Bij Pasen horen tradities. Eieren, paashaas, en uitgelopen familiebezoek. Maar vooral ook: de traditionele Paasconcerten in de Jacobiberg. Velen hadden ook dit jaar weer de paasdis verlaten om bandjes te kijken. De Jacobiberg was behoorlijk gevuld op de eerste avond. De set van Captain Coward bevatte meer poppy elementen dan de behoorlijk seventies-rockerige demo-cd. Zo passeerde een cover van 'My Sharona' de revue en werd er zelfs een Libertines-achtig nummer gespeeld. Dat nam niet weg dat CC een stevige set neerzette, waarin het publiek zowaar een schijnbaar uitgestorven fenomeen uit de jaren zeventig kreeg voorgeschoteld: de achteloos solerende introverte gitaarheld. Door de matte presentatie en toch wel achterhaalde muziek sloeg het optreden echter een beetje dood. Ook was het lichtelijk overdreven om halverwege de set alle bandleden al uitgebreid te gaan voorstellen.
Bij het opbouwen van het instrumentarium van Medical Waste zag je iedereen al nieuwsgierig naar het podium draaien. Dit was zonder twijfel onder meer te danken aan de verpleegster in een wit latex pakje, maar er was meer. Een van de zangers had een infuus bevestigd aan zijn gitaar, terwijl de andere zanger een aantal spijkers in zijn gitaar had geslagen (hoe toepasselijk met Pasen). Helaas vond ik de punk-metal niet afwisselend genoeg om geboeid te blijven, maar de energie en de act vergoedden veel.
Hiphop-crew The One Dunz kreeg het publiek vanaf de allereerste tel mee. Ze hadden dan ook een behoorlijke fanbase in de zaal. Een van de rappers had die avond een behoorlijke dosis ADHD meegenomen, hij was overal tegelijk op het podium. De springerige act leek niet helemaal bij de muziek te passen, die eigenlijk best laidback was. Daardoor kwam het geheel soms wat rommelig over. Maar goed, een kniesoor die daarop let, want het optreden stond als een huis. De twee rappers en de zangeres werden bijgestaan door een dj, maar die kon niet verhullen dat alle backings gewoon door de minidisk werden gespeeld. Al met al een overtuigend optreden en een sterke show.
Was het zaalgeluid bij de andere bands al te hard, bij Monokraft ontstond er helaas een dikke brij waarin de ene gitaar niet meer van de andere twee te onderscheiden was. Voor een band die het niet van show of makkelijke liedjes moet hebben, maar van nuances en inventieve arrangementen, bleek dat tamelijk desastreus. Van de subtiliteiten die op de cd zo fraai naar voren komen bleef weinig over. De gecompliceerde liedjes met catchy refreinen sloegen gelukkig wel aan bij het publiek.
Opmerkelijk genoeg was de band met de hardste muziek van de avond, de metal-formatie Diggeth, tevens de enige met een strak en helder geluid. Misschien kwam dat doordat er maar 1 gitarist op het podium stond. Dit trio klonk log en zwaar, en het plaatje klopte: geen matte of juist overdreven presentatie maar gewoon spelen en hoofdbangen. Diggeth gaf een explosief optreden en was daarmee een perfecte afsluiter van de eerste avond. Foto's: kropot.nl