We Yeah’. Na hun (aangename) gedweep met elektronische invloeden rond de eeuwwisseling lijken de veteranen weer definitief teruggekeerd te zijn op het vertrouwde bluesfolk-nest van hun oudere werk met dit nieuwe kleinood. Het blijkt ook een voorbode te zijn van wat het drietal vanavond in petto heeft voor het nog nagenietende publiek. De geluidsafstelling is aanvankelijk nog niet optimaal, waardoor de eerste paar nummers (na een sterke, akoestische openingsakte) met volle bandbezetting nog niet echt lekker lopen. Als de band bovendien de breekbare schoonheid van publieksfavoriet ‘Birdy’ bijna teniet doet met een veel te rauwe en snelle uitvoering, is er zelfs enige bezorgdheid bij ondergetekende over het verloop van de verdere avond. Onterecht, zo blijkt. De 22-Stippige Lieveheersbeestjes lijken volgens een (ogenschijnlijk) geïmproviseerde setlist te spelen, waardoor ze prima op de wensen van het publiek weten te anticiperen. Bij stevige rockers als ‘Rat King’ en ‘I Never Said’ is het vooral fijn meedeinzen, terwijl de prettige psychedelica van ‘Refrain from the Refrain’ en ‘Texacoson’ hun achtergrond als Velvet Underground-fanaten verraden. Voor elektronisch geweld ruimen ze ook nog een blokje in (‘Onion Soup’), dit keer met een totaal ontspoord orgelintermezzo waar zZz jaloers op kan zijn. En dit alles natuurlijk met de heerlijke samenknepen Finse accenten van de bandleden, die het unieke karakter van de band bezegelen. Als ze uiteindelijk na anderhalf uur afsluiten met een euforische rockversie van ‘Rally of Love’, bewijzen de Finnen na een voorzichtig begin toch maar weer waarom ze na bijna 30 jaar nog steeds een relevante band zijn. Daar waar de meeste generatiegenoten er alleen nog maar op uit trekken voor uitgekauwde en dik betaalde reünietours, lijken Asko, P.K. en Espe nog steeds niets van hun passie voor muziek te hebben verloren. Okieson mag dan in opkomst zijn, voorlopig hoeven deze Finnen absoluut nog niet met pensioen te gaan.